Ter gelegenheid van het feestje had de oud-directeur voor het eerst in een jaar weer een mooie jurk aangetrokken. ‘Mijn kast hangt nog vol met representatieve kleren’, zei ze, ‘maar nu ik met pensioen ben …’. Ze keek er een tikje melancholisch bij. In de vrolijke salsa die we samen dansten was zij de leider en ik de volger, en ik geloof dat ik er meer van bakte dan zij, maar dat zegt natuurlijk niets over hoe zij leiding had gegeven aan een grote zorgorganisatie. Tijdens het dansen hadden we een vrolijk hupsend gesprek over wie ze zonder baan nog is, en hoe ze nu betekenis geeft aan haar leven. Ze vindt het heerlijk om niet meer zoveel verantwoordelijkheid te dragen. En ze gaat beslist géén vrijwilligerswerk doen in de zorg, verzekerde ze mij.
Het was het tweede gesprek in een paar dagen dat ik had over verantwoordelijkheid. Ook in het andere gesprek associeerde mijn gesprekspartner zijn leidinggevende rol – in dit geval hoorde er de titel CEO (Chief Executive Officer) bij – met ‘verantwoordelijkheid nemen’. Dat was zijn plicht, zo klonk erin door. We raakten in gesprek over de verantwoordelijkheid die een mens heeft in andere dan leidinggevende rollen. Ik opperde dat het directeurschap best een makkelijke rol is als het gaat om ‘verantwoordelijkheid nemen’, omdat iedereen begrijpt dat de directeur (of het afdelingshoofd) de besluiten neemt, de kaders aangeeft, visie heeft, goed moet zorgen voor de mensen en op het podium wordt gehesen als er iets moet worden gezegd. Kom maar eens om zoveel duidelijkheid als beleidsmedewerker, projectmanager, adviseur, management assistent of adviseur.
‘Hoe reageer je erop als iemand weinig zegt in een teamvergadering?’
Voor niet-leidinggevenden hangt veel meer af van de eigen inkleuring van wat je positie in een team is, hoeveel impact je woorden hebben en hoeveel verantwoordelijkheid je neemt of krijgt. Dat kwam naar voren in nog een derde gesprek over verantwoordelijkheid dat ik dezelfde week had. We zijn het als team Dialoog & Ethiek eens over onze visie en onze doelen, maar wie is nou waarvoor verantwoordelijk en hoe brengen we onze inspanningen bij elkaar om datgene teweeg te brengen waar we samen voor staan? Verantwoordelijkheid nemen, verantwoordelijk zijn, verantwoording afleggen – we spreken het zo vaak uit, alsof we precies weten wat het behelst. Maar het loont de moeite af en toe preciezer te kijken welke werelden erachter schuil gaan.
In verantwoordelijkheid zit het woord ‘antwoord’ besloten. Iets horen of zien en daarop reageren. Een voorbeeld. Je ontvangt als ambtenaar een rapport van de dienst van het Staatstoezicht op de Mijnen. Wat doe je daar mee, als individu of samen met je team? Of ik noem nog maar wat: iemand zegt weinig in een teamvergadering, hoe reageer je daarop? Toen ik directeur was, wist ik direct wat me daarmee te doen stond. In mijn huidige rol voel ik die impuls nog steeds, maar ligt een juist ‘antwoord’ minder voor het oprapen.
‘Als je het goed wilt doen, komt er van alles bij kijken’
Maar goed, laten we aannemen dat ieder mens ergens verantwoordelijk voor is. Je kunt ook zeggen: je hebt iets te doen, want dat komt op hetzelfde neer. Als je het goed wilt doen, komt er van alles bij kijken. Betrokkenheid, zelfvertrouwen, vertrouwen in anderen, realisme, plichtsbesef, loyaliteit, aanspreekbaarheid, dienstbaarheid en rolvastheid. Maar ook deugden als verstandigheid, moed, matigheid en rechtvaardigheid: de vier ‘kardinale deugden’. Bij verantwoordelijkheid zie ik een toegewijd mens voor me, die tijd neemt om met open ogen en oren alle perspectieven te onderzoeken en daarin zorgvuldig positie te kiezen. In Chinese boeken noemen ze dat wel ‘standvastigheid met de kracht van een merrie’. De merrie volgt de leider en leidt haar veulens; een krachtige balanceeract.
Duidelijke afspraken, functieprofielen, resultaatafspraken, competentietabellen, goede gesprekken en training kunnen ons ambtenaren individueel en collectief helpen om invulling te geven aan onze verantwoordelijkheden. Maar laten we er ook rekening mee houden dat er nog iets anders meespeelt. Een glimp daarvan komt tevoorschijn als mensen na een moedige daad zeggen: ‘ik kon niet anders’. En iedere keer dat je in een oogwenk weet wat je moet doen. Zulke antwoorden worden door je natuur ingegeven. Of omdat je zo grondig bent gevormd dat het voelt als volkomen natuurlijk, zoals een merrie die de leider volgt en haar veulens leidt.
*In de documentaire Seymour spreekt een oud-leerling de pianist Seymour Bernstein aan op zijn verantwoordelijkheid om op te treden. Seymour was daarmee op zijn vijftigste gestopt, onder meer vanwege podiumangst.
Geef een reactie