Blij verrast, en trots. Dat was eind 2019 het overheersende gevoel van de gemeente Tilburg. Bij de bestuurders, de ambtenaren, én bij de inwoners. Als eerste gemeente ooit de beste overheidsorganisatie van Nederland, dat heeft een grote impact. Op de energie en motivatie van alle mensen die deze stad maken tot wat het is. Op de wil om elkaar nog meer op te zoeken in het gezamenlijk oplossen van maatschappelijke uitdagingen. Op de focus van de gemeente als netwerkspeler tussen de inwoners, om nog beter aan te sluiten bij wat er leeft in de stad. En natuurlijk op het gevoel van trots, zonder te vervallen in borstklopperij. Want dat is echt niet des Tilburgs. Enige nuchterheid zit diep in de volksaard van deze stad.
De Vereniging voor OverheidsManagement organiseert jaarlijks de Verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het Jaar. De top 10 kandidaten van 2019 is gevraagd hun verhalen over succesvol overheidsmanagement en reflectie op deelname aan de Verkiezing te delen op platform O. Ken jij of ben jij de beste overheidsorganisatie van 2020? Nomineer dan hier!
De jury verwoordde het krap een jaar geleden heel treffend: ‘De gemeente Tilburg heeft een indrukwekkende transformatie doorgemaakt. Van een klassiek dienstenmodel naar netwerkmodel, van spelbepaler op diverse terreinen naar een van de spelers in het veld.’ En zo is het. Tilburg heeft jaren geleden zeer bewust gekozen voor een lange termijn strategie, om in plaats van korte successen en projectmatige aanpak, te kiezen voor langjarige groeilijnen en programmatische integrale samenwerking. Het kernelement van deze aanpak huist volgens gemeentesecretaris Marcel Meijs in de eigen mensen. ‘Allesbepalend is het lerende effect van onze manier van werken, van de gedragscomponent van de gemeenteambtenaar. Voorop staat dat wij zoveel mogelijk ingetuned zijn met wat de stad nodig heeft, en dat bereiken al samenwerkend met de stad, continu te leren van die samenwerking. Bij ons bestaan er geen muren meer, binnen is buiten, en buiten is binnen.’
Middenin de stad
Dit kan Marcelle Hendrickx, als wethouder voor de wijken in Tilburg én bestuurlijk verantwoordelijk voor het personeelsbeleid, alleen maar beamen. ‘Als politiek bestuurder sta je middenin de stad. Hoe meer je in contact bent met inwoners, met buurt- en sportverenigingen, met scholen, zorginstellingen en lokale ondernemers, hoe beter je aanpak aansluit bij wat echt nodig is. En soms is het het beste als je een stap terugzet.. Kijk bijvoorbeeld naar het Spoorpark, het grootste burgerinitiatief van Nederland, hier hebben Tilburgers helemaal zelf aan het roer gestaan, met een prachtig resultaat. Deze echt doe-democratie, daar word ik warm van!’
Het ‘wonder van Tilburg’, want zo mag je het bijna wel noemen, kan langs vier lijnen worden beschreven. Als eerste vanuit de stad als fenomeen, over de Tilburgse veerkracht, over het vermogen zichzelf opnieuw uit de vinden. De ooit vergane textiel-industriestad is in een paar decennia onherkenbaar herboren als een plek waar het normaal is dat gewone mensen samen buitengewone dingen creëren. Met de komst van moderne bedrijven als Fuji en Bosch, en met vernieuwd elan, moderniseerde Tilburg haar economie, hervond zij een eigen bewustzijn en veranderde het aanblik van de eerder wat grauwe stad aanzienlijk. Maar één ding bleef, het werkethos van de textielarbeiders: iedereen de handen uit de mouwen en aan de slag met elkaar voor de stad. Rauw en tegendraads; het zijn woorden die de stad en haar inwoners kenmerken.
Tilburgse Model
De tweede lijn is die van het ‘Tilburgse Model’, de managerial aanpak die begin jaren negentig school maakte. Deze op control gerichte werkwijze, met gezonde financiën als uitgangspunt, groeide al snel door tot een Tilburg Model 2.0 waarin de burger meer centraal kwam te staan, en uiteindelijk via de netwerkorganisatie maximaal mee kan sturen en ondernemen in het publieke domein. Meijs: ‘We realiseerden ons dat wij als gemeente soms een inherent onderdeel van het probleem waren. Alleen al het feit dat wij oplossingen bedachten, hoe goed bedoeld en uitgezocht ook, maakte dat problemen niet verdwenen. Binnen het netwerkdenken was kritiek op de systeemwereld: economische en bureaucratische systemen, waar de doelen centraal staan en relaties instrumenteel. Die systeemwereld, dat waren wij zelf.’
