Hoe moet ons land nu en in de toekomst bestuurd worden, onder welke voorwaarden en tegen welke prijs? Die vraag staat centraal in het nieuwe boek van Wim Voermans, hier besproken door Robbert Coops. Voermans is er niet gerust op dat het democratische gehalte van ons bestuur op peil blijft.
Hoogleraar bestuursrecht Wim Voermans is een graag geziene gast aan de vele talkshow-tafels waar vaak uitentreuren wordt gediscussieerd over de vorming van een nieuw kabinet en alle hobbels die daarbij moeten worden genomen. De toon van Voermans is daarin altijd opvallend luchtig, kritisch en gemakkelijk te volgen. Niet iedereen denkt daar trouwens zo over want toenmalig vicevoorzitter van de Raad van State Piet Hein Donner ergerde zich bont en blauw aan uitspraken van Voermans – die dat achteraf kwalificeerde als het gevolg van zijn eigen joligheid en ijdeltuiterij. Een pittige brief – die bijna met de reclamefolders was weggegooid! – volgde: ‘In het interview in Buitenhof afgelopen zondag meende u het standpunt van de Raad van State inzake het referendum en de intrekking daarvan te moeten toeschrijven aan de persoonlijke opvattingen van de vicepresident. Ik acht dit ongepast aangezien u daarmee, ongemotiveerd, de integriteit van de advisering van de Afdeling en van de leden van de Afdeling, met inbegrip van haar voorzitter, in twijfel trekt. Het getuigt er overigens ook van dat u weinig inzicht heeft in de wijze waarop een Hoog College van Staat functioneert, hetgeen ik voor een hoogleraar staatsrecht uiterst bedenkelijk vind’.
Open wond
Kennelijk veroorzaakten de uitspraken een open wond, Voermans had immers al vaker kritische standpunten ingenomen over het gezag van dit ‘hoogmogend college’. Hij werd sindsdien overigens nooit meer uitgenodigd op de Kneuterdijk in Den Haag waar de Raad van State is gevestigd. ‘Wel jammer, want ik kwam er graag: je kwam nog eens iemand tegen en je hoorde nog eens wat. Eigen schuld, dikke bult’, concludeert Voermans achteraf laconiek. Een vergelijking met Niccolò Machiavelli – die in Het land moet toch bestuurd worden vaak wordt aangehaald – gaat misschien wat ver, maar ook toen (Florence 1512) werd de auteur die een recept voor goed bestuur schreef hetgeen niet in goede aarde viel bij de machthebbers verbannen en zelfs gevangen.
‘Hoe moet ons land eigenlijk bestuurd worden?’
Het gaat in zijn nieuwste boek Het land moet bestuurd worden (een recente uitspraak van Mark Rutte) zeker niet alleen maar over het functioneren van hoge colleges van staat, maar over ‘die raadselachtige aard van ons bestuur en van onze polderbestuurders’. Daar is gelet op de politieke (en maatschappelijke) versplintering in ons land ook alle aanleiding toe. Hoe moet ons land nu en in de toekomst eigenlijk bestuurd worden en onder welke voorwaarden en tegen welke prijs? Voermans is er allerminst gerust op dat het democratisch gehalte van het bestuur op peil blijft. De politiek verdwijnt uit de politiek onder andere door het sluiten van akkoorden en dichtgetimmerde convenanten met vele partners, waardoor de speelruimte van de Tweede Kamer afneemt. ‘En met transparantie, openheid en openbaar bestuur – instrumenten waarmee burgers zich weer een plaats aan tafel zouden kunnen toe-eigenen – is het ronduit treurig gesteld in Nederland’. Er ontstaat zo een bestuurdersdemocratie in plaats van een burgerdemocratie.
Dienstverlenende onderneming
Daarbij komt dat de overheid zich steeds meer als een bedrijf ziet. De Rijksdienst voor het Vastgoed wijzigde bijvoorbeeld zijn naam in die van Rijksvastgoedbedrijf. En dat is illustratief voor een ontwikkeling die voortkomt uit het ideeëngoed van het New Public Management waarin de overheid wordt gezien als een vraaggestuurde dienstverlenende onderneming. Het leidde tot gedragscodes en good governance-richtlijnen waarmee Voermans de vloer aanveegt. ‘Te mooi om waar te zijn, en zeker te waar om mooi te zijn, dit boodschappenlijstje bestaande uit zeven open deuren’, zo vonnist hij de nauwelijks te volgen bezweringsformules van het kabinet die dan ook nauwelijks zullen leiden tot vertrouwensbevordering.
‘Het boek moet verplichte kost zijn voor eenieder betrokken bij de kabinetsformatie’
Het zeer leesbare en soms humoristisch toongezette boek van Wim Voermans is grondig gedocumenteerd – onder andere met een chronologisch overzicht van recente, door het kabinet niet nagekomen informatieverplichting aan het parlement en aan leden (zoals Pieter Omtzigt in de Toeslagenaffaire). Voor allen die betrokken zijn bij de huidige formatie zou het boek eigenlijk verplichte kost moeten zijn. Je hoeft het zeker niet helemaal met Voermans eens te zijn in zijn analyses en opvattingen, maar zijn waarschuwende woorden over de macht en functie van de overheidsmachinerie – met al haar instituties, organen, bevoegdheden – zijn raak.
Bibliografie
Wim Voermans (2021): Het land moet bestuurd worden; Machiavelli in de polder, uitgeverij Prometheus, Amsterdam, ISBN 9789044646856, 180 blz., 22,50 euro
Geef een reactie