De nieuwjaarstoespraken van commissarissen van de Koning en burgemeesters brengen niet alleen de beste wensen voor het nieuwe jaar over. Ze dienen ook als instrument voor politieke agendering. Historicus Boudewijn Steur maakte een analyse van de onderwerpen die aan bod komen. In het eerste deel van deze analyse: de samenleving, democratie en verkiezingen.
Dames en heren, mag ik u vragen het glas te heffen op het nieuwe jaar? Woorden die het einde markeren van de nieuwjaarstoespraak van vele commissarissen van de Koning en burgemeesters. Traditiegetrouw houdt vrijwel iedere bestuurder aan het begin van het jaar een dergelijke toespraak. Sommigen creëren daar een speciale receptie voor, anderen doen het bij de eerste raadsvergadering van het nieuwe jaar. Deze toespraken bieden de mogelijkheid om inwoners de beste wensen voor het komende jaar over te brengen. Maar dat is zeker niet de belangrijkste functie. Zij bieden ook de kans om – los van een specifiek dossier – breder te reflecteren op hoe de gemeente of provincie ervoor staat.
Net als andere jaren analyseert Boudewijn Steur de nieuwjaarstoespraken van burgemeesters en commissarissen van de Koning. Dit is het eerste deel van deze analyse. Lees hier het tweede deel.
Nieuwjaarstoespraken zijn daarmee een medium voor politiek-bestuurlijke agendering. Door terug te kijken (wat is er het afgelopen jaar allemaal gebeurd?), door vooruit te kijken (wat gaat er het komend jaar allemaal gebeuren?) en dit te plaatsen in de huidige maatschappelijke context (wat gebeurt er allemaal in de wereld om ons heen?). Nieuwjaarstoespraken bieden bestuurders ook de mogelijkheid om hun boodschap een persoonlijke kleur te geven. In deze analyse ga ik in op de thema’s die in de nieuwjaarstoespraken van dit jaar zijn besproken.
Samenleving
Traditiegetrouw beginnen de meeste nieuwjaarstoespraken met een beschouwing op de samenleving. Burgemeesters en commissarissen van de Koning gebruiken de toespraak om hun visie te geven op wat zij als belangrijke ontwikkelingen ervaren.
Optimistisch over de toekomst…
Evenals in 2018 zijn bestuurders optimistisch over de samenleving en de toekomst. ‘Opnieuw een jaar van hoop, vertrouwen en optimisme. Opnieuw een jaar van geloof in eigen kracht én in die van de ander,’ aldus burgemeester Niederer van Roosendaal. Het optimisme ligt een stuk hoger dan in de jaren hiervoor. Bestuurders constateren veel kansen en mogelijkheden voor verdere ontwikkeling; voor de gemeente, de regio en de inwoners. De bestaande energie in de gemeenschap en de vele maatschappelijke initiatieven worden geprezen. Het maatschappelijk optimisme blijkt ook uit een toename van woorden met een positieve connotatie, zoals toekomst, trots of kansen. Het optimisme blijkt niet alleen uit de toename van positieve woorden, maar ook uit de afname van negatieve woorden, zoals crisis, tegenstellingen of angst.
‘Hetzelfde optimisme van de naoorlogse jaren is opnieuw gerechtvaardigd,’ citeert burgemeester Strous van Maasgouw het College van Rijksadviseurs. ‘Het kan op gang gebracht worden als er een gemeenschappelijk, herkenbaar en positief toekomstbeeld ontstaat.’ Het maatschappelijk optimisme is minder dan in de toespraken van 2018 verbonden met economische groei. Economie blijft een belangrijk thema, maar speelt een veel minder dominante rol dan in voorgaande jaren. Het optimisme wordt veel meer verbonden met de energie in de samenleving en gemeenschapszin. Ook zijn bestuurders optimistischer omdat zij vertrouwen hebben in de gemeentebesturen die in het afgelopen jaar met veel ambities zijn gestart na de raadsverkiezingen in maart.
