Bekostiging gemeentelijke taken leidt tot ondoelmatige besteding overheidsgeld


Steeds meer overheidstaken worden door gemeenten uitgevoerd; die staan het dichtst bij de mensen en kunnen maatwerk leveren. De Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) constateert echter dat de huidige financiële verhoudingen zijn verrommeld. Door een opeenstapeling van inconsequente keuzes liggen betalen en bepalen niet meer bij dezelfde partij.

Het beleggen van taken bij gemeenten kan ertoe bijdragen dat de besteding van middelen aansluit bij de lokale voorkeuren. Het is dan wel van belang dat gemeenten een effectieve en efficiënte afweging van kosten en baten kunnen maken. Dit vereist dat er vooraf duidelijke politieke keuzes worden gemaakt. Uit de gemaakte keuzes, volgt de wijze van bekostiging.

 ‘De Rfv biedt een handvat voor het vertalen van politieke keuzes naar toekomstbestendig financiële verhoudingen’

Echter, de huidige inconsequente toepassing van de afwegingen leidt tot een ondoelmatige besteding van overheidsgeld. Gemeenten kunnen hun rol niet goed vervullen, wat leidt tot erosie van het draagvlak voor het (lokaal) bestuur. Er ligt hier een belangrijke opdracht voor het komende kabinet. Met zijn advies Eerst de politiek, dan de techniek biedt de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) een handvat voor het vertalen van de politieke keuzes naar een toekomstbestendig stelsel voor de financiële verhoudingen.

Afwegingen
Voor een effectieve en efficiënte afweging van kosten en baten gaat het om de volgende vragen:

1. Wat is de schaal van de opgave?
2. Is die schaal opgelegd door het rijk?
3. Hoeveel vrijheid hebben gemeenten in het bepalen van de uitkomsten van hun beleid?
4. In hoeverre zijn gemeenten vrij in het besteden van het beschikbare bedrag voor die taak?
5. Moeten gemeenten in dezelfde financiële uitgangspositie worden gebracht voor die opgave?

Voor de uitvoering van hun taken geven gemeenten ruim 56 miljard uit. De financiële verhoudingen bepalen hoe gemeenten deze taken kunnen bekostigen. Deze principes zijn voor het laatst vastgelegd in de Financiële-verhoudingswet (Fvw) van 1997. Nu, 20 jaar later, is er aanleiding om deze te herbezien; het takenpakket van gemeenten is ingrijpend gewijzigd, gemeenten zijn groter geworden en werken veel samen. Ook ontwikkelingen in de economische en demografische ontwikkelingen hebben gevolgen voor de kosten die gemeenten maken.

Verrommeld
De Rfv constateert dat de huidige financiële verhoudingen zijn verrommeld. Door een opeenstapeling van inconsequente keuzes liggen betalen en bepalen niet meer bij dezelfde partij. Zo stelt het rijk eisen aan hoe gemeenten hun algemene middelen moeten besteden binnen het sociaal domein, en moeten gemeenten de kosten van de veiligheidsregio’s ophoesten terwijl het Rijk daarvoor de normen vaststelt. Verder leidt de huidige bekostiging er toe dat gemeenten hun risico’s kunnen afwentelen op andere partijen. Er wordt regelmatig gewinkeld met andermans portemonnee. Daarnaast kregen gemeenten te maken met instabiele rijksuitkeringen.
De Rfv adviseert daarom de bekostiging van gemeentelijke taken tegen het licht te houden en consequent de afwegingen te maken. Consequente toepassing leidt tot andere keuzes, die beter aansluiten bij de maatschappelijke opgaven. Voor een gezond financieel beleid is het essentieel dat gemeenten kunnen beschikken over een stabiele en voorspelbare bron van inkomsten en zelf de kosten dragen voor hun eigen beleidskeuzes. Als het rijk de normen stelt dient zij ook de kosten te dragen. Hoe minder mogelijkheden gemeenten hebben de uitkomst van het beleid zelf te bepalen en er meer gelijkheid tussen gemeenten gewenst wordt, dus wanneer het rijk bepaalt dan dient het rijk ook te betalen. Zo is het recht op bijstand voor iedereen overal hetzelfde.

‘Indien het rijk voorschrijft hoe gemeenten budgetten in het sociaal domein moeten besteden, moet het zorgen dat gemeenten toereikend budget hebben’

De landelijke politiek bepaalt de normen en dient dan ook te betalen. Het rijk dient zorg te dragen voor een toereikend budget en een goede verdeling en de risico’s daarvan niet eenzijdig bij de gemeenten te leggen. Voor sommige kosten geldt echter gemeenten vrij zijn de uitkomsten te bepalen maar dat wel een gelijke uitgangspositie tussen gemeenten gewenst kan zijn. Voor deze taken moeten gemeenten dan een vrij besteedbare uitkering van het rijk krijgen. Een voorbeeld hiervan zijn de kosten voor infrastructuur: deze verschillen per gemeente door factoren waar de gemeente geen invloed op heeft. In de verdeling van het gemeentefonds wordt daar rekening mee gehouden.

Betere afweging
Voor de bekostiging van het huidige takenpakket van gemeenten leidt het opnieuw maken van deze afwegingen ertoe dat collectieve taken op een gemeentelijke schaal, zoals parken en zwembaden, het beste uit gemeentelijke belastingen kunnen worden betaald. De rijksbelasting kan dan omlaag. Dit draagt bij aan een betere afweging waar het belastinggeld aan wordt besteed.
De wens om de regionale economische ontwikkeling te stimuleren kan het beste worden geborgd door gemeenten te laten profiteren van de waardeontwikkeling van het onroerend goed in hun regio. Het plan is om de integratie-uitkering sociaal domein in de algemene uitkering op te nemen. Het is echter van belang dat de politiek zich rekenschap geeft van een aantal principiële keuzes. Indien het rijk gaat voorschrijven hoe gemeenten de budgetten in het sociaal domein moeten besteden, moet het rijk er ook voor zorg dragen dat de gemeenten beschikken over een toereikend budget voor die voorzieningen. Dit beperkt gemeenten immers in de mogelijkheden zelf de afweging te maken wat de meest doelmatige besteding van middelen is.
De raad pleit ervoor het afwegingskader wettelijk te verankeren, zodat het rijk zich bij zijn beslissingen verantwoordt volgens het principe Pas toe of leg uit! Het is aan de nieuwe minister van Binnenlandse Zaken om zijn of haar rol als verantwoordelijke voor de financiële verhoudingen op te pakken en een zorgvuldig proces te ontwerpen om te komen tot een toekomstbestendig stelsel. Het gaat daarbij niet alleen over de bekostiging van nieuwe taken, maar ook om de bekostiging van de huidige gemeentelijke taken. Met het vastleggen van de spelregels wordt de politiek niet de mogelijkheid ontnomen om politieke keuzes te maken, maar door de spelregels van de financiële verhoudingen te borgen ontstaat helderheid over de keuzes die gemaakt worden door de wetgever en wordt het draagvlak onder de financiële verhoudingen hersteld.

Vond je dit artikel interessant? Lees alle artikelen van: Gerber van Nijendaal
Deel dit artikel

Er zijn nog geen reacties op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*