Warmtenetten: beter onderbouwde keuzes en beter toezicht


Gemeenten spelen de hoofdrol bij het verduurzamen van wijken, zij voeren de regie. Voor veel gemeenten is dit nieuw. Besluiten die ze nu nemen, hebben ingrijpende gevolgen op de korte en de lange termijn, voor burgers en bedrijven, maar ook voor de duurzaamheid.

In het kort:
Gemeenten krijgen de regie bij de warmtetransitie. Voor de meeste gemeenten is dit een nieuwe rol.

Boekhoudregels, een gestandaardiseerde maatschappelijke kosten-batenanalyse voorafgaand aan een warmteproject en een objectieve technologiecatalogus dragen bij aan de kwaliteit van lokale besluitvorming.

Samen met boekhoudregels dragen deze instrumenten bij aan transparantie die het toezicht op de tarieven ontlast.

Voor gemeenten is het nu lastig om projectvoorstellen goed te beoordelen omdat er weinig inzicht is in kosten en tarieven. Er zijn wel modellen, maar die wijken meestal flink af van de werkelijkheid. In het buitenland, zoals in Denemarken, zijn er effectieve tools die gemeenten helpen om het beste alternatief te kiezen. Deze tools kunnen ook gebruikt worden om de landelijke toezichthouder te ontlasten. In dit stuk geeft TNO een korte inleiding op deze tools, en hun ondersteunende functie in de regulering.

Boekhoudregels en kostengebaseerde tarieven
Volgens het voorstel van de nieuwe Warmtewet, de Wet Collectieve Warmtevoorziening (WCW), krijgt Nederland, net zoals veel andere landen, ‘kostengebaseerde’ tarieven voor stadsverwarming. Dat betekent dat de totale kosten van de warmtevoorziening bij elkaar worden opgeteld en worden doorberekend in de tarieven van de gebruikers. Deze tarieven weerspiegelen dus de kosten, eventueel aangevuld met een redelijk rendement, en niet meer dan dat.

‘Boekhoudregels maken kosten transparant’

Om te beoordelen of de kosten redelijk, nuttig en noodzakelijk zijn, zijn specifieke boekhoudregels voor warmtebedrijven essentieel. De landelijke toezichthouder stelt deze meestal vast. Ze geven bijvoorbeeld aan hoe bedrijven kosten aan de verschillende posten moeten toewijzen, wat afschrijvingstermijnen zijn en hoe hoog de toegestane rendementen zijn. Ze zorgen er ook voor dat warmtebedrijven alleen de kosten van de warmtevoorziening kunnen doorberekenen en daar geen andere kosten bij kunnen betrekken. Boekhoudregels maken kosten transparant. Indien de kosten voldoende gedetailleerd en gedifferentieerd zijn, worden verschillende projecten vergelijkbaar.

Technologiecatalogus
Een openbare technologiecatalogus geeft iedereen inzicht in de kosten van verschillende technieken. Dat is van onschatbaar belang. Alle mogelijke partijen, zoals gemeenten, de landelijke toezichthouder en burgercoöperaties, kunnen deze catalogus dan gebruiken als indicator voor de kosten van netten.
Denemarken heeft zo’n catalogus. De Deense toezichthouder Danish Energy Agency stelt deze op objectieve wijze vast met de hulp van (inter)nationale experts. Ze wordt regelmatig bijgehouden en vernieuwd.

‘De kosten van technieken bij warmtenetten zijn weinig transparant’

De catalogus beschrijft de kosten, levensduur en specificaties van verschillende technieken en onderdelen van warmtenetten. Ook bevat ze gegevens in over toekomstige prijzen van brandstoffen, elektriciteit en de kosten van externe effecten van technieken, zoals CO2 uitstoot.
Juist in Nederland voegt een dergelijke catalogus veel toe, omdat de kosten van technieken bij warmtenetten weinig transparant zijn. Er zijn wel kostenkentallen in bestaande modellen, maar vaak is onduidelijk waar de kosten dan vandaan komen en hoe ze zijn ingeschat. Een algemeen en objectief overzicht van de kosten en specificaties van verschillende technieken stelt gemeenten en anderen in staat om voorgestelde projecten goed te beoordelen.

