Geluk van een gemeentesecretaris


Omdat de koning het in de Troonrede van 2013 heeft uitgesproken weten we het allemaal en staat het ook vast. Is het werkelijkheid. Wij leven in een participatiesamenleving waarin inwoners op eigenkracht, of door interactie in hun netwerken, zelfredzaamheid opbouwen en onafhankelijk van de overheid invulling geven aan hun bestaan.

Dat nog niet ieder burger zover is, blijkt uit het simpele feit dat alleen al in een middelgrote gemeente als Enschede bijna zesduizend huishoudens ondersteuning bij het huishouden ontvangen. Er valt dus nog wel iets te winnen op dit speelveld van zelfredzaamheid.

‘Er valt nog wel iets te winnen op het speelveld van zelfredzaamheid’

Dat nog niet ieder burger zover is: oké, dat snappen we. Het is immers nog maar kort geleden dat deze memorabele Troonrede eloquent uitgesproken werd door de koning. 
Dat hierbij ook voor ons, gemeentesecretarissen, een nobele taak is weggelegd, ja dat weten we ook allemaal. Wij weten dat gemeentesecretarissen zelfredzaamheid moeten tonen en leiderschap om in de netwerksamenleving over de grenzen van onze organisaties heen, verbindingen aan te gaan en samen te werken met partners. En we weten dat niet alleen, we spreken dat ook bijna dagelijks uit in toespraakjes, of we schrijven het op in columns.

De hamvraag is dan natuurlijk: doen we het ook daadwerkelijk en beschikken we over voldoende zelfredzame vermogens om dit in de praktijk te brengen?
 Of geldt – net als bij burgers – dat ook bij gemeentesecretarissen nog een wereld te winnen is als het gaat om zelfredzaamheid?

‘Binnenkort hoef ik mij niet meer bezig te houden met die duizend en één bedrijfsvoeringsdingetjes’

Ik zal een geheim verklappen, en kom hiermee als het ware uit de kast: ik vind dat verdomd moeilijk! Waarom? Omdat ik daarnaast nog zo veel andere dingen moet doen. Omdat mijn aandacht afgeleid wordt door allerlei dagelijkse beslommeringen. Door duizend en één bedrijfsvoeringsdingetjes. Dat ik daardoor te weinig energie over hou om aan die allerbelangrijkste taak te besteden. Aan die taak van samenwerken in de netwerken van stad en regio. Aan die taak van de maatschappelijk opgave en het leveren van publieke waarden.

En omdat dit zo is ben ik ontzettend blij als ik lees in de columns van Jan van Ginkel en Jan Kerkhof dat hierin verandering gaat komen. Binnenkort hoef ik mij niet meer bezig te houden met die duizend en één bedrijfsvoeringsdingetjes. Op dit punt word ik ontzorgd. We gaan collectiviseren!

Oké, ik zal eerst nog mijn stinkende best doen om te zorgen dat Enschede zich aansluit bij deze collectivisering, zodat dit vrijwillig gebeurt en geen dwang nodig is. Maar daarna… krijg ik ruimte en tijd om mij aan de echt belangrijke zaken te wijden. Aan de maatschappelijk opgaven, aan partnerschap op basis van vrijwilligheid en gelijkheid. En reken maar dat de Enschedese samenleving hier beter van wordt.

Vond je dit artikel interessant? Lees alle artikelen van: Marcel Meijs
Deel dit artikel

Er zijn nog geen reacties op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*