Voor sommige gemeenten is burgerparticipatie nog een onwennig concept. Wij willen naar voren brengen dat ze burgerparticipatie zouden kunnen omarmen als een koninklijke weg naar beter beleid.
Eén ding moet daarbij worden vooropgesteld. De meeste gemeenten (en dat geldt ook voor hogere overheden) hebben een bestuurlijke top-down-cultuur ontwikkeld die niet zomaar te veranderen is in een bottom-up cultuur. Wie dit artikel als een eyeopener ervaart en er lering uit wil trekken, zal vervolgens stuiten op veel expliciete en nog meer impliciete weerstand. Ongeveer aldus: de gemeenteraad heeft het mandaat gekregen van de burgers om van alles te beslissen, dus burgers mogen wel hun mening geven over allerlei plannen maar meer ook niet, anders komt er helemaal niets meer voor elkaar.
Maar wat zou burgerparticipatie dan kunnen opleveren als je het een serieuze kans geeft? Als je burgers vanaf het prille begin bij ruimtelijke plannen betrekt, voorkom je dat ze worden geconfronteerd met uitgewerkte plannen waarmee ze meteen al in het defensief worden gedrongen. Zo hoeft er geen wedstrijd te ontstaan tussen het gemeentebestuur en betrokken burgers, waarvan de uitslag bij voorbaat bekend is. Je kunt zo’n vruchteloze wedstrijd beter omzetten in een positief samenwerkingsproject, omdat telkenmale blijkt dat een constructieve inbreng van burgers tot betere plannen leidt.
‘Wat kan burgerparticipatie opleveren als je het een serieuze kans geeft’
Zo zijn enkele actievoerders met betrekking tot de Rijnlandroute in samenwerking met de provincie Zuid-Holland erin geslaagd diverse inpassingsvarianten te ontwikkelen die deze nieuwe verbinding tussen de A4 en de A44 op een voor de leefomgeving acceptabel niveau hebben weten te brengen. De betreffende actievoerders zijn daarbij niet uitgegaan van zoveel mogelijk tegenhouden van de provinciale plannen, maar van wat zij noemen ‘constructieve burgerparticipatie’ en de provincie heeft zich (binnen randvoorwaarden) opengesteld voor varianten die zij niet zelf hadden bedacht. Zo kan het dus ook.
Vertrouwen
Je kunt burgers regelmatig raadplegen over nut en noodzaak van voorgenomen beleid. Nieuw beleid kan zinvol zijn, maar als oud beleid blijft bestaan kan dat in de weg zitten, zowel qua kosten als qua inhoud. Beleidsinnovaties komen makkelijker tot stand in samenspraak met burgers dan in samenspraak met stakeholders (binnen en buiten de overheid) die belang hebben bij het oude beleid. Je kunt bovendien burgers vragen om zelf ideeën in te brengen.
Ongeveer op deze manier is het in diverse steden gelukt het wijkbeheer op een voor de inwoners bevredigend niveau te brengen, met diverse positieve gevolgen voor de leefkwaliteit in betreffende wijken.
Je kunt burgers bovendien ruimte geven om aan te geven wat ze graag beter geregeld willen zien. Gemeenten zijn er immers voor de burgers en dan is het niet onlogisch om hen te vragen zaken op de agenda te zetten, zo nodig met voorstellen te komen om de gemeentelijk dienstverlening te verbeteren of om aandacht te vragen voor kwesties die de gemeente onvoldoende in beeld heeft.
De gemeente Zuidwest Friesland voelde wegens het grote aantal (89) kernen aan, dat een bestuurlijk topdown systeem niet goed kan werken en heeft de ambtelijke en bestuurlijke organisatie veranderd in een bottom-up systeem dat uitgaat van het belang van dorpelingen en dat elk dorp ruimte geeft om met eigen voorstellen te komen. De dorpen blijken dermate tevreden te zijn met dit systeem dat zich bij de laatste herindeling diverse aanliggende dorpen hebben gemeld om bij deze gemeente te mogen aansluiten.
Met dit soort aanpakken nemen burgers het bestuur niet over. Zij zullen bovendien merken dat een overheid niet alles kan oplossen zoals zij het graag zouden willen. Maar als de overheid de moeite neemt om burgers serieus te nemen zit er voor burgers veel meer in dan het slikken van opgelegde besluiten die zorgen voor ongenoegen en ongewenste neveneffecten. Voor de overheid geldt tenslotte dat op deze manier het vertrouwen van burgers in de overheid toeneemt.
Tom van Doormaal zegt
Wat moet een ambtenaar doen? Primair is dat hij zijn politieke baas uit de problemen houdt.
Dat leidt er toe dat de plannen van de politieke baas worden beoordeeld door hun aanvaardbaarheid in de gemeenteraad of parlement.
De pogingen om de burgers meer invloed te geven zijn door dit uitgangspunt nogal schamel. Sinds de jaren zestig, of de stadsvernieuwing, is er wel wat gedaan, op kleine schaal. Maar de wijken in mijn gemeente mogen 5000 euro vrij besteden, op een budget van vele miljoenen.
Antoon Huigens
Raadslid Gemeenteraad Apeldoorn zegt
De term burgerparticipatie getuigt al van die top-down cultuur. Steunen van dit beleid door het te benoemen als “coöperatie” van overheid en inwoners zoals her en der al met succes gebeurt, lijkt een veel betere want effectievere benadering.
Marcel Krassenburg
Conceptontwikkelaar iRaad zegt
Het zou ook helpen om bij het woord “beleid” meer aan de definitie van Van Dale te denken: gedragslijn voor de verwezenlijking van bep. doelstellingen. Beleid vormt dan een kader, helpt om op koers te blijven en de grote lijn vast te houden. Niet als een top-down automatisme van de overheid.
Denk dus bij burgerparticipatie en coöperatie aan:
“Gezamenlijk en resultaatgericht werken aan breed gedragen oplossingen van grote en kleine vraagstukken in de stad/wijk/buurt,
door de gemeente, bewoners, bedrijven en maatschappelijke instellingen,
ieder in de meest passende rol en met de bijbehorende verantwoordelijkheid”
Deze definitie van samenspraak geeft de ruimte om afhankelijk van het onderhanden probleem (of kans) in de juiste verhouding top-down en bottom-up te werken. Het vraagstuk centraal en cyclisch werken. Als je dit aanpakt met een voor alle partijen herkenbare – en uiteindelijk een vertrouwde – werkwijze, krijgt het oplossen van ieder vraagstuk meer structuur en openheid. En dat is goed voor onze dagdagelijkse democratie.