Optimisten die denken dat het met de sociale ongelijkheid in ons land wel meevalt – en die zijn er – doen er goed aan twee recent verschenen publicaties te lezen, waaruit het tegendeel blijkt, stelt Lex Cachet.
Jeroen van der Waal hield dit voorjaar zijn oratie als hoogleraar Stratificatiesociologie aan de Erasmus School of Social and Behavioural Sciences.[1] Al wat eerder verscheen de Atlas van Afgehaakt Nederland van Josse de Voogd en René Cuperus.[2] Hoe verschillend de publicaties ook mogen zijn, ze delen een harde, onmiskenbare, boodschap. Anno 2022 is er in onze samenleving een scherpe kloof tussen hoog en laag, tussen hoogopgeleiden en lager-opgeleiden, tussen aangehaakten en afgehaakten, tussen gevestigden en buitenstaanders.
Complexe kloof
Die kloof is complexer dan alleen maar een simpele Marxistische tegenstelling tussen bezitters en niet-bezitters, hoewel inkomen en bezit zeker ook een rol spelen. Maar die kloof uit zich ook (per definitie) in opleidingsniveau en in sociaal kapitaal, politiek vertrouwen, stembusvoorkeur. En zelfs in gezondheid en levensverwachting. In feite is er sprake van twee sterk uiteenlopende levensstijlen, langs wat Van der Waal ‘een veelomvattende opleidingsbreuklijn’ noemt. Hoog en laag hebben maar in beperkte mate contact, hebben elkaar ook weinig te zeggen en hebben bepaald geen positief beeld van ‘de anderen’.
‘Nederland is een klein land, maar de verschillen zijn groot’
Van der Waal stelt terecht vast dat die kloof wel meer gesignaleerd is. Maar in de sociaalwetenschappelijke literatuur is volgens hem weinig aandacht besteed aan wat negatieve beelden en bejegening door hoger-opgeleiden ‘doen’ met lager-opgeleiden. Die vraag staat centraal in het onderzoeksprogramma dat hij de komende jaren wil ontwikkelen. In die zin is zijn oratie programmatisch, zoals het ook hoort. Zijn onderzoeksinteresse is daarnaast heel persoonlijk. Ooit verliet deze hoogleraar voortijdig de mavo en werkte hij 15 jaar als matroos in de binnenvaart en in de Rotterdamse haven.
Dedain en bedilzucht
Opvallend is hoeveel belang De Waal hecht aan lage status op zich. “(L)even met lage status leidt tot stress” en tot “een waaier aan gezondheidsproblemen” (p.16). Alsof meer objectieve gegevens als woonomstandigheden, lage inkomens en gebrek aan kennis daar niet ook aan bijdragen. Pogingen de evident ongezonde levensstijl van lager opgeleiden in positieve zin te beïnvloeden worden, even verderop, weggezet als: “dedain wordt aangevuld met bedilzucht” (p.17).
Grote verschillen
De Atlas van Afgehaakt Nederland brengt cijfermatig, cartografisch en fotografisch (soms letterlijk) in beeld hoe de kloof tussen hoog en laag er dan precies uitziet en (in het bijzonder) hoe daarin landelijk en plaatselijk geografische patronen te herkennen zijn. Nederland is een klein land. Maar de verschillen tussen mensen, regio’s, steden en wijken zijn toch vaak groot (p.80).
Centraal in de weergave van landelijke gegevens staan ruimtelijke plots van het stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 en de Provinciale Statenverkiezingen van 2019. Daarbij maken De Voogd en Cuperus onderscheid tussen wat zij buitenstaander-partijen en gevestigde partijen noemen. Tot die buitenstaander-partijen rekenen ze, bij deze verkiezingen, PVV en Forum maar ook SP, PvdD, 50Plus en Denk (p.39).
Natuurlijk is op die indeling wel wat af te dingen. Maar als attenderende begrippen volstaan de labels en zijn ze grosso modo herkenbaar genoeg. Dat niet alleen. Ze blijken ook heel relevant voor de nadere analyse. In hoofdstuk 6 actualiseren de auteurs hun betoog door ook aandacht te schenken aan de Tweede Kamerverkiezingen van 17 maart 2021 en de (ruimtelijke) verdeling van de nieuwe partijen (Volt, JA21, BBB en BIJ1) die aan die verkiezingen deelnamen. Partijen die zich, zeker op dat moment, nog wat lastiger als buitenstaander partijen laten plaatsen.
