Over weinig issues bestaat in de politiek en wetenschap zo’n consensus als over de noodzaak de toeslagen af te schaffen. De discussies en polemieken lijken steeds meer te gaan in de richting van de invoering van een universele huishoudtoelage. Maar de voorstellen gaan niet ver genoeg: er is een bredere visie nodig, stelt Jan Soons.
D66 kwam, betrekkelijk kort nadat de ernst en omvang van de Toeslagenaffaire duidelijk werden, met een voorstel om de toeslagenproblematiek op te lossen.[1] In dit voorstel krijgt ieder Nederlands huishouden een uitkeerbare belastingkorting, dus ook diegenen die vanwege een gering bruto-inkomen per saldo geen loon-of inkomstenbelasting betalen. De hoogte van de uitkeerbare belastingkorting varieert met de huishoudsamenstelling. In ruil voor die universele belastingkorting vervalt de hypotheekrenteaftrek, wordt de arbeidskorting versobert en worden de inkomstenbelastingtarieven (IB-tarieven) iets verhoogd.
Universele huishoudtoelage
Het Instituut voor Publieke Economie publiceerde recent een voorstel tot invoering van een universele huishoudtoelage, waarbij alle heffingskortingen en toeslagen versmolten worden in een nieuw en ingewikkeld schijvenstelsel voor de inkomstenbelasting.[2] Inmiddels heeft de Tweede Kamer het Centraal Planbureau (CPB) om een doorrekening van dit voorstel gevraagd.[3]
‘Aan de Participatiewet lijkt niet te worden getornd’
Beide varianten beogen in eerste instantie slechts een oplossing te bieden voor de toeslagenproblematiek. Die ad hoc benadering betekent een gemiste kans om het belastingstelsel zodanig aan te passen, dat niet slechts de toeslagenproblematiek wordt opgelost, maar dat ook kwesties als de marginale belastingdruk bij werkenden tot aan modaal, de nare bijeffecten van de bijstand, de bureaucratie en de participatie-industrie geëlimineerd of gemitigeerd zouden worden. Aan de Participatiewet lijkt niet te worden getornd en dus blijft de roep om opheffing van het onderscheid tussen zij die participeren op de arbeidsmarkt en zij die dat om hen moverende redenen niet doen, onbeantwoord.
Eenvoudig en inclusief
Het voorstel van het Instituut voor Publieke Economie verschuift alle toeslagen en heffingskortingen naar een stelsel van maar liefst 15 IB-belastingschijven, qua hoogte = oplopend tot maximaal 88 procent in de middelste schijven. De calculerende burger zal meer nog dan thans berekenen wat een extra uur of promotie netto voor hem of haar betekent. Ik ben in dit kader benieuwd naar de uitkomsten van het CPB op deze variaties in marginale belastingdruk.
‘Participeren is geen plicht maar een recht’
Hoe mooi, maar vooral verstandig, zou het zijn als het husselen van toeslagen, schijven en belastingkortingen plaats zou maken voor een belastingstelsel dat eenvoudig en inclusief is. Het “draaien aan de knoppen” van belastingtarieven, kortingen, uitkeringen en toeslagen heeft de regering en Kamer al te lang beziggehouden. In een andere publicatie[4] pleitte ik voor de introductie van een Negatieve Inkomstenbelasting (NIB) naar het al in 1962, door Milton Friedman in zijn befaamde Capitalism and Freedom, ontwikkelde model.
Van plicht naar recht
Dit model, nota bene ontwikkeld door een van de grondleggers van het neoliberalisme, schittert door zijn eenvoud en, bewust of onbewust, draagt bij aan een inclusievere samenleving. Participeren op de arbeidsmarkt is in die visie geen plicht meer maar wordt een recht. In de visie van Friedman ontvangt iedere burger een belastingkorting, ongeacht de vraag of hij al dan niet een eigen inkomen heeft. Het bedrag van die zogenaamde verzilverbare heffingskorting zou dan even hoog zijn als het netto bestaansminimum, zoals door het Sociaal en Cultureel Planbureau (CPB) jaarlijks wordt vastgesteld. In het licht van de rapporten van de Commissie sociaal minimum[5] zou ter gedachtebepaling een bedrag van 1.500 euro voor een alleenstaande, 2.500 euro voor een paar en 250 euro per minderjarige een redelijke benadering zijn. In die eerdere bijdrage[6] vergeleek ik deze bedragen met het besteedbaar bedrag van een willekeurig gezin in de bijstand met twee kinderen (8 en 11 jaar) met een huur van 752 euro per maand. Zij beschikten in juli 2022 over een besteedbaar maandinkomen van 2.482 euro.
