Eén van de grootste nieuwe avonturen is het bedenken van nieuwe vormen van gemeenschappelijk leven, van samen leven. Het komt erop aan de samenleving opnieuw uit te vinden. Een morele context te ontwikkelen, waarin gemeenschappen tot bloei kunnen komen en waarin een collectief beleefd normen- en waardenstelsel tot stand kan komen en kan gedijen.
Beeld: PXhere/CC0 1.0 Universal
Deze woorden zijn van Pim Fortuyn. En nee, dit wordt geen betoog over Fortuyn, maar hij schreef dit in 2002 onder de titel De Verweesde Samenleving. Zijn oproep om de samenleving opnieuw vorm te geven en een morele context te ontwikkelen, is nog steeds actueel.
Zo’n morele context lijkt inmiddels verdwenen, na bijna dertien jaar VVD-beleid waarin de overheid zich structureel heeft teruggetrokken en de samenleving met lege handen — en zelfs zonder visie — heeft achtergelaten.
Misschien is het goed om eerst uit te zoomen en te beginnen met een fundamentele vraag: wat maakt het leven leefbaar? Waar ontlenen burgers houvast aan? Waar kunnen we als individu op vertrouwen? Zijn er nog richtpunten voor ons dagelijks bestaan? Zijn er pijlers waarop we kunnen bouwen?
Lange tijd vervulde religie die rol. In Nederland was dat voornamelijk het christendom. Het geloof in God, of in het goede. Iets of iemand die ons zou helpen. Iemand die in moeilijke tijden bij ons zou staan en in goede tijden beloning zou schenken voor juist gedrag. Die beloning was mooi meegenomen, maar het draaide vooral om hulp en steun.
Het traditionele geloof is allang uit het maatschappelijke midden verdwenen. Nieuwe vormen van religie of spiritualiteit zijn opgekomen, maar nooit meer zo breed gedeeld of gevoeld als voorheen.
Daarnaast waren er de familiebanden. Gemeenschappen en vanzelfsprekende samenwerkingsverbanden. Grote families die elkaar bijstonden in moeilijke tijden. Ouders, kinderen, broers, zussen, neven en nichten die voor elkaar zorgden wanneer dat nodig was. Het toenemende individualisme heeft die structuur voor een groot deel afgebroken.
Voor sommigen betekende dat ook bevrijding van knellende verplichtingen binnen de familie. Het individu wilde vrij zijn en de wereld op eigen kracht ontdekken. Maar er kwam niets voor in de plaats. Er zijn geen nieuwe verbanden ontstaan waarin mensen impliciet afspreken om voor elkaar te zorgen. Individuen zijn vooral individuen gebleven, met het eigen belang voorop. Daardoor zijn bijvoorbeeld gezinnen kwetsbaarder geworden.
Maar met het wegvallen van deze twee belangrijke pijlers — religie en familie — rijst de vraag: waar haalt het individu nu nog hoop, vertrouwen of geloof vandaan? Iets of iemand die helpt als het zelf niet meer lukt.
Dan lijkt er nog maar één pijler over: de overheid.
De burger ziet echter een overheid die zich niet naast hem opstelt, maar tegenover hem. Een overheid die zich onder leiding van de VVD en Mark Rutte de afgelopen dertien jaar steeds verder heeft teruggetrokken, vanuit het geloof in de ‘sterke mens’ die alles zelf kan. Een misplaatst mensbeeld, eerder een wensbeeld, dat uitermate naïef is gebleken.
De VVD introduceerde het concept van de ‘participatiesamenleving’: burgers die zelf wel voor zichzelf én voor anderen zouden zorgen. Een variant op: ‘Vraag niet wat de overheid voor jou kan doen, maar wat jij voor de samenleving kunt doen.’
Dat paste binnen een denken waarin de overheid zich zo min mogelijk met het sociale leven wilde bemoeien, gecombineerd met een bijna religieus geloof in marktwerking: laat het over aan de markt. Die zou wel zorgen voor een betere samenleving.
Inmiddels weten we: partijen in de markt zorgen vooral goed voor zichzelf. Het neoliberalisme werkt niet.