‘Tilburg is een stad van liefde op het tweede gezicht’
De derde lijn zijn de drijfveren, de diepere cultuur en waarden van de organisatie. Datgene wat je onderscheidt, je kerncompetenties die boven komen drijven als het echt nodig is. Dit onderdeel ligt Hendrickx na aan haar hart. ‘Tilburg is een stad van liefde op het tweede gezicht. Het aantrekkelijke zit niet meteen in de gebouwen en uiterlijkheden, hoewel we ook daar enorme stappen maken. Wat mij erg aanspreekt is het karakter van de stad, dat je terugziet in de diversiteit in kunst, cultuur en ondernemerschap, in de initiatiefrijkheid van de inwoners, in de wil om er samen wat van te maken. En dan vind ik het echt heel mooi dat deze elementen ook zo door onze eigen organisatie worden onderschreven, en dat de ambtenaren er echt helemaal voor gaan. Dat verdient een enorme waardering!’
Drie kerncompetenties
De drie kerncompetenties van de gemeente Tilburg zijn verbinden, vernieuwen en daadkracht. Verbindend werken betekent in Tilburg inleven in de leefwereld van inwoners. Via de dialoog en verdieping in hun vragen, behoeften en wensen, en door aanwezig en benaderbaar te zijn in wijken, buurten en straten. Vernieuwing is elke dag op zoek gaan naar nieuwe en betere oplossingen, samen met inwoners, partners, ondernemers en onderwijsinstellingen. Tilburg experimenteert om ervan te leren, waarbij niet alleen wensen en beelden bepalend zijn, maar de vernieuwing ook gebaseerd wordt op data. Daadkracht is tot slot het centraal stellen van bestuurlijke opgaven, en te gaan voor resultaten die duidelijk effect hebben op de stad en de inwoners. De kunst daarbij is om scherp in beeld te krijgen wat de bedoeling van die opgaven is. Alleen dan is het effect blijvend.
Vol liefde
De vierde lijn is de Tilburgse ambtenaar. Een genot om mee samen te werken, aldus Meijs. ‘Wat is er voor mij nu zo bijzonder aan de Tilburgse ambtenaar? Ze zijn, zonder uitzondering, allemaal vol liefde voor Tilburg. Het als stad, ook weer samen met onze inwoners, mogen organiseren van Koningsdag heeft als aanjager gediend voor het nog meer naar boven halen van deze liefde.’
‘Wat me ook opvalt zijn de informele netwerken die de ambtenaren volop benutten. Ik zie ambtenaren deze informele netwerken benutten. Ik zie ze hosselen, cheffen, improviseren, gebruik maken van het systeem. Allemaal om het beter te maken voor de inwoners van Tilburg. Machtig mooi om te zien!’
Professionele organisatie
Heeft de titel Beste Overheidsorganisatie van het Jaar Tilburg eigenlijk veel opgeleverd? Hendrickx: ‘Ja, volmondig ja! Het heeft aan iedereen laten zien waar ik al lang van overtuigd ben, namelijk dat dit een zeer professionele organisatie is met uiterst gedreven mensen. Dat schept vertrouwen, bij de partners in de stad waar we mee samenwerken, en ook bij de politiek. En dat is niet onbelangrijk.’
‘Het enige waardoor we niet volledig de waarde van deze titel kunnen benutten was natuurlijk de coronacrisis. Een aantal van onze plannen die we hadden gemaakt konden hierdoor helaas niet doorgaan. Zoals seminars, of bezoeksessies van andere gemeentes. Maar als het ons gegund is gaan we dat nog ruimschoots inhalen!’
‘Aan het leren!
En nu de buit binnen is en de strijd gestreden… is Tilburg af en kan de stad op haar lauweren rusten? Meijs: ‘Integendeel! Het is het karakter van deze stad om te blijven leren, om continu op zoek gaan naar verbetering. Waar ik op dit moment veel verwachting van heb is bijvoorbeeld de zogeheten PACT-aanpak, waarbij enkele wijken met complexe sociaal-economische problematiek volgens een langjarige programmatische aanpak, én met een integrale blik vanuit de héle ambtelijke organisatie, samen met de inwoners naar oplossingen wordt gezocht. Dat is een mooie uitdaging, waar we zeker nog even mee zoet zijn. Dus geen tijd om de dingen op zijn beloop te laten, aan het werk, en aan het leren!’
Geef een reactie