…maar aandacht voor de zorgen van mensen…
Hoewel de toespraken over de gehele linie optimistisch van toon zijn, hebben de bestuurders wel degelijk aandacht voor maatschappelijk onbehagen. Daarbij gaat het niet zozeer om brede delen van de bevolking die ontevreden zouden zijn, maar om specifieke groepen mensen – en dat gevoel heeft een reële basis. Zo vraagt burgemeester Marcouch van Arnhem aandacht voor werkende armen en voor de kwetsbare mensen die niet werken kunnen, mensen ‘die vaak worden vergeten, en voor wie de Gele Hesjes onze aandacht vragen’.
‘Bestuurders hebben wel degelijk aandacht
voor maatschappelijk onbehagen’
Uiteraard komen de gele hesjes met enige regelmaat aan de orde. Maar het beeld dat gele hesjes de toespraken domineren, klopt niet. Veel bestuurders wijzen erop dat de gele hesjes vooral beschouwd moeten worden als symptoom voor een breder probleem in de samenleving. ‘Aan de dragers van gele hesjes zijn al vele beschouwingen gewijd,’ zo vertelt burgemeester Out van Assen. ‘Wellicht dat de beweging aan kracht zal inboeten, maar de onvrede daarachter volgens mij niet. Het is onvrede in zijn meest zuivere vorm. Spontaan en heftig.’ En daar, zo vinden alle burgemeesters, ligt een belangrijke taak voor hun overheid.
…en voor tegenstellingen in de samenleving
Bestuurders maken zich ook zorgen over de tegenstellingen in de samenleving en de effecten hiervan. ‘Laten we opletten voor te grote tegenstelingen in onze samenleving, of ze nu feitelijk zo zijn of dat ze zo door mensen ervaren worden,’ aldus burgemeester Van Eert van Rheden. ‘Een groter wordende polarisatie, die niemand wil, zal ons niet verder brengen.’ De zorgen over toenemende polarisatie worden al jaren benoemd in de toespraken van bestuurders. Een belangrijk element daarin is de rol die sociale media hierin spelen. Deze nopen tot korte, vaak ongenuanceerde reacties, waarbij de mate van felheid vaak het succes bepaalt. Misschien wordt het tijd om te gaan social detoxen, zoals burgemeester Delissen-Van Tongerlo het noemde. Elkaar wat vaker op te zoeken, in het echt, en het gesprek met elkaar aan te gaan. Het zijn niet alleen sociale media die leiden tot meer tegenstellingen. Het zijn ook de grote transities waar inwoners voor staan. ‘Migratie [zorgt] voor splijtende tegenstellingen in de samenleving,’ aldus burgemeester Van Benthem van Eemnes. ‘De opwarming van de aarde dwingt ons ondertussen tot een kostbare energietransitie. En ook die energietransitie leidt weer tot toenemende polarisatie.’
Veel bestuurders benadrukken dat deze tegenstellingen niet zozeer in hun eigen gemeente spelen. ‘Die wereld van polarisatie en chagrijn staat in enorm contrast met onze gemoedelijkheid in Salland,’ aldus burgemeester Dadema van Raalte. Ook worden tegenstellingen niet alleen negatief geduid. ‘Zelf vind ik sommige vormen van polarisatie niet slecht,’ stelt burgemeester Aboutaleb. ‘Het betekent voor mij dat ieder standpunt – ook extreme – zichtbaar en hoorbaar is in het maatschappelijk debat. Er moet altijd ruimte zijn om frustraties, emoties en woede te uiten […] Maar het afgelopen jaar zagen we dat er soms valse tegenstellingen werden gecreëerd. Alsof de ene mening de andere uitsluit. De ene groep strijdt bijvoorbeeld voor gelijkwaardigheid, de andere voor de culturele identiteit. De ene groep maakt zich sterk voor opvang in de wijk, de andere groep maakt zich zorgen over de wijk. Het zijn kanten van dezelfde medaille. Het is niet of/of maar en/en.’
