Politiek zou moeten beginnen bij hoe mensen echt zijn: soms sterk, vaak kwetsbaar. Niet bij het ideaal van de zelfstandige burger, maar bij de werkelijkheid van afhankelijkheid en verbondenheid. Echte politiek erkent dat autonomie tijdelijk is en bouwt systemen die mensen dragen, juist wanneer het leven schuurt of hapert.
Beeld: Pixabay
Achter elke politieke partij zit een idee over hoe mensen in elkaar zitten. Niet per se zoals ze werkelijk zijn maar hoe die partij denkt dat ze zijn, of hoe ze volgens die partij zouden moeten zijn. De VVD gaat uit van de zelfstandige burger die zijn eigen boontjes dopt en genoeg heeft aan zichzelf. GroenLinks-PvdA vertrouwt op de idealistische wereldverbeteraar. D66 rekent op de kritische, rationele burger en de SP verdedigt de solidaire arbeider.
Daaronder zitten vooronderstellingen over de toestand van de mens. Kort door de bocht genomen is dat bij de VVD een mens die continue krachtig en sterk is. Bij de GroenLinks-PvdA en ook bij D66, is dat een mens die tijd en zin heeft om te reflecteren op de toestand van de wereld, en daar mogelijk ook iets aan wil doen. En de SP vindt vooral dat mensen geholpen moeten worden omdat ze het zelf niet kunnen.
Mensen zijn nu eenmaal niet constant zelfstandig, rationeel of evenwichtig
Dit soort mensbeelden zijn vaak te simplistisch. Het zijn modellen waarop partijen hun beleid baseren maar ze komen zelden overeen met hoe mensen gedurende hun leven echt functioneren. Als je eerlijk kijkt naar hoe het leven werkelijk is, zie je iets anders. Mensen zijn nu eenmaal niet constant zelfstandig, rationeel of evenwichtig. We zijn vaak ook, en soms meer dan gewenst, kwetsbare wezens. Iedereen wordt afhankelijk geboren, en de meeste mensen eindigen ook in afhankelijkheid. Daartussen zijn er fases waarin de mens soms krachtig is, onaantastbaar en voor zijn gevoel de wereld naar zijn hand kan zetten, maar ook fases waarin het leven schuurt, hapert of gewoon te veel wordt.
Regie
Toch wordt in de politiek vaak gedaan alsof iedereen altijd de regie kan houden. Vooral sinds het neoliberalisme doorbrak, overheerst het idee van de burger als zelfstandig ondernemer van zijn eigen leven. Je moet kansen grijpen, investeren, groeien. Als je valt, had je beter moeten opletten. Als je hulp nodig hebt, moet je eerst bewijzen dat je het waard bent. De VVD heeft dit denken de afgelopen jaren consequent vertaald naar beleid. Onder het motto van ‘meer eigen verantwoordelijkheid’ kregen mensen steeds vaker te horen dat zij ‘aan zet’ zijn.
Het noemen van de VVD is van belang omdat deze partij grotendeels bepalend is geweest voor het politieke beleid van de afgelopen 15 jaar, en de huidige staat van de samenleving. Maar het VVD-mensbeeld geldt eigenlijk alleen voor een kleine groep: gezonde, hoogopgeleide, financieel stabiele mensen. Een groep die meestal maar tijdelijk bestaat, en dan vaak ook nog maar voor een beperkte fase in hun leven.
In afhankelijkheid
Terug naar hoe een mensenleven in Nederland er (gemiddeld) realistisch gezien uit ziet… We worden geboren in afhankelijkheid en brengen onze eerste jaren door in zorg en bescherming. In onze jeugd zoeken we houvast, leren we stap voor stap de wereld te begrijpen en worden we door schade en schande (hopelijk) enigszins wijs. Tijdens volwassenheid wisselen periodes van kracht, drukte en verantwoordelijkheid zich af met momenten van verlies, ziekte, en herstel. En richting het einde van het leven neemt onze kwetsbaarheid weer toe: lichamelijk, mentaal, emotioneel.
Ziekte, verlies, depressie, pech en ouderdom zijn geen uitzonderingen, maar vaste onderdelen van het leven. En ondertussen, of ondanks dat alles, proberen we zo goed als mogelijk te functioneren. ‘Wij zijn ons huilen inhoudende mieren,’ schreef filosoof Awee Prins ooit. Een treffend beeld van de gemiddelde toestand van de mens.
We komen pas echt tot bloei komen als er veiligheid en vertrouwen is in de samenleving
Een politiek die meer aansluit bij de werkelijkheid erkent dat menselijke autonomie tijdelijk is, geen constante. Dat mensen pas echt tot bloei komen als er voldoende veiligheid en vertrouwen in de samenleving aanwezig is. Zo’n politiek maakt andere keuzes – meer ruimte voor zorg, onderwijs, bestaanszekerheid en ademruimte. En ze slaat een andere toon aan: niet de taal van efficiëntie en prestatie, maar van menselijkheid, kwetsbaarheid en wederzijdse afhankelijkheid.
Tussen kracht en zwakte
De mens is geen op zichzelf staand eiland. We bewegen ons altijd ergens tussen kracht en zwakte, tussen autonomie en hulp, tussen zelf doen en gedragen worden. Een politiek die dat erkent, bouwt geen systemen voor supermensen, maar voor echte mensen. Echte politiek, of beter, een volwassen politiek, begint niet bij een ideaalbeeld of wensbeeld maar bij hoe het leven echt werkt.
Als we afscheid durven nemen van versimpelde verhalen over de mens, en de echte complexiteit van het leven als uitgangspunt nemen, als we erkennen dat we allemaal kwetsbaar zijn – soms sterk, soms zoekend – kunnen we bouwen aan beleid dat niemand laat vallen. Dat is geen zwaktebod, maar een krachtig signaal van volwassen politiek.


Geef een reactie