In haar nieuwe boek trekt Caroline de Gruyter parallellen tussen de hedendaagse Europese Unie en het Habsburgse Rijk van weleer. Een leerzaam en boeiend werk, dat een veelal vergeten deel van Europa blootlegt, aldus Dave van Ooijen.
De Europese Unie is sinds haar oprichting betrokken bij een toenemend aantal conflicten. Niet alleen extern, zoals met Rusland, Syrië, Afghanistan en het voormalig Joegoslavië. Ook intern is het aantal conflicten gegroeid. Denk aan de eurocrisis, de Brexit, de bewaking van buitengrenzen en de conflicten met Polen en Hongarije over de onafhankelijkheid van rechters en media. Willen we deze conflicten begrijpen dan ontkomen we er volgens Caroline de Gruyter, sinds 1994 columnist en correspondent voor NRC Handelsblad, niet aan ons te verdiepen in het verleden. In haar nieuwste boek, Beter wordt het niet, weet zij scherp de dilemma’s en spanningen te duiden waar Europa tegenaan loopt. In het zeer lezenswaardige boek trekt ze paralellen tussen de Europese Unie en het Habsburgse Rijk. Net als tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog, toen er druk werd gespeculeerd over de ineenstorting van het Habsburgse Rijk, wordt ook nu gezinspeeld op het uiteenvallen van de Europese Unie. Maar klopt dit ook? Kan met de Europese Unie hetzelfde gebeuren als met het Habsburgse Rijk?
Habsburgse Rijk
Het Habsburgse Rijk heeft vele eeuwen bestaan. Net als de Europese Unie was het een interne markt en een douane-unie. Ook beschikte het over één munt. De interne markt besloeg het huidige Oostenrijk, Tsjechië, Slowakije, Kroatië en Hongarije in zijn geheel. Daarnaast bestond het uit delen van Italië (Lombardije en Venetië), Polen, Roemenië, Oekraïne en het voormalig Joegoslavië. De eerste Habsburgers waren ridders uit het gebied dat nu Duitstalig Zwitserland is. Langzaam breidden zij hun territorium uit, door veroveringen, huwelijken en allianties. Een tijd lang, van 1482 tot 1581, hoorden ook de Noordelijke Nederlanden bij het Habsburgse Rijk. Begin 16e eeuw bewoog het rijk zich meer oostwaarts, om te Hongaren te helpen het hoofd te bieden tegen te Turken. In totaal zou het Habsburgse Rijk zeshonderd jaar bestaan. Na opstanden in 1848 (Wenen, Praag, Boedapest) werden door keizer Frans Jozef, die in dat jaar als 18-jarige de troon besteeg, permanent hervormingen doorgevoerd. De belangrijkste was de hervorming van 1867. De centraal bestuurde staat werd in dat jaar omgevormd in een Dubbelmonarchie. Hongarije werd met Slowakije en delen van Roemenië, Kroatië, Oekraïne en Slovenië een koninkrijk met Frans Jozef als koning. Het westelijk Duitssprekende deel, waaronder Tirolers, Hongaren, Italianen, Tsjechen, Slowaken, Polen, Slaven en Oekraïners, bleef een keizerrijk met Frans Jozef als keizer.
Het Habsburgse bestuur
Als een ding duidelijk wordt uit het boek van De Gruyter, dan is het dat de wijze waarop conflicten in de Europese Unie worden opgelost erg veel lijkt op hoe conflicten in het Habsburgse Rijk werden opgelost. Het bestond uit tijd trekken, conflicten vermijden, permanent hervormen en sluiten van compromissen. Met ‘fortwursteln’, doormodderen, gaf het Habsburgse Rijk vele volken, talen en culturen een dak boven het hoofd. Het leven onder de Habsburgers was daardoor relatief veilig en voorspelbaar. Door de centrale ligging van Oostenrijk in het hart van Europa, had het Habsburgse Rijk niet de beschikking over natuurlijke grenzen, zoals bergen en brede rivieren. Om die reden had keizerin Maria Theresia (1717-1780) een afkeer van oorlogen. Oorlogen, zo leerde zij, kunnen gevaarlijk zijn voor een multinationaal rijk.
‘In het Habsburgse rijk kreeg nationalisme nauwelijks poot aan de grond’
Ook omliggende rivalen, zoals de Turkse sultan en de Russische tsaar hadden baat bij een rijk dat niet al te sterk was, maar toch min of meer stabiel bleef. Vandaar dat zowel keizerin Maria Theresia als keizer Frans Jozef (1848-1916) meer waarde hechtte aan beproefde methodes, zoals het uithuwelijken van dochters en nichten, het sluiten van akkoorden en verdragen en het permanent doorvoeren van hervormingen om tegemoet te komen aan bepaalde bevolkingsgroepen. Door de geopolitieke ligging had het Habsburgse Rijk niet alleen geen binnengrenzen, maar ook geen echte buitengrenzen. Er waren geen grensposten, laat staan grensbewaking. En hoewel het beschikte over een leger, waren binnen het leger alle nationaliteiten en taalgroepen gelijk. Dat betekende dat er niet één taal werd gesproken. Officieren en soldaten die dat wilden kregen les in andere talen. Het rijk kende een zekere gemoedelijkheid. Nationalisme kreeg nauwelijks poot aan de grond.