Democratie
Democratie is in 2019 een belangrijker thema geworden. Burgemeesters en commissarissen van de Koning spreken in hun toespraken er vaker en langer over dan in het voorgaande jaar. Het gaat daarbij vooral over wat democratie in hun ogen betekent (of zou moeten betekenen). En dat is meer dan een manier om tot gedragen besluiten te komen. Maar bestuurders gaan ook in op de noodzaak om aan de versterking en vernieuwing van de lokale democratie te werken, vooral in relatie tot de grote maatschappelijke vraagstukken, zoals de energietransitie.
Democratie als waarde
In tegenstelling tot vorig jaar staan meer bestuurders stil bij de vraag wat een democratie is of zou moeten zijn. Daarbij wordt democratie niet uitsluitend beschouwd in haar letterlijke betekenis, namelijk dat het volk bestuurt. Het gaat juist om de waarden die daarbij van belang zijn. Er wordt geluisterd; door de politiek, de overheid en door mensen onderling. ‘Goed luisteren betekent niet altijd de ander z’n zin geven,’ benadrukt burgemeester Broertjes van Hilversum. ‘Het betekent wel dat we met respect met elkaar omgaan. En dat wij echt willen horen wat de ander zegt.’ Het gaat dus ook om respect voor elkaar, of misschien het in waarde laten van anderen en andersdenkenden. Burgemeester Boog van Diemen verwoordde dit als volgt: ‘Belangrijk in een democratie is dat mensen gekend zijn, én zich gekend voelen.’ Democratie gaat ook over de mogelijkheid van het eigen ongelijk. ‘Begint democratie niet daar dat je rekening houdt met de mogelijkheid dat de ander misschien gelijk heeft?,’ vraagt burgemeester Verhoeve van Oudewater zich af.
Blijvend investeren in de democratie…
Bestuurders benadrukken dat democratie niet vanzelfsprekend is en continu inspanning vergt. De democratie is geen statisch gegeven, het moet met de tijd meebewegen. ‘De lokale democratie is sterk, maar heeft onderhoud nodig en niet alleen maar een likje verf,’ stelt burgemeester Zoon van Veenendaal. Uitsluitend een versterking van de representatieve democratie volstaat daarbij niet, volgens veel bestuurders. Het betekent dat ook aan de vernieuwing van de democratie gewerkt moet worden. Veel bestuurders benadrukken dat uitsluitend staatsrechtelijke veranderingen, zoals de invoering van het referendum, weinig effect zullen hebben. Daarbij verwijzen ze expliciet naar het recent verschenen rapport van de staatscommissie Remkes.
‘Democratie is niet vanzelfsprekend en
vergt continu inspanning’
Bestuurders wijzen erop dat vernieuwing van de democratie vooral op lokaal niveau, dicht bij onze inwoners, moet plaatsvinden. ‘Inzet is,’ zo stelt burgemeester Hillenaar van Cuijk, ‘om samen met de inwoners de democratie op eigentijdse wijze vorm te geven, om ruimte te geven aan eigen initiatief, om echt een dienstbaar bestuur te kunnen zijn.’ In diverse gemeenten worden nieuwe initiatieven genoemd om inwoners te betrekken, zoals de uitnodiging aan 10.000 gelote Heerenveeners om mee te denken over de ontwikkeling van het centrum. En in Assen en De Fryske Marren geven de burgemeesters aan dat zij gaan kijken naar de mogelijkheden van het Right to Challenge. Vernieuwing van de democratie gebeurt niet alleen op lokaal niveau, ook op provinciaal niveau zijn er initiatieven. Zo zullen zes burgerpanels in Limburg nog vóór de verkiezingen Statenleden ‘bestoken met specifieke ideeën en boodschappen voor een Limburg dat nog lekkerder kan lopen voor alle Limburgers’, zoals commissaris van de Koning Bovens van Limburg het noemde.
