Promoveren als bijbaan: ervaringen van buitenpromovendi


Hoe kom je als buitenpromovendus te midden van de ambtelijke hectiek tot intellectuele verdieping en hoe zorg je ervoor dat je proefschrift je loopbaan vleugels geeft? Meike Bokhorst en Pauline Westerman schreven er het boek Promoveren als bijbaan over.

Steeds meer rijksambtenaren ambiëren een academische schaduwcarrière. Zij zetten zich aan het schrijven van een academisch proefschrift en worden daarmee ‘buitenpromovendus’; iemand die niet door de universiteit wordt betaald, maar promoveert naast een andere baan.
Van buitenpromovendus naar buitenbeentje is een kleine stap. Ze worden door de universiteiten niet altijd betrokken bij het academisch bedrijf. Maar ook door hun directe collega’s worden zij veelal beschouwd als excentriekelingen die een wonderlijke droom najagen. Het bestaan als buitenpromovendus blijft in de kern eenzaam geploeter in de schaarse avonduren en vrije dagen.

Reflectie op promotie
Welke last neem je als buitenpromovendus eigenlijk op je schouders, hoe kom je te midden van de ambtelijke hectiek tot intellectuele verdieping en hoe zorg je ervoor dat het proefschrift je loopbaan vleugels geeft? Er komen steeds meer begeleidingstrajecten en faciliteiten vanuit werkgevers ter ondersteuning. Maar hoe ervaren buitenpromovendi dit proces zelf? Om daar achter te komen zijn we ervaringsverhalen gaan verzamelen van buitenpromovendi. Het gaat veelal om rijksambtenaren die een juridische of beleidsbaan hebben gecombineerd met het promoveren. Hen is gevraagd te reflecteren op hun promotietraject en waarschuwingen en adviezen te geven aan toekomstige buitenpromovendi. De verhalen zijn gebundeld in het boek Promoveren als bijbaan en zijn van waarde voor iedereen die zich zet aan het schrijven van een proefschrift.

‘Sommige faculteiten bezien de buitenpromovendus met argusogen’

De positie van de buitenpromovendus is een dubbelzinnige. Van buitenpromovendus naar buitenstaander is maar een kleine stap. Sommige faculteiten bezien de buitenpromovendus met argusogen en stellen cursussen verplicht teneinde het wetenschappelijk karakter te borgen. Soms moet de buitenpromovendus betalen voor zijn begeleiding. Bij andere faculteiten bestaat een wat vrijmoediger beleid en worden onderzoeksfaciliteiten beschikbaar gesteld. Niettemin mist menig buitenpromovendus aansluiting en regelmatig contact met promotoren en medepromovendi.

Belangrijke bijdrage
Tegelijkertijd is de buitenpromovendus iemand die wel degelijk een belangrijke bijdrage levert aan de wetenschap; niet in de laatste plaats door inzichten en praktijkervaring binnen te brengen die niet toegankelijk is voor de ‘binnenpromovendus’, een woord dat om veelzeggende redenen nooit wordt gebezigd. Niet onvermeld mag daarbij blijven dat de proefschriften van buitenpromovendi meetellen bij de verdeling van de financiële middelen over de faculteiten. Om deze laatste reden is de buitenpromovendus de laatste jaren voor menig faculteit een aantrekkelijke figuur geworden.

‘De buitenpromovendus is behept met een buitengewone ijver, motivatie en werklust’

Niettemin zijn er opvallende overeenkomsten in de afzonderlijke verhalen aan te wijzen. Het is aan de lezer van het boek om die op te sporen, maar één opvallend gedeeld kenmerk is toch wel de betrekkelijk korte tijd waarin het proefschrift werd geschreven. Statistisch bewijs ontbreekt, maar we kregen de indruk dat de buitenpromovendus nauwelijks langer over het proefschrift doet dan de promovendus die ervoor betaald wordt door de universiteit en dus de kans krijgt om – behoudens enkele onderwijsverplichtingen – de hele dag te lezen en te schrijven. Hoe is dat mogelijk?

Uniek menstype
Verschillende verklaringen dienen zich aan. Ten eerste is de buitenpromovendus uiteraard een uniek menstype, wellicht behept met een buitengewone ijver, motivatie en werklust. Anders zouden ze er immers nooit aan zijn begonnen. Ten tweede is het mogelijk dat de ervaringen met de praktijk van alledag de context verschaffen waarbinnen de academische literatuur direct kleuring en betekenis krijgt. Sombere overwegingen met betrekking tot de zin van de onderneming lijken een minder grote plaats in te nemen. Het proefschrift blijkt juist een vrijplaats waar de buitenpromovendus zijn eigen ideeën kan ontwikkelen.
Ten derde is het mogelijk dat de buitenpromovendus in het algemeen minder geplaagd wordt door mentale problemen. In verschillende onderzoekingen is aan het licht gekomen dat rond de 40 procent van de (binnen)promovendi daarmee kampt. De buitenpromovendus schijnt daar minder last van te hebben. Daarbij kan een rol spelen dat de gemiddelde leeftijd van de buitenpromovendus hoger ligt waardoor deze niet geplaagd wordt door de onzekerheden en de ‘life events’ waar de gemiddelde twintiger zich mee geconfronteerd ziet.

