Het regeerakkoord als startdocument

Niet het laatste woord maar het eerste

Nu de kruitdampen van de verkiezingsstrijd zijn opgetrokken en we het slagveld overzien, wordt duidelijk dat het een hels karwei wordt om op een redelijke termijn een kabinet te formeren dat op brede steun van zowel de Eerste als de Tweede Kamer kan rekenen. Een regeerakkoord dat vooral fungeert als startdocument kan daarbij helpen.

In de Nederlandse meerpartijendemocratie is het vanwege de bestuurbaarheid van het land logisch dat coalitiepartners afspraken met elkaar maken en deze vastleggen in een regeerakkoord. Zo’n akkoord kennen wij sinds 1918, en bevatte aanvankelijk slechts enkele hoofdlijnen van beleid en procedurele afspraken. Regeerakkoorden ‘oude stijl’ zijn bovendien niet bevorderlijk voor een vruchtbare dialoog met andere overheden, maatschappelijke organisaties, bedrijven en burgers.

‘Regeerakkoorden ‘oude stijl’ zijn bovendien niet bevorderlijk voor een vruchtbare dialoog’

Geleidelijk aan zijn regeerakkoorden steeds omvangrijker, gedetailleerder en meer dichtgetimmerd van karakter geworden. Daardoor is de bewegingsruimte van de gebonden regeringsfracties beperkt – zij gaan als het ware meeregeren – en staan de oppositiefracties vrijwel altijd buitenspel. Dat is slecht voor de kwaliteit van het politieke debat en voor de controlerende rol van het parlement, en creëert een beeld van maakbaarheid en beheersbaarheid dat zich slecht verhoudt met de snelle dynamiek van maatschappelijke, technologische en (geo-)politieke ontwikkelingen.
Regeerakkoorden ‘oude stijl’ zijn bovendien niet bevorderlijk voor een vruchtbare dialoog met andere overheden, maatschappelijke organisaties, bedrijven en burgers. Hun ervaringen, opvattingen, kennis en expertise worden onvoldoende benut wanneer afspraken in regeerakkoorden in beton zijn gegoten en ministers het als hun enige opdracht zien om het regeerakkoord uit te voeren. Maar burgers willen hun betrokkenheid bij, en invloed op het regeringsbeleid niet beperken tot het eens in de vier jaar uitbrengen van hun stem.

Eerste woord
Er is veel te zeggen voor de terugkeer naar een regeerakkoord op hoofdlijnen én het breder betrekken van maatschappelijke spelers bij de totstandkoming en verdere uitwerking van zo’n akkoord op hoofdlijnen. Zo’n akkoord bestaat uit strategische prioriteiten en denkrichtingen die het kabinet in samenspraak met de samenleving en het parlement, gevoed door analyses van denktanks zoals de WRR en het SCP, omzet in breed gedragen en uitvoerbare beslissingen. Een regeerakkoord is daarmee niet het laatste woord, maar het eerste woord: een uitnodiging aan de samenleving en het parlement om mee te denken en mee te doen.
Voorbeeld: het mobiliteitsvraagstuk is nu en in de nabije toekomst een majeur vraagstuk. In het regeerakkoord zou daarover als denkrichting kunnen worden afgesproken dat mensen voor het woon-werk-verkeer minder gebruik maken van de auto en meer van het openbaar vervoer. Maar welke maatregelen je daarvoor wil invoeren – antwoord op de ‘hoe-vraag’ – neem je niet op in het regeerakkoord. In het regeerakkoord geef je aan met wie je de geformuleerde denkrichting verder wil ontwikkelen en overeenstemming nastreeft.

Responsiever
Een regeerakkoord als startdocument zou vergezeld moeten gaan van een door de kabinetsleden vastgesteld regeringsprogramma waarin het kabinet en zijn ministers een richtinggevende kabinetsvisie presenteren en eigen accenten leggen. De coalitiefracties binden zich wel aan het regeerakkoord, maar niet aan het regeringsprogramma. Dat komt de dualistische verhouding tussen regering en parlement ten goede.

‘De bestuurbaarheid van een land vraagt een kabinet dat zich laat leiden door de maatschappelijke rationaliteit’

Met een dergelijke aanpak komt de dialoog met de samenleving en het parlement in de plaats van ‘de politiek van de regels’ die geleid wordt door de wil om vanuit ‘cockpit Den Haag’ de samenleving te sturen maar in werkelijkheid een vervreemdingseffect oplevert.
De politieke en maatschappelijke werkelijkheid van vandaag vraagt om een responsiever openbaar bestuur dat aan het verschijnsel ‘regeerakkoord’ een bredere betekenis geeft; dat niet alleen stuurt, maar vooral ook verbindt. Niet alleen de coalitiepolitieke rationaliteit telt: de bestuurbaarheid van een land vraagt ook om een kabinet dat zich vooral laat leiden door de maatschappelijke rationaliteit.

Vond je dit artikel interessant? Lees alle artikelen van: Sarah de Lange en Pieter de Jong
Deel dit artikel

Er zijn nog geen reacties op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*