Interessant is dat bestuurders niet alleen individuele inwoners willen betrekken, maar vooral ook verenigingen, het maatschappelijk middenveld en coöperaties. Burgermeester Hessels heeft het over ‘vooruitgeschoven posten in onze maatschappij’. Burgemeester Gerritsen van Almelo stelt dat ‘een sterk maatschappelijk middenveld de basis is voor een voorspoedige ontwikkeling van de stad’. Democratie wordt daarmee niet uitsluitend gezien als een aangelegenheid van individuen, maar ook van collectieven en groepen in de gemeenten.
Burgemeester Veenstra van De Fryske Marren gaat bijvoorbeeld bekijken hoe de dorpsbelangen beter betrokken worden bij de politieke besluitvorming. Burgemeester Tigellaar van Leidschendam–Voorburg gaat komend jaar in gesprek met ‘bewonersgroepen en -verenigingen, wijkverenigingen, over wat hen bezighoudt, wat zij nodig hebben om te kunnen functioneren, welke rol zij voor zichzelf zien om te participeren in de lokale democratie. Het gaat het zoeken naar vernieuwend samenspel’. Dorps- en wijkraden worden vaker genoemd als mogelijkheid om inwoners op andere manieren te betrekken, zeker nu de schaal van sommige gemeenten als te groot wordt ervaren.
…in relatie tot grote maatschappelijke vraagstukken
Het onderhoud aan de democratie en de noodzaak om de democratie blijvend te versterken, wordt vooral in verband gebracht met de grote transities die voor de deur staan, zoals de energietransitie en de Omgevingswet. Het is belangrijk om inwoners te betrekken en zeggenschap te geven op onderwerpen die hen direct raken. In vergelijking met voorgaande jaren wordt democratie vaker gekoppeld aan specifieke maatschappelijke vraagstukken. In voorgaande jaren werd het belang van democratie meer als waarde op zichzelf genoemd.
Het is belangrijk om zeggenschap te geven op deze terreinen aan inwoners, omdat veel onvrede gerelateerd is aan die grote transities. Heel concreet betekent dat volgens burgemeester Out van Assen ‘dat we in de Asser context erg alert moeten zijn in de gesprekken met bewoners van de wijk De Lariks. De gemeente is blij met de bijdrage van het kabinet om deze wijk aardgasvrij te kunnen maken. Dat draagt bij aan het duurzamer maken van onze stad. Maar laten we niet uit het oog verliezen dat we inwoners van onze stad confronteren met voor hen ingrijpende maatregelen’.
Maar ook andere maatschappelijke domeinen worden benoemd, zoals veiligheid. ‘Ook bij de strijd tegen criminaliteit is de participatie van u, onze inwoners, van groot belang,’ zo zegt burgemeester Kroon van Waterland. ‘U weet vaak meer of ziet verdachte situaties. Vandaar dat ik u oproep om verdachte situaties te melden, dat mag bij de gemeente, onze ambtenaar openbare orde en veiligheid, bij de politie, maar ook anoniem.’
Democratische legitimiteit in samenwerkingsverbanden
Ten slotte wil ik hier wijzen op de aandacht voor de positie van de gemeenteraad bij samenwerking. In tegenstelling tot vorig jaar wordt daarbij minder gesproken over die positie ten aanzien van samenwerking met andere overheden, maar veel ten aanzien van andere maatschappelijke partijen. Het betreft organisaties die qua schaalgrootte de gemiddelde gemeente ver overstijgen en die over de grenzen van gemeenten en soms provincies werken. Burgemeester Van der Zwan van Heerenveen vindt het onzinnig ‘dat daar waar het gaat over bijvoorbeeld ons ziekenhuis, over de grote mbo-scholen in onze gemeente of over de bouw en instandhouding van sociale huurwoningen, wij tegen onze inwoners moeten zeggen dat wij er in essentie niet over gaan.’ Het is van essentieel belang dat deze belangrijke maatschappelijke voorzieningen weer onder de democratische controle van de gemeenteraad worden gebracht. Maar hoe dan? Van der Zwan van Heerenveen is daarin heel concreet: ‘De raad zal, om te beginnen, deze belangrijke instellingen eens kunnen uitnodigen om in de raadszaal over hun beleid te spreken.’
