De grenzen van online dienstverlening


Online dienstverlening maakt het mogelijk om onafhankelijk van tijd en plaats zaken te doen met de overheid. Althans, lange tijd was dit alleen waar binnen Nederland. Maar sinds 2014 is er een speciale registratie voor mensen die niet in Nederland wonen, maar wel een relatie met de Nederlandse overheid hebben of hadden, de registratie niet-ingezetenen (RNI). Goed geregeld en perfect voor Nederlanders in het buitenland, zou je denken.

Ook Johan heeft nog een relatie met de Nederlandse overheid, al woont hij in Duitsland. Zo moet hij bijvoorbeeld zijn inkomstenbelasting opgeven bij de Belastingdienst. En zo zijn er meer redenen waarom hij zijn zaakjes graag netjes op orde houdt. Als Johan inlogt met DigiD op mijnoverheid.nl, ziet hij dat zijn gegevens niet meer kloppen. Hij belt met de helpdesk om te vertellen dat zijn paspoortnummer niet meer klopt. Johan vertelt dat de vrouw aan de helpdesk zegt: “Ik weet niet waarom u daar een probleem van maakt.” Zijn gegevens zijn bevroren en worden geactualiseerd als hij terug naar Nederland zou komen. “Raar”, denkt Johan.

‘Je moet eerst weer in Nederland wonen voordat nieuwe gegevens verwerkt worden’

Er zijn zo’n twee miljoen mensen die net als Johan in Nederland hebben gewoond en zijn geëmigreerd. Hun gegevens, die eerst door de gemeente werden bijgehouden, worden gekopieerd naar de RNI. En dan wordt nog maar een deel van die gegevens bijgehouden. Als je een akte opstuurt, omdat je gehuwd bent of een kind hebt gekregen, wordt die niet verwerkt. Het enige dat bijgehouden wordt, is dát er nieuwe gegevens zijn. In mijnoverheid.nl worden de oude gegevens weergegeven. Zelfs langskomen is geen oplossing. Je moet eerst weer even in Nederland wonen voor die gegevens verwerkt worden.

En daar baalt Johan van, want die basisregistratie is belangrijk voor bijna al zijn contacten met de overheid in Nederland. En hij vindt het ook onduidelijk. Want zijn adres wordt weer wel bijgehouden. En daar heeft hij soms ook wat aan, zoals sinds kort bij de verkiezingen. Maar soms ook weer niet. Waar bijvoorbeeld voor inwoners elk jaar het adres en of u nog leeft wordt doorgegeven aan de pensioenfondsen, moet Johan elk jaar een “bewijs van in leven zijn” naar zijn pensioenfonds opsturen. Terwijl niet alleen adres, maar ook “in leven zijn” iets is dat juist wel bijgehouden wordt voor mensen die geëmigreerd zijn.

Sinds 2017 moet iedereen digitaal zaken kunnen doen met de overheid. Maar waarom Nederlanders in het buitenland, zeker als die netjes hun gegevens bijhouden en jaarlijks hun belastingaangifte doen, dan niet?

*Deze column verscheen oorspronkelijk in het Financieele Dagblad op 8 juni 2019.

Stichting Kafkabrigade verzorgt ook masterclasses over digitalisering en behoorlijk bestuur. Klik hier voor meer informatie.

Vond je dit artikel interessant? Lees alle artikelen van: Arjan Widlak
Deel dit artikel

Er zijn nog geen reacties op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*