Kenniscentrum Europa decentraal helpt decentrale overheden al sinds 2002 met het correct uitvoeren van Europees recht en beleid. Gemeenten, provincies, waterschappen en het Rijk krijgen van het kenniscentrum antwoord op vragen over Europese wet- en regelgeving. Dat doen wij onder andere door middel van een nieuwsbrief, een actuele website en een helpdesk. Europa decentraal is een onafhankelijk kenniscentrum en is opgericht door het ministerie van BZK, de VNG, de UvW en het IPO.
Vorige maand schreven we een artikel over Bridge! Voor dit onderzoek, dat Europa decentraal uitvoerde in opdracht van het ministerie van BZK, inventariseerden wij waar lokale en regionale overheden (gemeenten, provincies en waterschappen) in de praktijk tegenaan lopen bij het toepassen van de Europese regels. We hebben negen voorbeelden van knellende regelgeving uitgewerkt, die we in deze reeks artikelen uitlichten. In het artikel van vorige maand spraken we over het voorbeeld van een appelboer die zijn appels ook lokaal wil gaan verkopen, maar hierbij aanloopt tegen lange procedures.
In dit artikel gaat het over dierlijke en menselijke leefgebieden in een stedelijke omgeving. Het voorbeeld (Urban Habitats) is fictief, maar de knellende Europese regels zijn daadwerkelijk gesignaleerd door Europa decentraal en onder andere afgestemd met de koepelorganisaties VNG, UvW en IPO.
Urban Habitats
Een gemeente wil een industrieel en havengebied, dat al jaren leeg staat en in slechte staat is, ombouwen tot een nieuwe wijk met zowel commerciële koop- en huurwoningen als sociale woningbouw. Hiervoor huurt de gemeente een projectontwikkelaar in. Er is echter een probleem: de ‘gewone dwergvleermuis’ heeft zijn intrek genomen in de panden. Dit diertje is in de hele EU aangemerkt als beschermde diersoort en valt onder het zwaarste beschermingsniveau van de Europese regelgeving over biodiversiteit. In Nederland komt het dier echter relatief veel voor. Omdat de dwergvleermuis van de panden zijn leefomgeving heeft gemaakt, zegt de Habitatrichtlijn nu dat de gemeente een natuurrapportage moet opstellen, waarin zij onderzoek doet naar de gevolgen van de verbouwing voor de vleermuis. Ook de projectontwikkelaar moet onderzoek doen, door middel van een milieueffectrapportage. Lastig, want er is sprake van dubbele administratieve lasten. Bovendien zijn de gemeente en de projectontwikkelaar het niet met elkaar eens in hun rapportages: de gemeente zegt dat de gevolgen van een verbouwing voor de vleermuis niet groot zullen zijn, terwijl volgens de projectontwikkelaar kan worden aangenomen dat de gevolgen significant zullen zijn. Omdat één van de partijen stelt dat de gevolgen voor de dwergvleermuis groot kunnen zijn, moet de gemeente kijken naar de mogelijkheid van alternatieve of compenserende maatregelen die de gevolgen voor de vleermuis aanzienlijk kunnen verlagen.
De gemeente concludeert in deze casus dat er geen mogelijkheden zijn tot alternatieve of compenserende maatregelen. Er is volgens de Habitatrichtlijn nog maar één mogelijkheid om het project toch door te laten gaan en dat is een ‘dwingende reden van groot openbaar belang’. Maar wat is dat? De gemeente vindt het lastig om invulling te geven aan dit begrip, omdat het in praktijk niet vaak wordt toegepast en niet duidelijk genoeg wordt geformuleerd in het Europees recht. Het is dus nog maar de vraag of het project een goede afloop krijgt. Op onze webpagina over Urban Habitats vindt u achtergrondinformatie en een juridische onderbouwing bij dit onderwerp.
Bridge
De andere voorbeelden uit Bridge! zullen de komende maanden op dit platform besproken worden. Herkent u de voorbeelden? Of komt u in uw werk bij een gemeente, provincie of waterschap wel eens regels tegen die te complex of onuitvoerbaar lijken te zijn? Kom daar dan vooral mee over de brug en maak een melding in ons Signaleringsloket.
Geef een reactie