Tot nu mocht de bestrijding van de coronacrisis bij ons op veel steun rekenen. We kunnen voorspellen dat er in een volgende fase van de aanpak meer discussie komt over hoe het publiek belang nu verder gediend moet worden. Zijn we al in de volgende fase beland? Dat lijkt er wel op. Hans Wilmink roept de overheid op om voor de volgende fase een nieuw perspectief te bieden.
Met de uitbraak van het coronavirus staat de overheid voor een ongekend complexe opgave. Ook op platform O willen wij hier aandacht aan besteden. Dat doen we in een reeks artikelen getiteld ‘De overheidsdienaar in tijden van crisis’.
‘Hij dacht alleen maar aan levens redden’. Dat gaf de Braziliaanse president Bolsonaro op als de reden voor ontslag van zijn minister van Volksgezondheid.
Kennelijk kan dat in Brazilië, en kennelijk verwacht die president dat hij dat zonder schade voor zijn eigen politieke toekomst kan zeggen. Het tekent de politieke en maatschappelijke verhoudingen in dat land. De belangen van het volk – hun leven en volksgezondheid – staan daar niet voorop.
Bij ons is dat gelukkig wel het geval. Iedereen – het kabinet, de volksvertegenwoordigers, de vertegenwoordigers van de ondernemers en van de werknemers, de grote meerderheid van de burgers – heeft zich hier eensgezind achter gesteld. Althans in de eerste fase van de crisis. Er is grote eensgezindheid over het publiek belang en de manier waarop dat te dienen. Nadat het kabinet met de eerste noodmaatregelen voor het bedrijfsleven kwam, zag ik bij de MKB voorzitter Jacco Vonhof een soort opluchting, misschien zelfs bijna ontroering: de overheid is er ook voor ons.
De intelligente lockdown aanpak heeft zijn vruchten afgeworpen, merken we nu: al een tijdje daalt het aantal mensen dat vanwege corona wordt opgenomen in het ziekenhuis, dalen de opnames op de IC en daalt het aantal te betreuren doden. De zorg dat corona de IC-capaciteit zou overstijgen is voorlopig geweken, en daarmee ook het helse vooruitzicht om bij de ingang van de IC te moeten kiezen.
Volgende fase
Het lijkt erop dat wij nu in een nieuwe fase van de epidemie en de bestrijding ervan zijn belang. We zien de onenigheid toenemen over hoe je vanaf nu het publieke belang moet dienen. Er wordt gepleit voor meer ruimte voor economische en culturele activiteiten. Ondernemers luiden de alarmbel omdat er op korte termijn veel bedrijven failliet dreigen te gaan. Hele bedrijfstakken lijken om te vallen. Men waarschuwt dat de mentale weerbaarheid van grote groepen mensen vermindert. De discipline bij mensen om de regels strak te hanteren – zoveel mogelijk thuis en buiten anderhalve meter afstand – neemt zichtbaar af.
‘Het aantal aanhangers voor een alternatieve aanpak van het virus groeit’
Maar ook voor de bestrijding van het virus zelf dringen alternatieve scenario’s zich nu op. Heel kort gezegd volgt het kabinet de lijn gericht op het bereiken van groepsimmuniteit en extra bescherming van de meest kwetsbaren. De hoofdbestanddelen van die aanpak zijn: met beperkende maatregelen de epidemie afremmen, zodanig dat de (verhoogde) IC-capaciteit de zorg kan opvangen en de meest bedreigde groepen extra kan beschermen. Deze beheerste afremming moet groepsimmuniteit kweken die de verdere verspreiding afremt. Bij voldoende groepsimmuniteit beschermen de natuurlijk ontwikkelde antistoffen ons, wat vooral belang is zolang er geen vaccin beschikbaar is.