Alle kortingen vervallen
De totale kosten van invoering van zo’n NIB, ook wel ‘verzilverbare heffingskorting’ genoemd, zouden thans een uitgavepost betekenen van circa 240 miljard euro.[7] Dat is een astronomisch bedrag, maar wordt gedeeltelijk terugverdiend doordat álle belastingkortingen, uitkeringen, toeslagen en aftrekposten vervallen. Dat bekent een besparing in 2023 op aftrekposten en heffingskortingen ter grootte van 68 miljard euro en een besparing op uitkeringen en toeslagen van 83 miljard euro.[8]
‘Inkomensstress is de grootste oorzaak van gezondheidsklachten’
De ontbrekende 99 miljard kan gefinancierd worden uit de omvorming van het schijvenstelsel in de inkomstenbelasting naar een vlaktaks van 50 procent. De extra opbrengst becijferde het CPB op circa 50 miljard euro.[9] Hierbij moet bedacht worden dat de premieheffing volksverzekeringen vervalt, hetgeen leidt tot een extra besparing van circa 45 miljard euro. Verder moeten we acht slaan op het feit dat de AOW, vanwege de vergrijzing, steeds voor een groter percentage uit de algemene middelen gefinancierd moet worden.
Eenvoudig en uitvoerbaar
Het is ontegenzeggelijk een feit dat de garantie van een bestaanszekerheid een heel positief effect heeft op de zorgkosten en dus een, overigens niet te kwantificeren, miljardenbesparing zal opleveren. Inkomensstress is immers de grootste oorzaak van vooral psychische maar ook van veel psychosomatische klachten. Een soortgelijke besparing geldt ook voor de uitgaven voor justitie en veiligheid. In de criminologische wetenschap wordt algemeen aangenomen dat armoede een zeer belangrijke criminogene factor is. Voorts kunnen gemeenten fors besparen op uitgaven voor armoedebestrijding, controle op uitkeringen, aanvullende bijstand en de re-integratie-industrie.
Criticasters zullen wellicht nog een dekkingstekort vinden of veronderstellen. Maar in het hiervoor beschreven voorstel blijven de ondernemers en kapitaalverschaffers en andere vermogenden nog buiten schot. Een substantiële bijdrage aan de staatskas zou de grote vermogensongelijkheid[10] in ons land ook nog eens temperen. Recent pleitte ik in dit verband voor een uniform belastingtarief voor alle vormen van inkomen.[11]
Met het hiervoor beschreven voorstel tot invoering van een verzilverbare heffingskorting bereiken we een eenvoudig en gemakkelijk uitvoerbaar belastingstelsel. Maar minstens zo belangrijk is dat daarmee de relatie tussen werk en inkomen wordt doorbroken. Ook diegenen, die niet kunnen werken en/of zij die genoegen nemen met een basisbestaan, kunnen optimaal participeren in onze samenleving, ook als dat niet in de vorm van betaald werk is. Opheffing van het onderscheid tussen betaald werk enerzijds en mantelzorg en vrijwilligerswerk anderzijds draagt bij aan een broodnodige inclusieve samenleving. Daar komt een verzilverbare heffingskorting, op het niveau van een reëel bestaansminimum, volledig aan tegemoet.
Voetnoten
[1] Partijbureau D66, Een einde aan falende toeslagen, juni 2020.
[2] Van Dijk, J.J. Van de Ven, Y, Het einde van de toeslagen, Instituut voor Publieke Economie, 4 sep. 2023
[3] Volgens de website van het Instituut voor Publieke Economie.
[4] Soons, J. Negatieve Inkomstenbelasting als herverdelingsinstrument, Platform O, 31 januari 2023
[5] Rapporten Commissie sociaal minimum, Een zeker bestaan, juni en september 2023
[6] Zie noot 4
[7] Onder de aanname dat de helft van de 14 miljoen volwassenen alleenstaand is en ons land 3,5 miljoen minderjarigen telt.
[8] Miljoennota 2023.
