Welke rol kunnen kunst en cultuur spelen in de transities, de nieuwe wetten en de bezuinigingen in het sociaal domein? Sanne Scholten, directeur van het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) is optimistisch gestemd. ‘Het besef dringt door dat kunst en sport voor mensen van groot belang zijn om mee te kunnen doen in de samenleving’.
Gemeenten zoeken nog naar passende invullingen van de nieuwe rollen en functies van gemeentelijke (kunst)instellingen, aanbieders van zorg en welzijn, en van de burgers. Daarbij speelt de zoektocht naar antwoorden op actuele, complexe gemeentelijke vraagstukken een belangrijke rol.Nieuwe samenwerkingsvormen, integraal beleid en burgerparticipatie vragen om alternatieven voor de gebruikelijke oplossingen. Er ontstaan participatieve cultuurprojecten die passen bij de overgang van een verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving en naar de andere denk- en werkwijzen die daarbij horen. Uit onderzoek is bekend dat 6,4 miljoen Nederlanders in hun vrije tijd iets kunstzinnigs of creatiefs doen. Het vormt een goed aanknopingspunt voor het sociaal domein. ‘Er wordt al op diverse plekken gewerkt om kunst en cultuur in het sociaal domein in te zetten,’zegt directeur van het LKCA Sanne Scholten. ‘Er is echter veel meer mogelijk dan wat nu gebeurt. De incidentele aanpak kan structureel worden als we leren van elkaars ervaringen. De sportsector is daar al verder mee. Van sport weten we dat het gezond is, maar de cultuursector kan met vergelijkbare claims komen. Zo is uit Belgisch onderzoek gebleken dat cultuurdeelname leidt tot geestelijk welbevinden.’
Inspiratiegids
Het LKCA heeft daarom in samenwerking met Urban Paradox, VNG, FCP en Movisie een Inspiratiegids voor lokaal beleid ontwikkeld. Veertig burgemeesters, wethouders, raadsleden en gemeenteambtenaren van grote en kleine Nederlandse gemeenten delen in die gids hun positieve ervaringen met kunst en cultuur. Zij lichten toe welke rollen artistieke en culturele initiatieven kunnen spelen in actuele gemeentelijke vraagstukken. Het gaat om belangrijke thema’s: preventie, zelfregie en zingeving. De geïnterviewden ervaren dat het deelnemen aan cultuuruitingen als middel gezien wordt om individuen of groepen burgers zodanig te versterken dat zwaardere zorg of andere problemen uitgesteld of voorkomen kunnen worden. Mensen worden geactiveerd, er ontstaat sociale cohesie. Boven verwachting wordt zingeving heel vaak genoemd als een positieve uitkomst van het werken met kunst en cultuur in het sociaal domein. Op alle decentralisatieterreinen zijn positieve ervaringen te melden, de Inspiratiegids staat vol met voorbeelden. In het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is er onder meer Kunst op Recept voor mensen met psychosociale problemen. Met Kunst op Recept kunnen ze dingen doen waar ze blij van worden en waarmee ze anderen ontmoeten. Hierdoor zouden zwaardere vormen van zorg uitgesteld of zelfs vermeden kunnen worden. In het kader van de Participatiewet is er het reïntegratieproject KunstWerk voor iedereen met arbeidsondersteuning of bijstandsuitkering, met kunst als middel en werk als doel. De deelnemers ontdekken door middel van kunsteducatie en theater kwaliteiten bij zichzelf die kunnen helpen bij het vinden en behouden van werk. Voor jongeren zijn er talloze theatervoorstellingen over onderwerpen als drugs, comazuipen, onveilig vrijen, groepsdruk, criminaliteit of radicalisering die in een uit de hand gelopen stadium tot meer zorg en hogere kosten leiden.
We zijn een filter voor de professional en we verbinden mensen uit verschillende delen van het land, zodat ze ervaringen kunnen uitwisselen
Vaardigheden
Voor een effectieve inzet van kunst en cultuur is samenwerking tussen verschillende disciplines nodig. De reïntegratiedeskundige moet weten wat de kunstdocent kan, terwijl de kunstdocent moet leren dat hij in het sociaal domein andere vaardigheden nodig heeft dan in zijn gangbare praktijk. Scholten: ‘Als ze dat weten, kunnen ze samen uitvinden wat werkt en dat vervolgens gebruiken. We zijn een filter voor de professional en we verbinden mensen uit verschillende delen van het land, zodat ze ervaringen kunnen uitwisselen.’ De vraag is hoe je de beoogde doelgroepen bereikt, het gaat immers juist om mensen die in veel gevallen niet uit zichzelf naar kunst en cultuur grijpen. Samenwerking kan daarbij helpen. Scholten noemt als voorbeeld het programma Lang Leve Kunst, waarmee de afgelopen jaren zo’n 400.000 ouderen zijn bereikt. Het is ontwikkeld door het LKCA, Fonds voor Cultuurparticipatie, Fonds Sluyterman van Loo, RCOAK en VSBfonds, en wordt uitgevoerd in samenwerking tussen welzijnsorganisaties en kunstorganisaties. De welzijnssector heeft de contacten en kan de kunstorganisaties daarin meenemen. Zo’n samenwerking kan tot verrassende uitkomsten leiden, zoals een optreden van een groepje rappers in een verzorgingshuis. Kunst kan ook de integratie in de wijk bevorderen en het verenigingsleven kan daarbij een mooie rol spelen. Een voorbeeld daarvan is te vinden in Delfshaven, waar een zangkoor actief is gaan werven onder ‘nieuwe Nederlanders’ en op die manier aansluiting heeft gevonden bij de veranderde bewonerssamenstelling en daarbij tegelijk het eigen voortbestaan heeft verzekerd.
Projectsubsidies
De inzet van kunst in het sociaal domein wordt nu nog vooral gefinancierd met projectsubsidies, vaak van private fondsen zoals de Stichting DOEN, het Oranje Fonds en het VSB Fonds. Scholten: ‘Het zou goed zijn als het tot structurele subsidiëring vanuit reguliere budgetten komt. We zijn in Nederland heel goed in het opzetten van projecten, maar er wordt vervolgens te weinig structureel ingevoerd.’ Samen met een aantal andere organisaties heeft het LKCA in een brief aan de kabinetsinformateur daarom gepleit voor een integraal jeugd- en jongerenbeleid, inclusief cultuur en sport die allebei ‘stevig’ in het schoolcurriculum moeten worden verankerd. De brief bevat ook het pleidooi om ervoor te zorgen dat de voorzieningen voor cultuur en sport toegankelijk zijn voor gezinnen die in armoede of een achterstandspositie leven. Scholten legt uit waarom dat zo belangrijk is: ‘We moeten beseffen dat sport en cultuur onderdeel van het normale leven zijn. Participatie daaraan betekent het verschil tussen overleven en leven, of je nu lid wordt van de voetbalclub of op pianoles gaat. Kunst is meer dan de kers op de taart.’
www.lkca.nl/inspiratiegids
www.langlevekunst.nl
Geef een reactie