Als liquidaties routine dreigen te worden


De afgelopen jaren schrok Nederland meermaals op van extreem crimineel geweld. Misdaadjournalist Paul Vugts schreef er het boek Afrekeningen. De onderwereldoorlog op straat en in de rechtszaal, 2012-2023 over. Lex Cachet bespreekt het werk op platform O.

Beginzinnen zijn vaak veelzeggend. Dat geldt ook voor de beginzinnen van het boek van Paul Vugts. ‘Een hoofd. Een los hoofd op de stoep. In de vroege ochtend van 9 maart 2016 ligt het afgesneden, bebloede hoofd van Nabil Amzieb op het trottoir voor waterpijpcafé Fayrouz.’ (p.9). Met die beginzinnen schets Vugts meteen tot wat voor absurde taferelen de afrekeningen tussen concurrerende criminele groepen de afgelopen jaren geleid hebben. Hij had ook kunnen kiezen voor de orgieën van geweld met automatische wapens (Kalashnikovs meestal) op drukke kruispunten, bij scholen, in woonbuurten of voor het droeve lot van onschuldige burgers die slachtoffer werden van dit onderwereldgeweld. De term vergismoord is inmiddels beter ingeburgerd in onze taal dan je zou wensen.

Status en geld
Heeft het eigenlijk wel zin om hier aandacht te schenken aan een niche, waar mensenlevens niet meer waard zijn dan de enkele (tien)duizenden euro’s waarvoor je een huurmoordenaar kunt inhuren? Zou je een dergelijke uithoek niet beter kunnen negeren, isoleren? Hoewel ik me die reactie wel kan voorstellen, denk ik toch dat er vanuit samenleving en bestuur goede redenen zijn om er wel aandacht aan te besteden.

‘Die criminele uithoek bestaat bij de gratie van de “normale” samenleving’

Allereerst moet worden vastgesteld dat Paul Vugts en een aantal collega’s, letterlijk met gevaar voor eigen leven (zie zijn nawoord; p.283 ev.) in beeld brengen, wat voor normale mensen anders onzichtbaar blijft. Een uithoek van onze samenleving, een subcultuur, waar normale regels niet of nauwelijks gelden. Een subcultuur waar alles moet wijken voor de zucht naar geld en status in de vorm van snelle auto’s en ‘verkeerde’ horloges of kleding. Maar, die uithoek bestaat wel bij de gratie van grote delen van de ‘normale’ samenleving. In het bijzonder die delen van de samenleving waar gebruik van soft- en harddrugs gebruikelijk is. Dat zijn, vrees ik, grotere delen van de samenleving dan veel mensen beseffen; denk bijvoorbeeld aan het dance- en partycircuit. Onder- en bovenwereld zijn, ook hier, wel degelijk met elkaar verweven.

Veel geld
In de niche die Vugts beschrijft – die van afrekeningen over en weer, vaak getriggerd door problemen rond de handel in drugs – gelden andere regels dan in de rest van de samenleving. Prestige en macht zijn er puur gebaseerd op geld, veel geld, en op geweld als er iets misgaat met dat geld. Ongeremd geweld! Alleen al de onderwereldoorlog die Vugts beschrijft en analyseert – niet de enige, wel de heftigste – telt een dertigtal dodelijke slachtoffers. Daarnaast zijn er dan enkele volstrekt onschuldige slachtoffers – de vergismoorden – en ‘omstanders’ die meer of minder ernstig gewond raken in het spervuur uit (meestal) automatische wapens.