Verkiezingen
In 2019 staan er tal van verkiezingen voor de deur: voor de Provinciale Staten, waterschappen, Eerste Kamer en het Europees Parlement. De meeste aandacht krijgen de Statenverkiezingen, waarbij de nadruk vooral ligt op wat die verkiezingen zouden moeten zijn. ‘Sommigen zien in de Statenverkiezingen een opiniepeiling over het kabinet. Anderen doen alsof het gaat om de verkiezing van de Eerste Kamer. En er zullen mensen ontdekken dat hun “lijsttrekker” voor de Senaat niet eens op hun stembiljet staat!,’ zo vertelt Commissaris Paas van Groningen. ‘Maar Statenverkiezingen gaan over de Staten. Over provinciale politiek. En over de grote vraagstukken van Groningen. Over de gevolgen daarvan voor Groningers. Dus laat je niks wijsmaken: dáárover gaan de verkiezingen.’
Uiteraard worden inwoners opgeroepen te gaan stemmen, te meer daar het de vraag is of een meerderheid van de inwoners naar de stembus zal gaan. Bij de vorige verkiezingen was dat niet het geval. Vaak wordt daarbij gememoreerd dat het dit jaar honderd jaar geleden is dat het algemeen kiesrecht werd ingevoerd. Commissaris Bovens van Limburg roept zelfs op om Charles Ruys de Beerenbrouck niet in zijn hemd te laten staan. Ten zuiden van de rivieren worden de verkiezingen ook in verband gebracht met de herdenking dat het vijfenzeventig jaar geleden is dat zij werden bevrijd van het fascisme.
In relatie tot de verkiezingen worden desinformatie, nepnieuws of fake news nog regelmatig naar voren gebracht in de toespraken. De ernst daarvan wordt stevig benadrukt. ‘Fake news leidt tot fake democracies,’ stelt commissaris Van de Donk van Noord-Brabant. Desinformatie speelt niet alleen op nationaal niveau, maar ook op lokaal of provinciaal niveau. ‘Door de vaak sentimentgerichte wijze van berichtgeving door de media – feitencontrole en wederhoor worden, ook door onze regionale krant, steeds minder toegepast – is het steeds lastiger voor mensen om feiten en verzinsels van elkaar te onderscheiden,’ zegt Burgemeester Van der Hoeven van Epe. ‘Argwaan en wantrouwen groeien en gevoel, sentiment en mening winnen het steeds vaker van de feiten. We hebben dat het afgelopen jaar bij een aantal onderwerpen die in onze gemeente speelden en waar behoorlijk reuring over ontstond, als gemeentebestuur nadrukkelijk ervaren.’
Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven.
Verantwoording
Voor deze analyse heb ik 151 nieuwjaarstoespraken van bestuurders gebruikt. De belangrijkste criteria voor de selectie van toespraken waren gemeentegrootte, geografie en – uiteraard – beschikbaarheid. De meeste toespraken had ik als tekst, maar sommige waren uitsluitend beschikbaar als video. De analyse heeft een kwalitatief en kwantitatief aspect. Voor de kwantitatieve analyse heb ik uitsluitend gebruik gemaakt van de beschikbare teksten en niet van de video’s. Op basis van deze kwantitatieve analyse is inzichtelijk hoe vaak een specifiek woord in de tekst voorkomt. Zo vormt het woordje ‘de’ 5 procent van de totale tekst, terwijl het woordje ‘regen’ maar 0,0004 procent in de toespraken voorkomt. Een woord komt (erg) vaak voor als het ongeveer 0,1 procent terugkomt in de teksten. Voor het bepalen welke onderwerpen dominant zijn, heb ik het gebruik van bepaalde woorden bij elkaar opgeteld, zoals ‘maatschappelijke democratie’, ‘participatieve democratie’ en ‘mee-doedemocratie’. Ik heb de nieuwjaarstoespraken uit 2016, 2017 en 2018 daartegen afgezet. Dat geeft een beeld van de nadruk die burgemeesters en commissarissen leggen op bepaalde thema’s.
Geef een reactie