Sociaal akkoord en basisinkomen


Op 16 oktober aanstaande vindt in Nieuwspoort een discussie plaats over een voorstel van het Netwerk voor Politieke Innovatie (NPI) over onderzoek naar het onvoorwaardelijk basisinkomen. De inzet van het NPI is: een betere discussie over onderwerpen rond het basisinkomen.  De wetenschap is tenslotte de basis van de vooruitgang.

De onderwerpen waarop die vooruitgang moet worden geboekt zijn de arbeidsmarkt, de sociale zekerheid, een rechtvaardige inkomensverdeling, de werkgelegenheid en de verdeling van werk, de sociale inzet van mensen voor maatschappelijke doelen.
Het onvoorwaardelijk basisinkomen heeft als opmerkelijke eigenschap dat het koppelingen legt tussen beleid en uitvoering, maar ook dat het vele terreinen van beleid (belastingen, sociale verzekeringen, werkgelegenheid, bijstand, arbeidsmarkttoeleiding, etcetera) met elkaar verbindt. Dat is ingewikkeld voor een goed en praktisch gericht debat, maar het kan ook inspirerend en organiserend werken. Daartoe is vooral systematische kennisverwerving gewenst.
De genoemde onderwerpen zijn een selectie op het sociaal beleidsterrein. Maar meer effecten zijn plausibel: het beperken van de bureaucratie, het bevorderen van de (geestelijke) volksgezondheid, het tegengaan van overbodige arbeid, het bevorderen van ondernemerschap. Ook hierom moeten we zorgvuldig kijken naar de potenties, door systematisch onderzoek.
Is een introductie van onze studiemiddag te doen in deze tekst?  De actualiteit van de groep van thema’s, die door het begrip basisinkomen wordt verbonden, is groot. Het FD bericht dat de sociale partners de ‘hete aardappel’ doorschuiven naar Den Haag. (FD, 05/09/17) Een sociaal akkoord lijkt voorlopig ver weg.
Ons concept-onderzoeksprogramma zou een bijdrage voor een inhoudelijk gefundeerd openbaar debat kunnen leveren. Dat zal wel vier jaar kosten. Het concept basisinkomen kan behulpzaam  zijn in het debat tussen sociale partners, mits wel ordelijke kennis wordt gezocht.

Arbeidsmarkt/werkgelegenheid
Het streven naar volledige werkgelegenheid is hoeksteen van het regeringsbeleid. The Economist noemt het de ‘heilige graal’ van de centrale bankiers. Is er een ‘natuurlijke’ werkloosheid, die in balans is met inflatie? Hoe hoog? Wat is het verband met inflatie en wat met de receptie van technologische innovatie? Breekt innovatie werkgelegenheid af en wordt de ongelijkheid er groter door? De contradicties zijn groot en talrijk: in de wereld der inspecties (NVWA, arbeidsinspectie, etcetera) bestaan tekorten in mankracht, de zorg heeft eveneens tekorten op talloze plekken. Zonder vrijwillige mantelzorg loopt het systeem vast, roepen gezagsdragers. Er lijkt werk te over: maar voor welk werk willen we wat betalen?

Sociale zekerheid/ontslagrecht
Sociale partners strijden over ‘flexibilisering’: de ‘baan’ is ouderwets geworden, werk zal moeten worden gedaan en verdeeld in vluchtiger delen van fulltime banen. Die gedachte roept problemen op voor sociale zekerheid en het ontslagrecht: wie betaalt waarvoor bij ziekte van een werknemer en wanneer mag die zieke worden ontslagen?
Jarenlang is strijd geleverd door de arbeidersbeweging, is door de verzorgingsstaat secuur gebouwd aan de sociale zekerheid. Maar is die ineens overbodig, ook voor degenen, die daarvan afhankelijk zijn? De sociale zekerheid is in Frankrijk een vijand van werkgelegenheid. Is dat ook zo bij ons? Zijn de belanghebbenden bij sociale zekerheid misleid door hun belangenbehartigers?
De flexibele AOW is een boeiende deeldiscussie op de grens van sociale zekerheid en basisinkomen: de AOW is al een bestaansminimum en een lagere uitkering bij eerder stoppen gaat niet. Dan wordt een aanvullende bijstandsuitkering noodzakelijk. Het lijkt alsof in de hoofden een basisinkomen al bestaat.