En dus staat het individu meer dan ooit alleen. We zijn een verweesde samenleving geworden. Burgers zonder collectieve structuur, zonder mensen die zorg willen dragen voor elkaar. Tegelijk zijn we een existentiële samenleving geworden: een groep individuen die volledig op zichzelf is aangewezen.
Dat is niet zonder gevolgen. ChatGPT gaf het volgende antwoord op de vraag wat er gebeurt met een samenleving waarin religie is verdwenen, familiebanden geen steun meer bieden en de overheid haar verantwoordelijkheid niet neemt:
Als religie verdwijnt, familiebanden geen steun meer bieden en de overheid geen zorg draagt voor mensen, kan dat een diepgaande impact hebben op individuen en de samenleving als geheel.
Mogelijke gevolgen (samengevat):
- Identiteitscrisis: mensen voelen zich verloren, verward en geïsoleerd.
- Morele en spirituele leegte: mensen worstelen met zingeving en morele keuzes.
- Toenemende sociale spanningen: fragmentatie en conflicten tussen groepen nemen toe.
- Toenemend individualisme: het individu vertrouwt alleen op zichzelf, wat leidt tot zelfzuchtig gedrag.
- Verhoogd risico op depressie en angst: het gebrek aan steun maakt omgaan met stress moeilijk.
- Zoektocht naar nieuwe betekenissen: mensen zoeken zingeving in filosofie, kunst, wetenschap.
Kortom:
Mensen voelen zich verloren, angstig en zonder richting. Er is sprake van morele verwarring, emotionele leegte en een gebrek aan verbinding. Dit leidt tot onzekerheid en onrust in de samenleving.
We herkennen deze symptomen steeds vaker: toenemende eenzaamheid, geweldsescalaties, frustratie in diverse groepen. Mensen voelen zich aan hun lot overgelaten.
De vraag is waar dat toe leidt, en hoe ver dit nog zal escaleren. Het is ook precies waarom juist de overheid zich opnieuw moet opwerpen als steunpilaar voor de samenleving. Niet alleen omdat er geen andere pijlers meer zijn, maar omdat het ook een kwestie van beschaving is.
Dat woord lijkt ouderwets, maar is actueler dan ooit. Beschaving betekent: zorg dragen voor wie het nodig heeft. Maar ook: bijschaven, het ruwere temmen, voorwaarden scheppen waarin gemeenschappen kunnen floreren.
Dat is precies de morele context waar Fortuyn al in 2002 op wees:
Het ontwikkelen van een morele context waarin gemeenschappen tot bloei kunnen komen.
ChatGPT:
- Een beschaafde samenleving streeft ernaar het lijden van haar leden te verminderen en een inclusieve, ondersteunende omgeving te creëren.
- Een beschaafde samenleving wordt gekenmerkt door effectief bestuur dat het welzijn van haar burgers beschermt en bevordert.
Het is niet toevallig dat zelfs de VVD sinds de Toeslagenaffaire voor het eerst spreekt over de noodzaak van een sterke overheid — opmerkelijk voor een partij die juist jarenlang verantwoordelijk was voor een terugtrekkende staat. Natuurlijk is het voor die partij een brug te ver om te pleiten voor een ‘grote’ overheid, maar misschien impliceert het één wel het ander.
Meer dan ooit kijken burgers naar de overheid. Omdat die als enige nog in staat lijkt om zorg, hoop en vertrouwen te bieden. Het is een roep om een sterke, actieve en betrokken overheid die zich inzet voor de gemeenschap. Een zorgzame overheid, die het individu ondersteunt waar nodig. Die bijspringt als iemand het zelf niet meer redt. Als er een hand wordt uitgestoken, en er slechts één smeekbede klinkt: ‘Help mij’.
Als de overheid die hand weigert vast te pakken, dreigen de sociale structuren verder af te brokkelen. Dan verwordt wat ooit een samenleving was tot een groep verweesde mensen. Alleen, zonder richting, in een wereld waarin niemand nog naar elkaar omkijkt.
Geef een reactie