Het debat rond de strafbaarstelling van illegaal verblijf deze zomer illustreerde een dieperliggend vraagstuk: wat betekent het anno nu om ambtenaar te zijn wanneer wet of wetsvoorstel en geweten elkaar lijken te raken? Politieke en maatschappelijke spanning concentreerde zich rond de vraag of het bieden van hulp aan mensen zonder verblijfsstatus strafbaar mocht worden. Daarmee kwam de spanning tussen wettelijke plicht en moreel kompas haarscherp in beeld.
Beeld: Pixabay
Tijdens een rondetafelgesprek met jonge, bevlogen ambtenaren dit voorjaar hoorde ik die vragen terug. De deelnemers vertelden openhartig over de spanningen die zij ervaren tussen loyaliteit aan beleid en hun persoonlijke overtuigingen. Hun oprechte betrokkenheid raakte me: zij voelen het hellende vlak waarop de democratische rechtsstaat zich soms bevindt. Hun zorg is geworteld in die betrokkenheid — juist dát maakt hun worsteling extra van betekenis.
Vier eisen
Ambtenaren dienen aan vier bekende eisen te voldoen: (1) inhoudelijke deskundigheid, (2) kennis van de democratische rechtsstaat (met inbegrip van de grenzen en de ruimte die het biedt), (3) kritisch en onafhankelijk adviseren en (4) loyaliteit aan de bewindspersoon in zijn ambt of functie (niet zozeer aan de persoon, dat is iets anders). Juist dat laatste roept spanning op.
Die spanning is niet nieuw. Stephan Steinmetz beschrijft in zijn recente boek De tien van den Haag (2025) hoe topambtenaren tijdens de Tweede Wereldoorlog moesten navigeren zonder regering, gewapend met slechts één richtlijn: blijf op je post tot aanblijven meer kwaad dan goed doet. Het verhaal over deze ambtenaren illustreert hoe cruciaal reflectie is. Wie geen afstand neemt, raakt verstrikt in het systeem. Reflecteren is geen luxe, maar een plicht: even uit het raam kijken en je afvragen — wat zijn we op de keper beschouwd nu eigenlijk aan het doen?
Moreel tekort
Ook recenter beleid laat zien hoe morele afwegingen kunnen verdwijnen achter technocratie. Naomi Woltrings zeer lezenswaardige studie De marktconforme verzorgingsstaat (2024) toont hoe beleidsmakers in de jaren negentig vanuit neoliberale logica regels ontwierpen. (Top)ambtenaren, politici en wetenschappers maakten allen onderdeel uit van één en dezelfde epistemische gemeenschap. Een gemeenschap waarin dezelfde denktrant dominant was en dezelfde taal werd gesproken. Daardoor ontbrak een echt kritische blik. De morele dimensie raakte uit zicht. Wat toen beleidsmatig werd gezaaid, oogsten we nu in de vorm van woningtekorten, zorgdruk en stagnerende solidariteit.
De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) spreekt in dit verband in zijn signalement Gezag herwinnen over een ‘moreel tekort’: het ontwijken van normatieve keuzes door terug te vallen op regels en procedures. Dat tekort raakt niet alleen uitvoerders maar ook wetgevers en beleidsmakers. Wie beleid maakt, kiest impliciet voor bepaalde waarden — of we die nu benoemen of niet.
Naar gedeelde kaders en samen leren
Morele dilemma’s zijn van alle tijden, maar komen in sommige tijden meer aan de oppervlakte dan in andere. Gelukkig staan individuele ambtenaren er niet alleen voor. Er is behoefte aan gedeelde beoordelingskaders. Die kunnen houvast bieden. De fundamentele waarden van de democratische rechtsstaat en de beginselen van goed bestuur maken daarvan onderdeel uit. Daarbij geldt: je bent pas echt bekwaam als je méér meeneemt dan vakkennis en regels alleen:
- kennis van de beleidsgeschiedenis van het dossier dat je onder je hebt;
- inzicht in de belangrijkste aannames en ideologische uitgangspunten, ongeacht of je die nu wel of niet deelt;
- interesse buiten je eigen ‘bubbel’; en
- het vermogen om tijd te nemen voor reflectie.
Dat geeft steun én maakt het mogelijk om moeilijke keuzes te objectiveren. Het zorgt dat de lastige vragen niet blijven kleven aan je persoon, maar breed kunnen worden besproken.
Werken als ambtenaar vraagt om vakmanschap, om een open blik en om de moed om af en toe stil te staan. En om het gesprek over inhoud, dilemma’s en kader met elkaar aan te gaan. Juist daardoor kan het publieke vertrouwen groeien en wordt het gezag van de overheid geschraagd.
Deze bijdrage is gebaseerd op de jaarrede van de auteur voor de Nederlandse Vereniging voor Wetgeving: Ambtenaar in tijden van morele dilemma’s.


Geef een reactie