‘De verschillen tussen hoog en laag zijn allerminst vrijblijvend’
Het stemgedrag of niet stemmen wordt door De Voogd en Cuperus gelegd naast plots van allerlei hoog – laag indicatoren. Dan blijkt dat er wel degelijk verband is tussen het één en het ander. Zelfs een sterk verband. Om een summier idee te geven: “Ruimtelijk gezien blijken lage opkomsten en stemmen op buitenstaander-partijen samen te hangen met achterstanden op het vlak van werk, inkomen en gezondheid” en ”Het lijkt er op of bij gezondheid tegelijkertijd individuele factoren – opleiding, inkomen en leeftijd –, als ook de meer maatschappelijke dimensie van sociale samenhang, eenzaamheid, vertrouwen en burgerschap samenkomen” (p.5).
Ook een analyse op wijkniveau in een vijftal gemeenten, die samen min of meer representatief worden geacht voor Nederland, bevestigt het idee van een scherpe tweedeling in de samenleving. Laagopgeleid zijn correleert bijvoorbeeld sterk met een lage opkomst bij verkiezingen. Een lage opkomst correleert, op zijn beurt, weer sterk met achterstandsvariabelen als, onder meer, eenzaamheid, meer arme huishoudens, een minder goede vermogenspositie en een hoger aandeel bijstandsgerechtigden (p.61). Een deel van de laagopgeleide groep kan politiek als afgehaakt getypeerd worden. Voor hen functioneert de democratie minder goed (p.89/90).
Treurig verhaal
Het is onmogelijk hier ook maar enigszins recht te doen aan de vele ruimtelijke patronen en hun onderlinge samenhangen die de auteurs laten zien. Mooi materiaal. Maar ook een beetje een treurig verhaal over zo grote en zo consistente verschillen tussen hoog en laag. Verschillen die allerminst vrijblijvend zijn. Ze blijken immers grote gevolgen te hebben voor stemgedrag en (indirect) voor het functioneren van ons democratisch stelsel. De scherpe hoog-laag tegenstelling betekent overigens zeker niet dat er geen middenklasse meer zou zijn. Die is er wel degelijk, benadrukken De Voogd en Cuperus. Maar de positie van die vrij omvangrijke middenklasse staat wel in veel opzichten onder druk (p.94). Bovendien is die middenklasse weinig zichtbaar en hoorbaar in de huidige samenleving en politiek.
‘Hoe verklaren we het ontbreken van kansen?’
Wat ik een beetje mis, te midden van de vele interessante data en hun grafische weergave, is een dieper gravende analyse maar vooral een vorm van verklaring. Hoe het zover is gekomen, blijft wat onderbelicht. Vooral ook omdat de auteurs, geografen als ze zijn, wars lijken van theorie.
De cumulatie van kansen of juist het ontbreken van kansen wordt overtuigend in beeld gebracht maar nergens echt verklaard. Dat is jammer. Maar het is vooral lastig voor wie dit vele materiaal als onderlegger voor beleid wil gebruiken. Theorieloosheid wreekt zich dan. Als je er ‘iets aan wilt doen’ dan is beter begrip van hoe het zover gekomen is onmisbaar.
Meer cultureel dan economisch
Wat in beide publicaties, hoe verschillend ze ook zijn, sterk naar voren komt, is hoezeer de hoog-laag tegenstelling tegenwoordig meer een culturele dan een louter economische tegenstelling is. Ongelijkheid qua opleidingsniveau werkt sterk door in verschil qua levensstijl, cultuurparticipatie, sociaal kapitaal, vertrouwen in instituties en politiek, stemgedrag of niet-stemmen maar ook qua gezondheid en zelfs levensverwachting. Al met al een verontrustend beeld. Net als in veel andere landen lijkt ook onze samenleving steeds meer in twee heel verschillende blokken uiteen te vallen. Met alle gevolgen voor politieke en maatschappelijke polarisatie van dien. De matigende invloed die de (religieuze) verzuiling ooit had op economische tegenstellingen in Nederland lijkt inmiddels definitief uitgewerkt te zijn.
Kritische kanttekeningen doen niet af aan het feit dat de Atlas van Afgehaakt Nederland op een interessante en originele wijze de groeiende kloof in onze samenleving zichtbaar maakt. Een kloof die, net als in veel andere Westerse landen, niet zonder politieke gevolgen blijft. Verontrustende gevolgen die een publicatie als deze uiterst waardevol maken.
Bibliografie
[1] Jeroen van der Waal, Over leven met een lage status. Rotterdam: ESSB, mei 2022.
[2] Josse de Voogd en René Cuperus, Atlas van Afgehaakt Nederland. Over buitenstaanders en gevestigden. Den Haag: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, december 2021: https://kennisopenbaarbestuur.nl/rapporten-publicaties/atlas-van-afgehaakt-nederland/
Geef een reactie