In de eenentwintigste eeuw is er naast onze fysieke leefwereld een grenzeloze online wereld ontstaan. Met het grootste gemak kunnen we tegenwoordig alles snel en overal ter wereld 24/7 zelf regelen. De gevolgen voor de fysieke wereld zijn groot. Software en innovatieve businessmodellen eten hele sectoren op. Naast bewondering en onbekendheid ontstaat er de laatste tijd steeds meer verwondering. Dit komt doordat er te weinig aandacht is geweest voor de spelregels. Zo moeten farmaceuten, hotels, taxibedrijven en banken voldoen aan allerlei regels, terwijl een platform als Uber alleen even de term Cab schrapt om onder de taxiregels uit te komen (De strijd om Uber, Mike Isaac).
Langzaam wordt duidelijk dat er een onbeheersbare online wereld is ontstaan met bedrijven die zich weinig aantrekken van lokale wetgeving of publieke waarden (Platform Society Public Valies in a Connective World Van Dijck, Poell en de Waal). Erger nog, bedrijven als Cambridge Analytica kunnen ons profileren, manipuleren, chanteren of nog erger (The Great Hack, Noujaim en Amer). Zuboff legt in haar boek The Age of Surveillance Capitalism haarfijn uit hoe fundamenteel en urgent dit probleem is. Het is dus tijd voor begrenzing van de grenzeloze online wereld.
‘Om de online wereld weer een beetje beheersbaar te maken, is samenwerking nodig tussen de private sector, de samenleving en de overheid’
Om de online wereld weer een beetje beheersbaar te maken, is samenwerking nodig tussen de private sector, de samenleving en de overheid. Tot op heden komt de private sector zelf met te weinig oplossingen voor zelfregulering. Dat Twitter bijvoorbeeld nu politieke advertenties weert, is een start. Maar niet meer dan dat. Daarbij komt dat volledige zelfregulering geen optie is, als het handelen in persoonlijke data hun verdienmodel is.
Vanuit de samenleving komen er wel langzaam tegenkrachten op gang. Zo werkt bijvoorbeeld Tim Berners-Lee (uitvinder World Wide Web) aan een nieuw internet, genaamd Solid. De gebruiker kan hierbij zelf bepalen waar gegevens worden opgeslagen en wie daar gebruik van mag maken. Een ander initiatief om goed te volgen is Plan B om XS4ALL in de lucht te houden en een stap verder te brengen. En tot slot is er de overheid. Zij kan bovenstaande initiatieven ondersteunen, maar zal ook moeten normeren, toezicht houden en handhaven. Dit om voldoende checks-and-balances in de maatschappij te realiseren ter borging van de publieke waarden.
Dilemma
Hier zit een groot dilemma. Hoe borgen we als overheid de lokale publieke waarden en maken we tegelijkertijd met de techniek de samenleving veiliger? Gaan we daarin te ver, dan ontstaat er een soort staatskapitalisme met puntensystemen of houden PRISM-programma’s iedereen in de gaten (Tools and Weapons, Brad Smith). Zonder balans leidt dit tot onrust, zoals we nu zien bij SyRi. Het is goed dat het democratisch debat hierover nu langzaam op gang komt. Dit zal zich uiteindelijk moeten vertalen naar een duidelijke normering om de overheid tegen zichzelf in bescherming te nemen, zonder dat opsporingsmethoden te veel worden belemmerd.
Deze normering is ook cruciaal voor de private sector in de online wereld. In deze snel en exponentieel veranderende online wereld moet de overheid sneller kunnen reageren. Daarbij komt dat het een kunst is om de goede middelen te vinden. Een verbod op bedrijven is vaak niet gewenst, los van de mogelijkheden om dat verbod te omzeilen. Opknippen van bedrijven heeft weinig zin, want er wordt al veel in netwerken en ecosystemen gewerkt. Boetes hebben vaak geen zin voor een monopolist, omdat zij dat verdisconteren in hun businessmodel.
Hoe dan wel?
Op zoek naar een oplossing start ik in de fysieke wereld. Daar worden namelijk de gevolgen zichtbaar, zoals bijvoorbeeld recent een dodelijke schietpartij in de VS tijdens een groot feest in een Airbnb-woning. Cruciaal is dat er vooraf transparantie komt over een nieuw product, wie welke rol heeft en wat de gevolgen kunnen zijn van dat product. Er zal dus een risico-inschatting moeten plaatsvinden voor bijvoorbeeld gevaar, overlast of concurrentievervalsing. Deze verantwoordelijkheid ligt primair bij het bedrijf zelf. Is het niet logisch dat het bedrijf dan vooraf aantoont aan de overheid dat het voldoet aan de spelregels van de lokale markt? En als daar onduidelijkheid over is, dat er een overheidsorgaan is om daar besluiten over te nemen?
Welke stappen de overheid ook zet, het wordt nu tijd om te acteren. Zelf denk ik dat zij de maatschappij kan helpen door het individu weer een centrale rol te geven (bijvoorbeeld via IRMA) in een modulair decentraal internet met voldoende checks-and-balances. Om vat te krijgen op de online wereld, kan de overheid ook overwegen om een eigen ecosysteem als online grens neer te zetten, zoals Apple dat heeft gedaan met haar gesloten systeem. Hiermee geef je de online wereld meer fysieke grenzen en kan je vooraf meer grip krijgen op onwenselijke ontwikkelingen.
Ik ben benieuwd met welke oplossingen Marleen Stikker komt in haar boek Het Internet is stuk, dat binnenkort verschijnt.
Titus Mars zegt
Interessant idee, een overheidsgestuurd net-ecosysteem. Op Nederlandse schaal volstrekt onhaalbaar, denk ik, als gevolg van EU-(markt)wetgeving, maar juist daarom zou het op EU-schaal misschien kunnen. . . .