Rechtvaardige Inkomensverdeling
De ongelijkheid in verdeling van inkomen en vermogen is door de studie van Piketty opnieuw geagendeerd. Speelt in de tendens naar toenemende ongelijkheid de centrale bank een rol? Na de crisis van 2008 is door de Fed en de ECB gekozen voor een milde, respectievelijk radicale vorm van monetair stimuleringsbeleid. Whatever it takes, zei Draghi. Het vergroten van de geldcirculatie stimuleert de economie, al heeft meer geld ook anti-egalitaire effecten. Het geld komt terecht bij de rijken, die rendement zoeken. Het bracht economen op het idee om bij elk huishouden een aantal bankbiljetten in de brievenbus te doen. Een bestedingsimpuls is niet altijd lichtzinnig.
De politieke vraag is: wat is een rechtvaardige verdeling? Het maakt verschil of je kijkt naar inkomen of vermogen. Maar in de VS is het beleid zeer gericht op het bevorderen van ongelijkheid: belastingverlagingen voor de rijken, afschaffing van belasting op erfenissen, beperking van sociaal beleid en gezondheidszorg.
In de EU is het minder extreem. Maar de wereld is klein en vol samenhangen: de kracht van de euro ten opzichte van de dollar heeft invloed op het ECB-beleid. Wij zullen opnieuw met elkaar in discussie moeten gaan over onze inkomensverschillen en de aanvaardbaarheid daarvan. En in hoeverre een minimum voor iedereen geldt. Een voorbeeld is het verschil vergrotende woonbeleid, terwijl de huurtoeslag degenen die daar last van hebben compenseert.

Fiscaliteit
De belastingheffing toont het probleem: de politieke aansturing deugt niet. De politieke fragmentatie toont zich in complexiteit en detailleringen, waarop geen adequate uitvoering meer valt te baseren. De toeslagen (huur/zorg) zijn rondpompen van geld.
Omgekeerd: als er een integraal beleid zou zijn, was een gemakkelijk te besturen belastingdienst een groot goed. Met fiscale signalen en tarieven zouden dan stuursignalen kunnen worden gegeven, die de samenleving zouden veranderen.
Daarvoor is natuurlijk allereerst eenvoud nodig: in het denken over de inkomsten die nodig zijn voor de taken van de overheid, maar ook eenvoud in de bestuurlijke organisatie: wie regelt wat, binnen welk aangelegd kader?  Je gaat er over of niet, zei Rutte. De centrale belastingheffing en de centraal gereguleerde inkomenspolitiek lijken moeilijk houdbaar. In de wereld is meer lokale en regionale belastingheffing en minder krampachtigheid over inkomenspolitiek. Daarover zouden we beter moeten nadenken.

Uitvoering
Beleid en uitvoering zijn gescheiden, zeggen we. Tegelijk zien we het parlement in discussie over vrijwel elk denkbaar detail in de uitvoering. De politiek moet richting aangeven, globaal kaders stellen. De ambtelijke organisatie moet middelen leveren voor de uitvoering. Het is een klassieke taakverdeling, die moeilijke kanten heeft.
De politiek denkt dat men overal over gaat (quod non), met gedetailleerde bemoeienis als complicerend gevolg. De ambtelijke organisatie is goed bij machte haar eigen belangen te dienen, dus te zorgen voor ingewikkeldheden en noodzakelijke werkgelegenheid voor ambtenaren. De combinatie van dit politieke misverstand en dit ambtelijke belang veroorzaakt de onbestuurbare complexiteit.
En wat doen we als de politiek even demissionair is? Wie mag ons dan een spiegel tonen? De politiek zal ons in ieder geval moeten toerusten met kennis en inzicht, waarmee het openbaar debat rationeel kan worden gevoerd en waarop de vooruitgang kan worden gefundeerd.

In ons programma voor 16 oktober hebben we als sprekers:

  • Het Belgische parlementslid Nele Lijnen, die een boek over het basisinkomen schreef;
  • De Directeur Generaal van SZW, Bernard Ter Haar die als ambtenaar durft te spreken over de materie die na de langdurige formatie nog vrijwel niet helder is besproken, terwijl de sociale partners zijn vastgelopen ;
  • De onderzoeker van het CPB, Wim Suyker, die vanuit zijn ervaring met beleidsdoorrekeningen, een oordeel geeft over onderzoek, mogelijkheden tot groter inzicht, alsmede het nut van ons onderzoekprogramma.

Het lijkt ons een middag die niemand mag missen. Opgeven kan hier.

Vond je dit artikel interessant? Lees alle artikelen van: Tom van Doormaal
Deel dit artikel

Er zijn nog geen reacties op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*