De klassieke beleidsvorming, die zich kenmerkt door voorbereiding louter binnen het eigen departement of directieonderdeel – met eventueel bestuurlijk overleg dat eindigt in een akkoord of wet – bestaat bijna niet meer. Maatschappelijke en politieke opgaven komen complexer, sneller en meer in samenhang op ons af. Daardoor hebben we ook te maken met een variëteit aan stakeholders.
‘We hebben te maken met een variëteit aan stakeholders’
Iedere dag wordt er in beleidsdossiers samengewerkt binnen en tussen departementen. Maar ook met externe stakeholders, internationaal en met andere overheden. Of het nu gaat over klimaatbeleid, de Omgevingswet, incidenten zoals rond Moerdijk, green deals: beleid maken doe je niet alleen.
De vraag doet zich dan wel voor of beleid maken in deze nieuwe context voldoende wordt ondersteund door de organisatiestructuur? En wat te denken van de departementale indeling, de politieke verantwoordelijkheidsverdeling, de toedeling van financiën, onze overheidscultuur en ons gedrag. Met andere woorden: ons hele systeem.
Het denken in termen van ‘mijn minister’, ‘mijn directeur’, ‘mijn geld’ of ‘mijn mensen’ helpt niet om efficiënt handen en voeten te geven aan de maatschappelijke behoefte om meer samenhang aan te brengen in het beleid.
‘De opgave bepaalt met wie we samenwerken’
Tegelijkertijd zie ik ook veel goede voorbeelden van het gezamenlijk optrekken als ware we één rijksdienst. Bij de onderhandelingen over het klimaatakkoord bijvoorbeeld zat er één team en het was echt niet zichtbaar wie van IenM, BZ of Financiën. kwam. Zo zijn er meer goede voorbeelden, maar het is zeker nog niet mainstream. Wat helpt?
In de eerste plaats moeten we meer denken vanuit de maatschappelijke opgave. Het tegengaan van de klimaatverandering is zo’n complexe opgave. Deze opgave vergt een brede betrokkenheid van veel partijen. Om er een paar te noemen. Samenwerking met EZ als het gaat om het energiebeleid en beleid inzake de agrarische sector. Met BZK voor de gebouwde omgeving. Met DGB (transport), met DGRW (adaptatie en gebruik van de ruimte voor duurzame energie), met de industrie, ngo’s en niet te vergeten met Europa. Niet als doel op zich maar omdat zonder deze samenwerking het tegengaan van klimaatverandering niet kan worden opgelost. De opgave bepaalt met wie we zullen moeten samenwerken. Deze samenwerking is al een uitdaging op zich maar ook belangrijk is om dit dan zo efficiënt mogelijk te organiseren.
In de tweede plaats moeten we minder redeneren vanuit het eigen organisatie-onderdeel. Afdelingen en misschien wel directies en directoraten-generaal zijn minder passend wanneer men denkt vanuit een maatschappelijke opgave. Denk daarover na en bedenk hoe je de organisatie kan aanpassen aan de brede opgaven. Zo hebben we bij IenM taakvelden ingericht, werken we met portefeuilles en werken we aan een beleidskern waarin flexibel met mensen en middelen wordt omgegaan.
In de derde plaats moeten we meer in ketens denken bij de beleidsontwikkeling. Planbureau, beleid, uitvoering en inspectie zouden meer samen moet optrekken, ieder met zijn eigen rol en verantwoordelijkheid.
Het afgelopen jaar is dit gebeurd in het kader van het zogenoemde Schieblockberaad, waaraan ik actief heb bijgedragen. Voornoemde partijen, aangevuld met een Omgevingsdienst en het Havenbedrijf bespraken met elkaar casuïstiek die verband hield met circulaire economie, het beleid inzake warmte en het gebruik van de Omgevingswet. Heel nuttig om vanuit verschillende verantwoordelijkheden in gesprek te zijn over vraagstukken waar we allemaal een rol in hebben. Het vergt wel dat deze partijen over de eigen schaduw heen moeten stappen en echt bereid zijn om naar de ander te luisteren.
Er kunnen ongetwijfeld nog meer voorwaarden worden genoemd. Gaat bijvoorbeeld het nieuwe werken helpen? Van huis uit samen werken is moeilijk. Er zal actief op samenhang moeten worden gestuurd. Het eigen onderwerp, de eigen club, de eigen oplossing, zal hiervoor soms moeten wijken. Ik ervaar zelf in elk geval steeds meer gezamenlijkheid. Laten we dit vasthouden en uitbreiden.
Succesvol beleid maken kan je immers niet alleen!
Geef een reactie