Poetin
Het Habsburgse Rijk had een uitgebreide handelsrelatie met Oost-Europese landen. Dat is tot op de dag van vandaag zo gebleven. Ook met Rusland heeft Oostenrijk nog steeds een bijzondere relatie. In geen enkel ander West-Europees land is Poetin meer welkom dan in Oostenrijk. Dat heeft niet alleen te maken met de Habsburgse geschiedenis en het feit dat Oostenrijk aan Oost-Europa grenst. Maar ook met de positie van Oostenrijk na de Tweede Wereldoorlog. Zo werd Oostenrijk na de bevrijding door de geallieerden in vier zones verdeeld. Een van die zones was een Russische. De Russen zijn uiteindelijk tien jaar in Oostenrijk gebleven. Pas in 1956 vertrokken de Russen. In Hongarije, alsmede in Polen, Tsjecho-Slowakije en andere landen, bleven ze. Ook uit Finland trok Rusland zich terug. Op één voorwaarde: dat die landen neutraal zouden blijven. Voor Rusland had dit als voordeel dat de NAVO niet één lijn van noord naar zuid door Europa zou kunnen trekken en een hard, strak front zou kunnen vormen tegen de Sovjet-Unie. Dat was de belofte die de Oostenrijkers, informeel, aan Moskou deden. En ze hebben zich daaraan gehouden. De Oostenrijkers zijn namelijk altijd bang gebleven dat het Rode Leger terug zou komen en ze hun neutraliteit zouden moeten opgeven. Het land werd pas in 1995 lid van de Europese Unie, toen het IJzeren Gordijn definitief was neergehaald. En van de NAVO is Oostenrijk nog altijd geen lid. Weinig Oostenrijkers willen dat ook. De geschiedenis en de bijzondere (geopolitieke) positie van Oostenrijk was ook de reden dat de Oostenrijkers een van de eersten waren die na de val van het IJzeren Gordijn de handel met Oost-Europese landen gingen uitbreiden. Het is ook de reden dat de grootste buitenlandse banken in Rusland Oostenrijks zijn.
Hongarije
Iets vergelijkbaars zien we met Hongarije. Zo was de Dubbelmonarchie (1867-1918) op zo’n wijze ingericht dat regionale problemen altijd in goede banen konden worden geleid. Binnen de Dubbelmonarchie had Hongarije (dat groter was dan het huidige Hongarije) vetorecht op veel terreinen. Zo blokkeerden zij Tsjechische wensen wanneer ze maar konden. Hongarije had veel van die rechten en autonomie zelf wel. Maar meer taalrechten voor de Tsjechen, vreesde men in Boedapest, kon de Roemenen en andere volken in het Hongaarse deel van het rijk op een idee brengen. Daarom blokkeerde Hongarije dit soort Tsjechische verzoeken.
‘Hongarije speelt de rol van kritische outsider, maar is in werkelijkheid een invloedrijke insider’
De ervaringen die Hongarije opdeed tijdens de Habsburgse periode zijn nog steeds terug te zien in het Hongaarse beleid, aldus De Gruyter. Zo is Hongarije, net als ten tijde van het Habsburgse Rijk, niet van plan uit de Europese Unie te stappen, maar gericht op het creëren van meer rechten en een uitzonderingspositie. Dat betekent dwarsliggen en dreigen met veto’s. Zo zijn ze dol op de rol van kritische outsider, terwijl ze in werkelijkheid een invloedrijke insider zijn. Ze gooien de kont tegen de krib, proberen hun speelruimte te vergroten, maar zorgen wel dat ze erin blijven. Want ze leven van de Europese Unie. Ze zijn nog steeds de grootste ontvangers van Europese subsidies.
Vergeten verhalen
Wat het boek van De Gruyter ons vooral leert en zo boeiend maakt, is dat het een vergeten deel over het ontstaan van de Europese Unie blootlegt. Met name over waar de spanningen in Midden-Europa vandaag komen. Het boek is geen doortimmerd traktaat over de overeenkomsten en verschillen tussen de Europese Unie en het Habsburgse Rijk. Meer een persoonlijk getint impressionistisch verhaal waarin De Gruyter op basis van gesprekken met Oostenrijkers op zoek gaat naar een antwoord op de vraag waarom, net als ten tijde van het Habsburgse Rijk, de Europese Unie werkt zoals het werkt. Dat is niet een superstaat waarin alles van bovenaf wordt bepaald en waarin steeds meer bevoegdheden worden overgedragen. Wat het met name laat zien is dat de Europese Unie een halffabricaat is waarin continu sprake is van conflicten, waarin voortdurend naar een balans tussen soevereiniteit en samenwerking wordt gezocht. Oplossingen waarbij iedereen voordeel heeft en waarmee iedereen kan leven. In die zin vind ik de pessimistische ondertoon in de titel (‘Beter wordt het niet’) het boek geen recht doen. Wat mij betreft zou ‘Een permanente metamorfose’ of ‘Uit weloverwogen eigenbelang’ een beter dekkende titel zijn geweest.
Bibliografie
Caroline de Gruyter, ‘Beter wordt het niet. Een reis door het Habsburgse Rijk en de Europese Unie’, De Geus, 243 pagina’s, € 22,50
Geef een reactie