Inmiddels groeien de argumenten en het aantal aanhangers voor een alternatieve aanpak. Dat is de aanpak die wel de containment-strategie genoemd wordt: het inkapselen, indammen en insluiten van het virus. In deze strategie worden besmettingen opgespoord, mensen getest, en in geval van besmetting geïsoleerd of in quarantaine geplaatst.
Alternatieven
We zien nu dat het kabinet, en zeker het OMT, dit tweede scenario wel degelijk ook in het vizier heeft. Er werd immers onlangs nog hoge druk gezet op het vinden van een app. Die zou moeten helpen bij het opsporen, testen en isoleren, precies die acties waar ook de containment-aanpak voor pleit.
Toch houdt het kabinet de boot nogal af. Waarom? Is er toch nog onvoldoende capaciteit en materieel voor het testen? Roept de politieke druk die er zit op het halen van de targets met betrekking tot mondkapjes en testen – voor de IC-capaciteit werden eerder zelfs garanties geëist – dit ontwijkend gedrag op?
Dat roept tegenreacties op. Soms wordt het hierbij grimmig. Als een lid van het OMT de geadviseerde aanpak nog eens uitlegt in het programma van Jinek, stelt Jaap Stronks van de actiegroep Containment Nu dat zij ‘onomwonden’ uitsprak dat de strategie er op gericht is de epidemie niet te stoppen, maar slechts af te remmen.[i] Dit woord ‘onomwonden’ is nogal suggestief, en suggereert dat het eigenlijk te schandalig is voor woorden. Er wordt miskend dat steeds openlijk erkend is – zowel door het kabinet als het OMT – dat de epidemie geheel stoppen niet mogelijk is, en dat ook de strategie gericht op groepsimmuniteit niet kan voorkomen dat er slachtoffers vallen.
‘De discipline vermindert als men minder vertrouwen krijgt in de noodzaak van de maatregelen’
Ook deskundigen uit de praktijk en de wetenschap voeren de druk op. Kritisch, maar met het doel om inzichten en ideeën aan te dragen. Alex Friedrichs – hoofd van de afdeling microbiologie en infectieziekten bestrijding van het Universitair Medisch Centrum Groningen – pleit om meer te testen en daar meer laboratoriumruimte voor vrij te maken. Jos de Bok van Buurtzorg heeft dat voor het zorgpersoneel van zijn instelling ook geregeld. Bij de zoektocht naar een geschikte app is het verkeerde vertrekpunt gekozen, zegt een hoogleraar E health (Niels Chavannes) uit Leiden. Meer dan 60 procent van de bevolking zou die app moeten gebruiken wil die effectief zijn. Het LUMC heeft echter ervaring met veel eenvoudiger oplossingen, die de GGD’s veel gerichter kunnen gebruiken voor het contactonderzoek.[ii] Viroloog Ab Osterhaus bepleit om serieus te kijken naar die eerder genoemde containment-strategie. Hij wijst er daarbij op dat ook de immuniteitsaanpak zeker niet zonder risico’s is, omdat deze slachtoffers kost en zeer lang duurt. We kunnen ervan uitgaan dat in deze eerste fase ongeveer 5 procent van de mensen immuun geworden is, en we hebben zeker 60 procent nodig!
Bert Slagter – expert complexe systemen – laat rekenkundig zien dat we van een exponentiële stijging van besmettingen bij de aanvang van de epidemie kunnen komen tot een exponentiële daling in de volgende fase.[iii] Daarvoor is nodig dat we de reproductiefactor eerst zover omlaag brengen dat het aantal besmettingen dat overblijft te behandelen is. Dat kan volgens hem op een redelijk afzienbare termijn worden bereikt, maar dan moeten we de komende periode nog wel voorzichtig blijven. Daarna kan men overgaan tot een aanpak met gericht testen en het isoleren van besmettingshaarden.
De andere kant op of overstag?
