De politie als boeman of beste vriend

Over treitervloggen, gefrustreerde agenten en normbeelden

Politieman Frank de Vetter zette begin december 2016 een hartekreet op Facebook. Hij was het zat om nog langer ‘het pispaaltje’ van de Nederlandse samenleving te zijn. Spreekt de politie iemand aan op veel te hard rijden, krijgen agenten meteen een grote mond. Alsof alle dienders slecht getraind zijn, een nekklem leggen of gevoelige informatie aan criminelen doorverkopen. Binnen een mum van tijd kreeg de gefrustreerde politieman 21.000 likes en werd hij zelf nationaal nieuws.
Het is inderdaad opvallend hoe snel de politie die ooit je ‘beste vriend’ was, lijkt te zijn veranderd in het afvalputje van Nederland. Maar misschien komt deze verschuiving juist omdat de politie je beste vriend wilde zijn. Dat doet afbreuk aan overheidsgezag en dan ontstaat er op den duur zoiets als ‘treitervloggen’ (nota bene het woord van 2016!): jongelui die de politie dwarszitten, dat filmen en het resultaat daarvan op Youtube of Instagram plaatsen. Maar het zijn niet alleen uitdaagde pubers die de politie een slechte naam bezorgen. Sociaal­wetenschappelijk onderzoek naar politiecultuur doet al jaren niet anders. Hoe terecht is die negatieve beoordeling?

Cop culture
Om te beginnen valt op dat het standaardbeeld van de politie in de wetenschappelijke literatuur sterk wordt gekleurd door Noord-Amerikaanse analyses van cop culture: ‘het complexe samenspel van waarden, houdingen, symbolen, regels, voorschriften en praktijken die ontstaan in reactie op de eisen en situaties waarmee politiemensen in hun werk worden geconfronteerd en die door hen geïnterpreteerd worden met behulp van de cognitieve kaders en oriëntaties die zij, mede op basis van eerdere ervaringen, bezitten’.

‘Het is opvallend hoe snel de politie die ooit je ‘beste vriend’ was, is veranderd in het afvalputje van Nederland’

Deze politiecultuur zou worden gekenmerkt door het besef van een belangrijke maatschappelijke missie, een zeker cynisme en pessimisme over de wereld, een cultus van mannelijkheid en machismo, sociaal isolement, wantrouwen tegen iedereen die niet bij de politie zit, hechte onderlinge solidariteit en anti-intellectueel pragmatisme. De gevolgen laten zich raden: politie­mensen nemen een vijandige houding aan jegens burgers, excessief geweld tegen donkergekleurde bevolkingsgroepen komt regelmatig voor en collega’s dekken elkaar in als er fouten zijn gemaakt. Bekend is dan ook het beeld van de bad cop, de Dirty Harry, dat nog steeds door Hollywoodfilms wordt gecultiveerd.

Nederlandse situatie
Wetenschappelijke studies van eigen bodem laten een ander beeld zien. In een themanummer van het Tijdschrift voor Veiligheid over politiecultuur komt een waaier aan bijdragen voorbij. Wellicht is het gebruik van ‘normbeelden’ daarbij gelukkiger dan het begrip cultuur, omdat zulke beelden meer recht doen aan de weerbarstigheid, veelkleurigheid en flexibiliteit van het politiewezen. De ene diender is de ander niet. Dit wordt bijvoorbeeld duidelijk uit het idee van de plattelandspolitie dat zij ‘tweederangs’ agenten zijn ten opzichte van de stadspolitie die veel spannender dingen meemaakt.

‘Het vertrouwen in de Nederlandse politieorganisatie heeft nog niet erg geleden onder treitervloggers of sensationele journalistieke berichtgeving’

Daar staat tegenover dat de politie in dorpen vriendelijker en competenter zou zijn, meer gericht op de-escalatie en het voorkomen van geweld. Althans, dat is de interpretatie die agenten er zelf aan geven. De politie wordt in de praktijk dus omgeven door verhalen en betekenissen die door de media worden geconstrueerd, maar ook voortvloeien uit de verbeelding van individuele dienders. Ze vertellen graag over hun heroïsche werk als crime figthers, terwijl nuchtere onderzoeken uitwijzen dat de politie het grootste deel van haar tijd kwijt is aan over straat surveilleren, assisteren bij ongelukken, op hulpvragen van burgers reageren en andere alledaagse (administratieve) klusjes.

Vertrouwen
Tot op heden heeft het vertrouwen in de Nederlandse politieorganisatie nog niet erg geleden onder treitervloggers, sensationele journalistieke berichtgeving of internationale wetenschap­pelijke publicaties. Integendeel, burgers hebben relatief veel vertrouwen in het politieapparaat vergeleken met bijvoorbeeld politieke partijen of religieuze instellingen. Het één-op-één vertrouwen in de politie na persoonlijke contact met burgers ligt ingewikkelder, al lijken hier niet meteen enorme problemen op te treden. Behalve dan dat bijvoorbeeld terug­koppeling na het doen van aangifte beter kan. Wel kunnen door de komst van sociale media allerlei suggestieve filmpjes over vermeend onprofessioneel politieoptreden zich als een olievlek over ieders smartphones en tablets verspreiden. Het zou inderdaad goed zijn als de Nederlandse politie hier gezagvoller tegenop treedt.

Literatuur

Vond je dit artikel interessant? Lees alle artikelen van: Ronald van Steden
Deel dit artikel

Er zijn nog geen reacties op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*