Met de City Deal Zicht op Ondermijning brengen verschillende overheidsorganisaties relevante data samen om meer zicht te krijgen op patronen rondom ondermijning. De data in het dashboard van de zogeheten ‘Zicht op’ methode vormen een voedingsbron voor handelingsperspectief. Toine Dam, projectleider van Zicht op Ondermijning, spreekt met platform O over de methode, de grenzen van de methode en de potentie voor de toekomst.
Wat is Zicht op ondermijning?
“Zicht op Ondermijning” is een samenwerkingsverband tussen verschillende overheden dat is opgezet om via data beter zicht te krijgen op de aanpak van ondermijning. De data zijn afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en van andere bronnen en worden gecombineerd in het dashboard Zicht op Ondermijning. Het is een manier van fenomeen gedreven werken. Door de data van verschillende organisaties als het ware naast elkaar te leggen en te analyseren, verkrijg je inzicht in lokale criminele fenomenen. Hierdoor kun je de preventieve aanpak van ondermijning versterken’.
Hoe is Zicht op Ondermijning ontstaan?
‘Ondermijnende criminaliteit was en is nog steeds een groot probleem. Vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), enkele grote gemeenten en het CBS ontstond de vraag of de data van het CBS bij zouden kunnen dragen aan de aanpak van de ondermijning. Om vast te kunnen stellen of daar voldoende draagvlak voor was en of het haalbaar was, werd begonnen met een vooronderzoek en een kwartiermakersfase. Uit dat vooronderzoek bleek dat er voldoende vertrouwen was om dit als experiment concreet te kunnen gaan uitvoeren. Zo ontstond een convenant, voorzien van de nodige waarborgen en randvoorwaarden omdat het nieuw en nooit eerder gedaan was.
‘Geen woorden, maar data’
In 2017 begonnen we dus met een convenant van onze City Deal dat gold voor anderhalf jaar. In die tijd moest het gebeuren. Eigenlijk hebben we die periode met name gebruikt om commitment te creëren bij de verschillende deelnemende partijen en te bewijzen dat deze manier van werken écht werkt, in de hoop om het in de toekomst verder te kunnen uitbreiden. Die commitment was voor de slagingskans van het netwerk van essentieel belang. Zonder netwerk geen onderzoeksvragen, geen data en dus geen zicht op ondermijning.’
Dat lijkt me nog niet zo eenvoudig.
‘Nee, dat klopt. Het opzetten van een interbestuurlijk netwerk voor data-uitwisseling kost echt tijd. Het was belangrijk om alle partijen mee te krijgen, omdat het eindresultaat daarvan afhankelijk was. Iedereen die onderdeel uitmaakte van het netwerk is daarom meegenomen in alle stappen. Deze manier van werken zorgde wel voor een goede basis van vertrouwen en de mogelijkheid om te experimenteren. Maar goed, het zorgde er dus ook voor dat het lang duurde voordat we uiteindelijk de data hadden. Iedereen kan commitment uitspreken, maar alleen commitment is niet genoeg. Of zoals een van onze partners zei: geen woorden maar data.’
Inmiddels is Zicht op Ondermijning een succesvolle interbestuurlijke samenwerking, maar ik kan me ook voorstellen dat er grenzen aan de taakstelling van Zicht op Ondermijning zijn. Kun je daar wat meer over vertellen?
‘Precies in de data zit ook de limiet aan wat Zicht op Ondermijning kan betekenen voor de bestrijding van ondermijnende criminaliteit. Het CBS is een hele prettige partner met heel veel data, een bruikbare werkwijze, en goede privacytechnische voorzieningen, maar de beperking aan de samenwerking met het CBS is dat de data niet mogen worden gebruikt voor opsporingsdoeleinden. De data vormen een basis voor preventieve beleidsmaatregelen, maar je kunt niet echt per buurt of wijk een ondermijningsbeeld vormen. Dat was een beperking die we moesten respecteren, want zonder het CBS kan je wat wij nu doen, niet realiseren.
‘Als je de ene buurt bestempelt als een slechte buurt, ga je bewust of onbewust stigmatiserend werken’
Ook het gebruik van data van overheidsinstanties an sich, brengt een bepaalde beperking met zich mee. Het CBS is voor haar data afhankelijk van andere overheidsorganisaties. De data die aan hen worden geleverd, zijn data van afgehandelde zaken. Dit zorgt ervoor dat sommige data misschien een kwartaal oud zijn, maar andere data, zoals die van de Belastingdienst, twee jaar. En dat heeft een effect op de voorspellende waarde van de data. Het inzicht ontstaat eigenlijk pas later. Door in de toekomst de voorspellende analyses op basis van oude data structureel te maken, kunnen we wel trends in beeld gaan brengen.’
Het blijft moeilijk om op ondermijnende criminaliteit te bestrijden. Op dit moment wordt Zicht op Ondermijning met name gebruikt voor preventieve maatregelen. Hebben de data ook handhavend of repressief potentieel?
‘De politie kan data van het CBS niet expliciet gebruiken voor opsporing. Als we dat als doel zouden willen, zou het CBS nooit akkoord gaan met het gebruik van hun data. Dat is voor ons dus echt een no go zone. Er zijn wel andere manieren om handelingsperspectief te verbinden aan data. Je kunt de kenmerken – bijvoorbeeld kenmerken van panden die vaak worden gebruikt voor ondermijning – die in het dashboard naar voren komen, gebruiken om extra toezicht te houden. Ook zou je kunnen kijken waar het aantal stichtingen met één bestuurder onverklaarbaar toeneemt.
Als je weet waar de concentratie van criminaliteit zich bevindt, kun je daar extra op focussen. Die focus kun je op twee manieren aanbrengen: op een sociale manier en op een handhavende manier. De sociale manier is het versterken van de informatiepositie en investeren in preventieve maatregelen. De handhavende manier houdt in dat je de data op bepaalde doelwitten in de regio gaat projecteren en die echt gaat controleren.’
Is zo’n handhavende manier van handelen wel wenselijk?
‘Als je de ene buurt bestempelt als een slechte buurt, ga je bewust of onbewust stigmatiserend werken. Je vult het datasysteem met nieuwe data uit die ene buurt, terwijl er over een andere buurt nog niets staat. Dan krijg je eigenlijk een soort disbalans.’
Jouw ambitie ligt dus niet in het handhavende potentieel van Zicht Op Ondermijning. Waar ligt je ambitie voor deze manier van werken wel?
‘Ik zou eigenlijk graag willen dat deze methode ook wordt gebruikt voor de andere maatschappelijke vraagstukken die de overheid heeft. Ik zou de ‘Zicht op’ methode breder willen trekken. Met deze fenomeen gedreven manier van werken, kan je ook vraagstukken over bijvoorbeeld armoede beantwoorden met handelingsperspectieven. Je zou inzichten vanuit de verschillende maatschappelijke vraagstukken met elkaar kunnen verbinden, zodat er weer nieuwe en verdiepende inzichten ontstaan. Als we deze manier van werken verder zouden kunnen gaan ontwikkelen en integreren, dan zou ik dat een mooie vervolgstap vinden.’
Geef een reactie