Ambtenaar zijn bij de rijksoverheid betekent werken aan een mooier Nederland, en met lef de grote uitdagingen aangaan waar we voor staan. Dat doen we met veel overtuiging, maar soms is het moeilijk om feeling te houden met de praktijk. Daar helpt maar één ding tegen: af en toe op de fiets het land in gaan en vooral veel het gesprek aangaan. Dat deden afgevaardigden van de directies Eenvoudig Beter en Bestuursondersteuning van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, de VNG en Rijkswaterstaat tijdens hun bezoek aan het Zaanse Hembrugterrein op 6 april. Willemien Vlas, rijktrainee, en Margriet Vonno, directeur Bestuursondersteuning bij het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, schreven er samen deze blog over.
Het idee voor het werkbezoek ontstond tussen Margriet Vonno en Jan van Ginkel tijdens een Future Gov-sessie in Amsterdam. Achteraf toepasselijk, want het Future Gov-programma van de gemeente Amsterdam stelt de status quo binnen de overheid ter discussie door veel vragen te stellen en stil te staan bij de vraag hoe de overheid eruit zou zien als je de organisatie from scratch zou opbouwen. Dat is precies wat de gemeente Zaanstad nu doet met de herontwikkeling van het Hembrugterrein. Want: wat als je nu eens niet een gedetailleerd eindbeeld vastlegt voordat je van start gaat met je plan? En wat betekent het voor je gemeentelijke organisatie als je integraal met de leefomgeving aan de slag gaat, in plaats van sectoraal?
Gezamenlijk eindbeeld
Vanaf 2011 is de gemeente Zaanstad bezig met de herontwikkeling van het Hembrugterrein. Het plan is om hier een levendig, gemengd gebied van te maken met zowel woningbouw als bedrijven. De prachtige gebouwen die er staan worden in ere hersteld. Een complexe opgave, want door het vroegere gebruik is de bodem ernstig vervuild. Ook liggen er ‘geluidscontouren’ over het gebied heen: het luchtvaartlawaai van het nabijgelegen Schiphol maakt dat geluidsgevoelige functies (zoals wonen) in een groot deel van het gebied moeilijk te realiseren zijn volgens het huidige omgevingsrecht. Ook ligt het Hembrugterrein naast enkele gezoneerde industrieterreinen: industrieterrein Westpoort in Amsterdam, Westerspoor en Achtersluispolder in Zaandam.
‘Wat betekent het voor je gemeentelijke organisatie
als je integraal met de leefomgeving aan de slag gaat?’
De complexiteit van de opgave is een van de redenen dat de gemeente Zaanstad meedoet aan een pilot-experiment met de Crisis- en herstelwet om zo vooruit te lopen op de Omgevingswet. De Omgevingswet versimpelt het omgevingsrecht waar het kan, om zo projecten als het Hembrugterrein een extra zetje te geven. Zo kunnen gemeenten als Zaanstad straks makkelijker met de ontwikkeling van het terrein te beginnen voordat ze al exact weten hoe ieder gebouw eruit moet zien en welke bestemming op ieder perceel ligt. Zo’n gedetailleerd plan (wat onder het huidige omgevingsrecht vaak noodzakelijk is) vraagt om grote voorinvesteringen van de gemeente en doet af aan de mogelijkheid om snel te anticiperen op kansen in het gebied. Daarnaast is het moeilijker om in een open proces samen met initiatiefnemers en bewoners tot een gezamenlijk eindbeeld te komen.
De extra flexibiliteit die de Omgevingswet met het gemeentelijk Omgevingsplan (een nieuw instrument dat het bestemmingsplan zal vervangen) biedt, wordt door de gemeente Zaanstad gretig aangepakt om deze historische plek weer tot leven te wekken. We merken het aan de gemeenteambtenaren die werken aan het project: ze zijn trots op iedere vierkante meter van het Hembrugterrein. Ze nemen de aanwezige kwaliteiten van het terrein als uitgangspunt bij hun werk, in plaats van de beperkingen. Dit heeft geresulteerd in een zorgvuldig procesontwerp en veel gesprekken met betrokkenen.
Anders werken
Een tijdrovend proces met een prijskaartje, maar bij de projectmedewerkers is er veel vertrouwen dat heel Zaanstad die investering straks zal terugzien in het eindresultaat. Wouter Peeters, adviseur ruimtelijke ontwikkeling bij de gemeente Zaanstad ziet de Omgevingswet als katalysator voor organisatorische vernieuwing: ‘Integraal werken aan de fysieke leefomgeving is niet helemaal nieuw voor ons als gemeente Zaanstad, maar het gebeurt nu vaak ad hoc, bijvoorbeeld als er een programmastructuur voor een gebiedsontwikkeling wordt opgetuigd. Ik zie de Omgevingswet als een kans; als een vliegwiel – of, voor wie er wat sceptischer in zit, als een stok achter deur – om nu als hele organisatie werk te maken van de integrale benadering, totdat het in ons DNA zit.’
De nieuwe Omgevingswet biedt dus meer flexibiliteit maar daagt daarnaast de status quo uit en vraagt om een heel andere manier van werken binnen de gemeente. De tijd dat een gemeenteambtenaar van Ruimtelijke Ordening een initiatief toetste aan een gedetailleerd bestemmingsplan en vervolgens een vinkje zette is voorbij: het Omgevingsplan en de Omgevingsvisie gaan namelijk niet alleen over ruimtelijke ordening maar over de leefomgeving in zijn geheel.
‘De Omgevingswet vraagt dus vooral om een andere relatie met de samenleving en de rest van de organisatie’
Dat betekent nauw samenwerken met de collega’s van milieu, maar ook uit het sociale domein. Zoals Wouter het stelt: ‘Maar wat mij betreft blijft het niet bij het rijtje onderwerpen dat de wet noemt onder de definitie van ‘fysieke leefomgeving’. Het gaat nadrukkelijk ook om alle maatschappelijke ontwikkelingen die een uitwerking in die leefomgeving hebben. Denk aan de trend dat mensen (noodgedwongen) steeds langer thuis wonen en zorg nodig hebben; dat heeft in Zaanstad impact op de omgeving door een toename aan vraag om mantelzorgwoningen. Door opgavegericht te werken en daarbij het gebied en de gebruiker centraal te stellen, groeien het fysieke en maatschappelijke domein naar elkaar toe. Dat zie je al steeds meer ontstaan binnen Zaanstad.’
De Omgevingswet vraagt dus vooral om een andere relatie met de samenleving en de rest van de organisatie: op zoek naar het gesprek en een open houding. Hoe gaan we ons daarop voorbereiden? De Omgevingswet treedt immers al in 2019 in werking, dus er is haast bij. Laten we ons vooral laten inspireren door koplopers als Zaanstad en daarnaast, in de geest van Future Gov onszelf vragen blijven stellen, bijvoorbeeld: wat als de Omgevingswet morgen al in werking zou treden? Wat doe jij morgenochtend dan anders op je werk?
Geef een reactie