[9] CPB, Doorrekening stelselherziening sociale zekerheids-en belastingstelsel FvD, februari 2020.
[10] IBO Vermogensverdeling, publicatie ministerie van Financiën, juli 2022.
[11] Soons, J, Uniform belastingtarief voor alle vormen van inkomen, platform O, oktober 2023.
Joop Böhm
UBI activist zegt
Net als Jan Soons heb ik gereageerd op het rapport “Het einde van de toeslagen” dat het Instituut voor Publieke Economie op 12 april 2023 publiceerde. Mijn reactie van 28 april jl. kunt u vinden op de website van de Vereniging Basisinkomen:
“Rapport: ‘Het einde van de toeslagen’. Een analyse van Joop Böhm
Het Instituut voor Publieke Economie kwam op 12 april uit met een rapport: ‘Het einde van de toeslagen’. Joop Böhm analyseert.
Het Instituut voor Publieke Economie kwam op 12 april jl. uit met een rapport: ‘Het einde van de toeslagen’. Jasper J. van Dijk en Yrla van de Ven deden daarin onderzoek naar de mogelijkheid toeslagen en heffingskortingen af te schaffen door de effecten ervan te verwerken in een onvoorwaardelijke toeslag. Ze publiceerden een samenvatting in hun artikel “Zo komen we van de toeslagen en heffingskortingen af.”
Het ziet er nu naar uit dat ze met hun publicatie “Zo komen we van de toeslagen en heffingskortingen af”, een belangrijke stap hebben gezet op het pad naar een Universeel Basisinkomen. Ze schrijven: Ons voorstel kan worden gezien als een gedachte-experiment, waarin wij het verband tussen de arbeidskosten van de werkgever en het geld dat de werknemer kan uitgeven eenvoudiger en begrijpelijker maken, maar tegelijkertijd de herverdelende werking van het huidige stelsel grotendeels intact te laten.
‘Rijken betalen niet meer belasting’
Ze zijn er daarom nog niet, want ze hebben namelijk de herverdelende werking van het huidige stelsel intact gelaten. Op 25 maart 2022 publiceerde het Cultureel Planbureau (CPB) het onderzoeksrapport ‘Ongelijkheid en herverdeling’, waaruit bleek dat het in Nederland met die herverdeling via belastingen slecht gesteld is. Of, zoals Tobias den Hartog het in het AD verwoordde: Nederlanders met hogere inkomens betalen helemaal geen groter deel van hun inkomen aan belasting. De hippe econoom Thomas Piketty beweerde het, vrijwel elke linkse politicus vermoedde het, maar nu heeft het Centraal Planbureau (CPB) het op schrift gesteld: nee, de rijkste Nederlanders betalen helemaal niet meer belasting dan mensen met een lager inkomen.”
Hybride basisinkomen
Verder schrijven Jasper van Dijk en Yrla van de Ven over ‘de inkomensonafhankelijke toelage, waarvan de hoogte enkel wordt bepaald door de gezinssamenstelling’. Ik vraag me af: Zou het niet beter zijn om gewoon uit te gaan van een huishoudtoelage die onafhankelijk is van de gezinssamenstelling? Zoals voorgesteld bij het Hybride Basisinkomen (HBI) Het monitoren van de gezinssamenstelling zal namelijk nogal wat voeten in de aarde hebben.
Faillissementen
Ik ben benieuwd waar de onderzoekers op uit zullen komen als ze ook de door het CPB geconstateerde fiscale misstanden hebben rechtgetrokken. Denk je eens in wat de samenleving erbij wint als zo‘n 64.000 ondernemers, die nog in hun maag zitten met onafgeloste coronaschulden, de fiscus kunnen laten weten: verreken die maar met ons basisinkomen (of negatieve inkomstentaks – NIT). En al die kleine en middelgrote boerenbedrijven die uit zorg voor natuurbehoud hun veestapel zullen moeten laten inkrimpen. Ook bij hen zal het basisinkomen zorgen voor een zorgeloos bestaan en faillissementen kunnen voorkomen. En dan heb ik het nog niet over al die overige voordelen die een basisinkomen biedt.
Joop Böhm, april 2023
Bron: Rapport: Het einde van de toeslagen — Instituut voor Publieke Economie (instituut-pe.nl).”
https://basisinkomen.nl/rapport-het-einde-van-de-toeslagen-een-analyse-van-joop-bohm/