Sociaal-maatschappelijke analyse
Gemeenten zijn veel beter in staat om voorgestelde oplossingen voor de warmtevoorziening te beoordelen en vergunningen te verlenen, als de maatschappelijke kosten en baten van concrete projectvoorstellen worden afgewogen volgens een vast format dat overal wordt gebruikt.

‘Ieder energiesysteem is anders’

Denemarken kent een format voor een dergelijke sociaal-maatschappelijke analyse. Aanvragers van een vergunning dienen deze analyse uit te voeren voor het gevraagde project en voor een alternatief, bijvoorbeeld met warmtepompen. Dat vergemakkelijkt de besluitvorming van de gemeente. Aan de hand van het format kunnen zij het voorgestelde projecten onderling en vergelijken, met projecten elders, en met de technologiecatalogus. Zo wordt de kwaliteit van de besluitvorming en van de projecten bevorderd.

Ontlasten van het toezicht
Toezicht op de kosten, tarieven en duurzaamheid van warmtevoorzieningen is complex. Ieder energiesysteem is anders, met andere bronnen, andere (groepen) gebruikers met andere voorkeuren, andere verhoudingen tussen elektriciteit en warmte, andere opslagmogelijkheden, andere netten (hoge of lage temperatuur), andere bevolkingsdichtheden en dergelijke. Volgens het ontwerp WCW houdt de Autoriteit Consument & Markt (ACM) toezicht op de tarieven en de duurzaamheid. Het lijkt echter vanuit bemensing en expertise ondoenlijk om vanuit Den Haag voor duizenden systemen de beste prijzen, duurzaamheid en andere voorwaarden te bepalen. Het staat ook ver af van de burgers. De gemeente kan een belangrijke rol spelen in de selectie aan de voorkant, en voorkomt daarmee veel werk voor de toezichthouders.

‘Alleen als er iets aan de hand is, grijpt de toezichthouder in’

Dit betekent dat gemeenten bij nieuwe projecten als eerste afspraken maken over de hoogte van de tarieven en de duurzaamheid. Dat gebeurt bijvoorbeeld in Denemarken. De sociaaleconomische analyse wordt ingezet bij de selectie van het project door gemeente; hierdoor wordt het project dat sociaaleconomisch optimaal is gekozen. De technologiecatalogus wordt ook gebruikt bij de selectie van het warmtenet, door externe vergelijking mogelijk te maken. Met behulp van de uniforme boekhoudregels is er transparantie van kosten. Een ieder (gemeente, bewoners, bedrijven) kan hierdoor controleren of de geplande en gemaakte kosten redelijk zijn.
Het nationale toezicht controleert slechts of de opgegeven kosten op de juiste manier zijn geclassificeerd en op de juiste manier zijn opgeteld tot tarieven. Alleen als er iets aan de hand is grijpt deze toezichthouder in. Dat is bijvoorbeeld zo als de kosten ver boven gemiddeld zijn, of als de gemeente of anderen, zoals bewoners, klachten hebben. Toezicht is dan mogelijk met relatief weinig arbeidskrachten.

De energietransitie versnellen
Gemeenten krijgen een belangrijke, maar ook nieuwe taak bij de energietransitie in de wijken. De kwaliteit van de besluitvorming kan sterk verbeteren door een goed inzicht in kosten, tarieven en externe effecten van projecten. Boekhoudkundige regels, een gestandaardiseerde sociaal economische kosten baten analyse voorafgaand aan de vergunningverlening en een openbare, objectief samengestelde technologiecatalogus zijn daarbij van grote waarde. Gemeenten, maar ook anderen, zoals burgercoöperaties, kunnen aan de hand daarvan goed onderbouwde besluiten nemen. Deze instrumenten versterken elkaar. Ze maken de voor- en nadelen van verschillende opties duidelijk. Bovendien kan iedereen weten waarop de tarieven zijn gebaseerd. Dat kan het vertrouwen van burgers versterken. Zo versnelt de energietransitie.

Vond je dit artikel interessant? Lees alle artikelen van: Annelies Huygen Jacob Janssen
Deel dit artikel

Er is 1 reactie op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*

    ">Bert v. H. Energie
    Dir., eig..

    laten we samen voor internat. vrijheid en democratie eens naar vrije energie kijken en dat vsrder uitwerken en toepassen !!!

    07 feb 2024