Omerta
Het zal duidelijk zijn dat dergelijk extreem geweld tot grote maatschappelijke onrust leidt en dat een krachtige reactie van politie en justitie niet kan en mag uitblijven. Maar, in een veelal Marokkaanse subcultuur die gekenmerkt wordt door familierelaties en hechte vriendschappen en een eigen (straat)taal, is het opsporen en veroordeeld krijgen van verdachten allesbehalve eenvoudig. Het zwijgen heeft er veel van de beruchte omerta uit de bloeitijd van de Italiaanse maffia (cf. p. 231).
Overigens vaak ook uit puur lijfsbehoud. Toch moet er natuurlijk alles aan gedaan worden de daders van zulke extreme geweldsdelicten te bestraffen. Politie en justitie beschikken daarvoor over een breed scala aan opsporingsmiddelen (zie hoofdstuk 12). Dat de versleutelde PGP-telefoons van criminelen uiteindelijk toch gekraakt konden worden, heeft de laatste jaren veel bijgedragen aan opsporing en succesvolle vervolging (o.a. p. 141 en hoofdstuk 13).

Jeugdcriminaliteit
Aandacht voor wat er in deze criminele niche gebeurt, kan ook beeldvertekening voorkomen. Omdat veel uitvoerders in deze onderwereldoorlog jong zijn (overigens net als veel uithalers en plegers van aanslagen met explosieven) kan makkelijk het beeld ontstaan dat de algehele jeugdcriminaliteit uit de hand begint te lopen. Gelukkig is dat niet waar. Recent onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) laat zien dat de jeugdcriminaliteit in het algemeen juist daalt. De jonge daders van extreme misdrijven zijn uitzonderingen, geen regel. Bijna zonder uitzondering betreft het jongeren met ‘veelal rijkelijk gevulde strafbladen’, ‘intellectuele beperkingen’ en ‘waarschijnlijk gedragsstoornissen’ (p. 192). Dat ze door hun extreem gewelddadige gedrag onevenredig veel aandacht trekken, is begrijpelijk. Maar maatschappij en beleid moeten zich daar wel van bewust zijn.

‘Incidenten staan niet los van elkaar’

Wat tenslotte ook opvalt in de soms wel zeer gedetailleerde analyses van Paul Vugts is hoezeer de verschillende liquidaties of pogingen daartoe en de daders met elkaar verweven zijn. De aanleiding voor deze reeks liquidaties was een conflict tussen criminelen, die eerder met elkaar samenwerkten. Wat volgt is veelal wraak en weerwraak. Incidenten blijken niet los van elkaar te staan. Vaak komen dezelfde uitvoerders steeds weer in beeld. Over de opdrachtgevers voor liquidaties bestaan vaak wel goedgefundeerde vermoedens maar hun rol is moeilijk waterdicht te bewijzen. Liquidaties zijn, blijkt telkens in dit boek, allesbehalve spontane opwellingen. Integendeel. Het zijn zorgvuldig voorbereide operaties, waarbij veel gestolen auto’s, moderne technologie als PGP-telefoons en peilbakens en zelfs (gestolen) politiematerieel gebruikt worden (p. 188).

Gewenning
Vugts boek biedt veel meer dan hier in het kort kan worden weergeven: achtergrond bij het nieuws, beelden van schietpartijen die beklijven, een wereld die ‘gewone’ mensen niet kennen, dubieuze rollen van advocaten, de ergernissen van politie, OM en rechtspraak omdat ze zaken niet of niet volledig rond krijgen. En, zoals het een goede journalist betaamt, leesbaar en boeiend opgeschreven. Dat ik soms wat moe werd van de overdaad aan details doet daar niet wezenlijk aan af. Erger, maar zeker niet aan de auteur te wijten, is dat de eindeloze reeks moorden of pogingen daartoe bij de lezer tot een zekere gewenning, zo niet afstomping, dreigt te leiden.

Bibliografie
Paul Vugts, Afrekeningen. De onderwereldoorlog op straat en in de rechtszaal, 2012-2023, Uitgeverij De Kring, 2023.

Beeld: Cottonbro Studio

Vond je dit artikel interessant? Lees alle artikelen van: Lex Cachet
Deel dit artikel

Er zijn nog geen reacties op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*