Vrouwen in topposities

#iemandmoethetdoen

Vandaag wordt in de Tweede Kamer gestemd over een motie om een vrouwenquotum in het bedrijfsleven mogelijk te maken. Nog steeds vind je veel meer mannen dan vrouwen in topposities, ook in het openbaar bestuur.

‘Iemand moet het doen,’ zei bondscoach Ronald Koeman vorige week tijdens een persconferentie. Aanleiding voor zijn uitspraak was dat voetballer Ahmad Mendes Moreira, tijdens de wedstrijd tegen FC Den Bosch, racistisch werd bejegend door Den Bosch-fans. De woorden ‘Iemand moet het doen’ maakten indruk op mij en houden mij nog steeds bezig. Ook in relatie tot de verbetering van de positie van vrouwen in het openbaar bestuur. Waarom waren zijn woorden zo doeltreffend? En is nu niet het moment aangebroken dat we iets gaan doen?
Als we de uitspraak #iemandmoethetdoen doortrekken naar het onderwerp ‘Vrouwen in de politiek’, is de urgentie nu zo helder dat we de volgende stap moeten nemen om de positie van vrouwen in het openbaar bestuur ook daadwerkelijk te verbeteren. Stappen die de politieke partijen gaan beïnvloeden. Stappen die de selectiecommissies een duidelijke opdracht gaan geven. Stappen die tot de gewenste verandering – meer vrouwen in het openbaar bestuur – gaan leiden.

Medeverantwoordelijk
Allereerst tonen zijn woorden dat je verantwoordelijkheid neemt. Koeman heeft door deze uitspraak inhoud gegeven aan zijn positie als bondscoach. Het woord ‘doen’ toont aan dat er een handeling moet volgen. Daarnaast is het woord ‘iemand’ interessant, want wie is ‘iemand’? Voor mij is ‘iemand’ de persoon die zich medeverantwoordelijk voelt voor de ontstane situatie en in de positie is om aan de situatie iets te veranderen. Daarin hebben we allemaal een verantwoordelijkheid. Als volksvertegenwoordiger, bestuurder, wetenschapper, activist of gewoon als ‘betrokken burger’.

‘We hebben inmiddels voldoende wetenschappelijk materiaal waaruit blijkt dat het aantal vrouwen in het openbaar bestuur niet vanzelf groeit’

We hebben inmiddels voldoende wetenschappelijk materiaal waaruit blijkt dat het aantal vrouwen in het openbaar bestuur niet vanzelf groeit. Nog meer onderzoek doen en nog meer bijeenkomsten organiseren is voor het bewijzen van de ernst van het probleem niet meer nodig. Het is nu tijd dat er iemand opstaat in de Tweede Kamer en de stap neemt om de verandering in gang te zetten.

Wettelijk
In 1918 was het Kamerlid Henri Marchant die het wetsvoorstel indiende dat ervoor zorgde dat op 9 mei 2019 de Tweede Kamer met vrouwenkiesrecht heeft ingestemd. Het zou toch geweldig zijn als in 2019, 100 jaar later, een Kamerlid zijn voorbeeld volgt en een voorstel indient voor een wettelijk vrouwenquotum in het openbaar bestuur.
Vandaag vindt in de Tweede Kamer de stemming plaats over een motie om een vrouwenquotum in het bedrijfsleven mogelijk te maken. Aanleiding hiervoor is het SER-advies om een bindend vrouwenquotum in te voeren bij de raad van commissarissen van beursgenoteerde bedrijven. Streefcijfers hebben namelijk niet bijgedragen aan het aantal vrouwen in topposities.
Heeft u interesse in dit onderwerp? Kom op 9 december naar de speciale middag over 100 jaar Vrouwenkiesrecht, georganiseerd door de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) in Filmhuis Den Haag! Het evenement is openbaar en gratis, wel graag aanmelden!

Deze bijdrage is ook gepubliceerd op de website van de ROB.

Vond je dit artikel interessant? Lees alle artikelen van: Huri Sahin
Deel dit artikel

Er zijn nog geen reacties op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*