Wietse en zijn kompanen zien in bijna elke verspilling een onderneming. Regenwater is daar een voorbeeld van. Dus dachten zij: waarom maken we er geen bier van? Want regenwater spoelen we nu het riool in, terwijl dat het zuiveren van het rioolwater moeilijker maakt. Rioolwaterinstallaties werken het beste met vies water. En regenwater is zuiver water. Laten we er bier van maken, zodat elke slok, een slok bewustwording is.
En om te laten zien dat het kan zijn ze het zelf gaan doen. En het is betekenisvol, want niet alleen vang je het regenwater op, je bespaart ook het water dat tijdens de productie wordt gebruikt. Het initiatief verscheen in beleidsstukken en Wietse en zijn kompanen ontvingen prijzen. Maar Wietse wil geen innovatieprijs. Hij wil weten wat hij moet doen om dit grootschalig te mogen doen.
‘Blijvend gebrek aan duidelijkheid is een typisch probleem voor ondernemers in de circulaire economie’
En dat bleek een ontdekkingstocht op zichzelf voor Wietse. Consumptieartikelen worden gemaakt uit drinkwater. En drinkwater kan gemaakt worden van grondwater of oppervlaktewater. Maar wie hemelwater opvangt voordat het de grond raakt, heeft geen oppervlaktewater. Wanneer mag je er dan bier van maken? De regels aanpassen bleek niet te lukken. Een filtersysteem vraagt om certificering en het is niet duidelijk wanneer dat goed genoeg is. Nu onderzoekt hij of ook het brouwproces niet gezien kan worden als filterproces. Want tijdens het brouwen wordt water gekookt, door hop en korrels geperst en gegist. Kan het eindresultaat, het bier, niet worden getest op geschiktheid voor consumptie?
Blijvend gebrek aan duidelijkheid is een typisch probleem voor ondernemers in de circulaire economie. In wetten en regels schrijven we vaak middelen en definities die eigenlijk arbitrair zijn voor – bijvoorbeeld – voedselveiligheid. We doen alsof er maar één juiste oplossing is of alsof we de wereld kunnen overzien. Dat maakt het de innovatieve ondernemer niet makkelijk.
Maar je kunt belangrijke regels voor de veiligheid ook anders opschrijven: als een prestatie-standaard. Dat is een meetbare eis, zonder te beschrijven hoe dat moet. Bij een rem heb je het niet over een hand- of trommelrem, maar over de eis om binnen vijf meter stil te staan. Een rem, dat is wat daarvoor zorgt. Dat schept ruimte voor innovatie.
Sterker, misschien moeten we dit wel als criterium verbinden aan de regelgeving zélf. Dat maakt het werk van beleidsambtenaren niet makkelijker, maar wel interessanter en we sturen veel minder innovatieve ondernemers het bos in.
*Deze column verscheen oorspronkelijk in het Financieele Dagblad op 23 februari 2020.
Stichting Kafkabrigade verzorgt ook masterclasses over digitalisering en behoorlijk bestuur. Klik hier voor meer informatie.
Geef een reactie