‘Voor buitenpromovendi blijft het promoveren een neventaak, een liefhebberij’

Maar misschien is toch wel de allerbelangrijkste verklaring voor het verbazingwekkende tempo van de buitenpromovendus dat hij simpelweg weinig tijd heeft. Meerdere auteurs in dit boek melden dat ze elke dag wel even met hun proefschrift in de weer waren, ‘al was het maar 1 uur’. Iedereen meldt dat er minstens een dag van het weekend aan gewerkt werd. Ondanks alle problemen en tegenslagen bij het schrijven en niettegenstaande het soms gebrekkige contact met de universitaire wereld bleef het promoveren een neventaak, een liefhebberij. Alleen al het simpele feit dat niet alle welslagen en persoonlijke welbevinden afhangt van het proefschrift lijkt de taak lichter te maken en beter te organiseren.
Tenslotte kan het natuurlijk ook zo zijn dat buitenpromovendi gewoon buitenaardse wezens zijn. Over het algemeen lijken de schrijvers van de bijdragen in dit boek zonnige naturen te zijn. Het zijn ook weloverwogen mensen die methodisch te werk gaan en zich gedegen en zorgvuldig voorbereiden op de verschillende taken (hoe schrijf ik Engels, waar publiceer ik, hoe maakt men een literatuuropgave, hoe neem ik interviews af).

Nieuwe deuren
Het is een behoorlijk zware last die de buitenpromovendi op zich genomen hebben, maar wat heeft het hen opgeleverd? Een flink aantal kon het proefschrift goed gebruiken om de loopbaan een andere wending te geven. Ze konden door de promotie bij een andere organisatie werken of een ander type werk doen. Voor iedereen opende het promotietraject nieuwe deuren. Ze leerden nieuwe onderzoeksmethoden en vaardigheden, breidden hun netwerk uit, verwierven inzichten over de werking van de overheid in het algemeen en wetgeving in het bijzonder.

‘Juist de hang naar perfectie kan verlammend werken’

Met de kennis van nu en met wijsheid achteraf hadden de meesten bepaalde zaken wel anders en effectiever aangepakt. Hun tips komen voort uit de wens om anderen te behoeden voor fouten die ze zelf hebben gemaakt. Maar het maken en leren van fouten is juist ook onderdeel van het promotietraject. In België heet het proefschrift niet voor niets de meesterproef. Het is een proeve van bekwaamheid, maar het hoeft geen meesterwerk te zijn. Juist de hang naar perfectie kan verlammend werken. Iedereen heeft bovendien recht op het maken van zijn eigen fouten. Al helpt het wel om van anderen te horen hoe ze om zijn gegaan met die moeilijkheden. Welke informatiebronnen, hulpmiddelen en deskundigen raadpleegden ze om bepaalde moeilijkheden te verhelpen?
Buitenpromovendi hoeven niet in hun eentje op hun zolderkamer alle problemen zelf op te lossen. Er zijn onderzoekersnetwerken, internationale conferenties, universitaire vakgroepen, trainingen en andere plekken om in contact te komen met min of meer gelijkgestemden. Een promotie is een zoektocht waar de promovendus zelf het meeste van leert. De buitenpromovendus heeft daarbij ook de hoop dat die kan bijdragen aan het verbeterd functioneren van de overheid door middel van reflectie. Door met mensen te praten over het onderzoek en presentaties te houden, kan de buitenpromovendus zijn onderzoekstijd verlevendigen en zijn werk voor anderen relevant maken. Hopelijk bevatten de opgeschreven ervaringen nuttige adviezen voor degenen die overwegen om naast hun werk een proefschrift te schrijven.

Vond je dit artikel interessant? Lees alle artikelen van: Meike Bokhorst Pauline Westerman
Deel dit artikel

Er zijn 2 reacties op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*

    ">Daniëlle
    Wetenschappelijk medewerker

    Is ‘buitenpromoveren’ iets typisch Nederlands? Ik ben momenteel woonachtig in Nederland en kom de term hier weinig tegen. Sterker nog: ik las op sommige sites van universiteiten dat het werken naast een doctoraat hier vaak niet mag – ook als je dit op eigen middelen doet.

    08 jun 2023
    ">R. de Blij
    Aspirant buitenpromovendus

    Ik mis informatie over de gemiddelde duur van een buitenpromotie.

    12 okt 2022