Het RIVM en het OMT zullen zeker ook kennis genomen hebben van deze inzichten. Waarom wordt er niet actiever ingespeeld op deze inbreng? Het lijkt er op dat het kabinet niet wil vooruitlopen op een volgende fase, en zeer beducht is dat een nieuw perspectief teveel optimisme en verminderende discipline zou betekenen. Die voorzichtigheid is begrijpelijk en komt voort uit de zware verantwoordelijkheid die men draagt, maar bergt ook een gevaar in zich. De discipline vermindert als men minder vertrouwen krijgt in de noodzaak van de maatregelen.
Speelt ook de vrees mee voor politiek gezichtsverlies? De steven wenden wordt door opposities meestal graag als politieke nederlaag neergezet. Maar het zeil over een andere boeg gooien betekent niet dat je de andere kant op gaat varen.
Er zijn goede redenen om ook andere deskundigheden en andere visies toe te laten bij de aanpak van het vervolg. Punt één: de aanpak tot nu heeft ons veel gebracht. De exponentiële groei van besmettingen is gestopt. De IC-capaciteit is op een veilig niveau. De testcapaciteit is vergroot.
Dat biedt ruimte om verder en breder te kijken.
Punt twee: tegenover de virologische en epidemische inzet op immuniteit komt nu de waarschuwing van medici te staan: groepsimmuniteit bereiken duurt zeer lang en we weten helemaal niet zeker of de immuniteit bij dit virus wel zo werkt als bij andere bekende visrussen. Punt drie: als we geleidelijk meer (economische en andere) activiteit willen toelaten, dan ligt de combinatie met gericht testen en isoleren in de ‘meer vrijgelaten zones’ toch voor de hand?
Daarom lijkt het zaak om een volgende fase in te gaan die – voorzichtig en gecontroleerd – meer ruimte schept. Een fase waarin groepen uit de samenleving en de verschillende bedrijfstakken een perspectief geboden wordt waar zij zich op kunnen voorbereiden.
Laat het kabinet en haar adviseurs vasthouden wat ze in het begin van de crisis lieten zien: beslissingen baseren op de kennis en expertise van deskundigen, open zijn over de onzekerheden en risico’s. Dat bleek vertrouwen te scheppen in de samenleving. Zonder dat vertrouwen brengen de mensen de discipline niet op om zich aan de beperkende maatregelen te houden. De vrijheidsbeperkingen die zijn opgelegd zijn in een rechtsstaat acceptabel indien ze tijdelijk zijn, in verhouding staan tot het publieke doel dat nu vooropstaat (bescherming van de volksgezondheid) en indien er zorgvuldig mee wordt omgegaan. Dat laatste vergt dat met open vizier en met gebruikmaking van erkende expertise beslissingen worden genomen die publiekelijk verantwoord worden verantwoord. Dan hebben we een overheid die ook in de volgende fasen van de crisisbestrijding het vertrouwen waard is. [iv]
*Dit artikel verscheen oorspronkelijk op de website van Stichting Beroepseer op 4 mei 2020.
Noten
[i] https://www.containmentnu.nl/
[ii] NRC, 1 mei 2020
[iii] Bert Slagter op Radio 1 woensdag 29 april bij Thijs van den Brink.
https://www.nporadio1.nl/dit-is-de-dag/onderwerpen/536479-bert-slagter-we-moeten-testen-tracen-en-isoleren
[iv] Zie over het rechtsstatelijk besef bij het besturen en leven in een rechtsstaat ook: Voorbij Boos en Achteloos. Rechtsstatelijk besef als kompas voor overheid en burger. Stichting Beroepseer.
En: Een sterkere rechtsstaat. Verbinden en beschermen in een pluriforme samenleving. Advies van de Raad voor het Openbaar Bestuur, maart 2020.
Bertran Hallink zegt
Heer, mevrouw, is abusievelijk de naam Jacco Verhulst gebruikt voor MKB-voorzitter Jacco Vonhof?
Hans Wilmink
Schrijver van dit stukje zegt
Dat klopt, duizend maal excuses aan de lezer wn vooral aan Jacco