In Dick Schoof schetsen NRC-journalisten Lamyae Aharouay en Petra de Koning een onthullend portret van een onervaren minister-president die, omringd door politieke spanningen en ambtelijke kwetsbaarheid, probeert stand te houden in een kabinet dat al snel wankelt.
Beeld: Rijksoverheid/Martijn Beekman
De een loopt weg, de ander zoekt steeds ruzie
de voorzitter geërgerd, hamert af
berispt de eerste, geeft de tweede straf
de orde zoek, geen prettige conclusie.
Het tweede couplet van Circus Binnenhof, een gedicht van Hans Monnickendam, directeur Financieel-Economische Zaken bij het ministerie van Algemene Zaken, en onlangs gebundeld in Dicht op het Binnenhof slaat waarschijnlijk niet rechtstreeks op de vele, vaak tumultueuze debatten die de partijloze Dick Schoof voerde, maar de sfeertekening van de gevoerde Tweede Kamerdebatten met hem (en zijn kabinet) over migratie, stikstof en de rijksbegroting is behoorlijk accuraat. Althans afgaande op het door politiek verslaggevers Lamyae Aharouay en Petra de Koning van NRC geschreven Dick Schoof, waarin een deels bekend en deels nogal onthullend beeld wordt geschetst van een minister-president te midden van politiek ongenoegen, wantrouwen en onkunde. Ga er maar eens aan staan. En vooral ook: ga er maar eens als ambtelijk adviseur van een onervaren Schoof aan staan.
Rechtsstaat en veiligheid
Het verhaal over de ambtelijke loopbaan van Dick Schoof mag bekend worden verondersteld. Na zijn universitaire studie sociale geografie in Nijmegen werkte hij bij de Vereniging van Nederlandse Gemeente, het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, het ministerie van Justitie (twee perioden), de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid en de Algemene Inlichtingen en -Veiligheidsdienst. Een succesvolle carrière die leidde tot leidinggevende topfuncties bij de rijksoverheid. Maar dat is heel wat anders dan leidinggeven aan een deels onervaren kabinet (met nieuwkomers als BBB en NSC en met onderling gespannen verhoudingen).
Ondanks zijn 40 jaar ervaring als ambtenaar die zich had ‘ingezet voor de publieke zaak, voor de rechtsstaat en de veiligheid’ – zoals Schoof zich presenteerde bij zijn eerste Kamerdebat – over de regeringsverklaring – op 4 juli 2024 – lukte het hem niet de broodnodige stabiliteit binnen het kabinet te laten ontstaan. De bijna onvermijdelijke clash met Geert Wilders over – hoe kan het ook anders – migratie en het onvoorziene vertrek van NSC leidden tot de (dubbele) demissionaire status van het kabinet-Schoof maar dus ook tot een ernstige verzwakking van zijn positie.
Te controversieel
De vraag is of een meer ervaren minister-president met gezag, een politieke antenne en met meer politieke en ook ambtelijke steun bestand zou zijn geweest tegen alle onverwachte tegenkrachten en tegenslagen. Feit blijft dat Schoof na 11 maanden en 1 dag premierschap niet kan bogen op een geweldig trackrecord. Nederland had nog nauwelijks kennis kunnen maken – laat staan een oordeel kunnen vellen – of hij was alweer demissionair. Dat gun je niemand, maar zeker ook ons land niet dat in een lastige episode met de handrem erop nog het beste ervan probeerde te maken.
Veel dossiers, zoals op het terrein van migratie, klimaat, volkshuisvesting, fiscaal stelsel en stikstof, bleken te controversieel of complex waardoor stagnatie in beleid en wetgeving optrad. En visievorming – een veelgebruikt containerbegrip met elke keer een wat onduidelijke lading – was niet aan het kabinet en zijn leidsman besteed.
Worstelen
De twee “Binnenhofwatchers” Aharouay en De Koning laten Schoof in hun boek worstelen in en met zijn nieuwe functie. Dat doen ze op een min of meer schematische en anekdotische wijze, waardoor de rol van de ambtelijke top uit de verf komt. Hadden – naast woordvoerders en speechschrijvers die wel worden opgevoerd – zij niet ook een grote, in dit boek nauwelijks aan de orde komende, verantwoordelijkheid voor het stutten van deze minister-president? Hebben ze in dat opzicht gefaald of was er geen beginnen aan? Was er van meet af aan wel voldoende vertrouwen en respect over en weer?
Nu blijft het beeld van Circus Binnenhof een beetje hangen in dit heerlijk geschreven boek. Schoof en ook de figuur van partijloze minister-president verdienen te zijner tijd een meer genuanceerd en verdiept boek (en waarschijnlijk geeft hij daartoe zelf ook een aanzet; hij heeft immers aangegeven na zijn vertrek een boek over zijn premierschap te schrijven).
Lamyae Aharouay en Petra de Koning (2026): Dick Schoof, ISBN 9789492754752, 128 blz., prijs: 18,00 euro, uitgeverij Brooklyn, Amsterdam.


Geef een reactie