Ongeveer 35 jaar geleden werd het thema integriteit pontificaal op de agenda gezet door Ien Dales – toenmalig minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). De vrees voor de georganiseerde misdaad en signalen dat criminele organisaties onderdelen van het Nederlandse overheidsapparaat probeerden te corrumperen, waren daar toen aanleiding voor. Tevens deed zich een reeks integriteitsschendingen voor binnen kleine gemeenten.
Beeld: Pixabay
Nu, inmiddels 35 jaar later, zijn beide problemen nog steeds, of misschien opnieuw weer actueel. Volgens het jaarverslag 2024 van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) maken criminele organisaties gebruik van geavanceerde technieken om vertrouwelijke en gevoelige informatie van de overheid te bemachtigen. Bijvoorbeeld door ambtenaren en bestuurders om te kopen, te bedreigen en te chanteren. Of door te infiltreren in bepaalde delen van de overheid. Door de digitalisering van de overheid hebben bovendien steeds meer ambtenaren toegang hebben tot data die interessant zijn voor de georganiseerde misdaad. Uit de Kamerbrief Anti-corruptieaanpak van het ministerie van Justitie & Veiligheid van 20 juni 2025, blijkt dat vooral lokale overheden zich kwetsbaar voelen en aangeven dat (aanvullende) steun nodig is om hun weerbaarheid tegen ongepaste druk van de georganiseerde ondermijnende criminaliteit te versterken.
Geheime toverhoed
Het eerste instrument dat de Binnenlandse Veiligheidsdienst – de voorloper van de huidige AIVD – begin jaren negentig uit de geheime hoed toverde was een risicoanalyse. Deze stelde overheidsorganisaties in staat om kwetsbare processen in kaart te brengen, op basis waarvan ze maatregelen konden treffen om die risico’s beter af te dekken. De gemeente Amsterdam, was een van de organisaties die hier toen actief mee aan de slag is gegaan. Dit Amsterdamse project – Correct, of corrupt – leidde later tot de oprichting van het Bureau Integriteit, dat nu overigens onder vuur ligt vanwege een kritisch integriteitsrapport van de lokale Ombudsman (zie de vorige bijdrage Commotie aan de Amstel).
De minister van BZK kondigde dit jaar aan dit instrument nieuw leven in te willen blazen. Dit lijkt geen overbodige luxe. Recent onderzoek van de Algemene Rekenkamer toont immers aan dat zelfs ministeries onvoldoende inzicht hebben in integriteitsrisico’s. Laat staan lokale overheidsorganisaties. Bij onze zuiderburen is het beeld overigens even zorgelijk. Zo constateerde Audit Vlaanderen vorig jaar dat lokale besturen hun integriteitsaanpak nog onvoldoende afstemmen op mogelijke integriteitsrisico’s en kwetsbaarheden. Geen enkele van de geauditeerde lokale besturen maakte een grondige analyse van potentiële integriteitsrisico’s.
De dienstverlening van de overheid is inherent kwetsbaar
De dienstverlening van de overheid is inherent kwetsbaar. Denk bijvoorbeeld aan: het verlenen van vergunningen, het verstrekken van paspoorten, het verlenen van overheidsopdrachten, het toekennen van subsidies en het uitoefenen van inspectie- en handhavingstaken. Criminele organisaties hebben uiteraard bijzonder veel belangstelling voor deze overheidsdiensten.
Maar zij niet alleen. Ook burgers, ondernemers en verenigingen zijn er sterk van afhankelijk. En omdat in de lokale overheid bestuurders, ambtenaren, burgers en andere partijen dichter op elkaar opereren en elkaar vaker tegenkomen, is de kwetsbaarheid groter. Het risico op belangenverstrengeling, een oogje dicht knijpen, bevoordeling en vriendendiensten is reëel.
Tegelijkertijd zijn veel bevoegdheden, verantwoordelijkheden, inclusief de bijbehorende budgetten de afgelopen jaren gedecentraliseerd naar lokale overheden: meer geld en meer bevoegdheden werken als een magneet op kwaadwillenden.
Herhaling van zetten
De herhaling van zetten die ik beschrijf, van de problemen die voort blijven bestaan of opnieuw de kop opsteken zouden tot fatalisme of mismoedigheid kunnen leiden. Kent u de mythe van Sisyphus? Daar doet dit mij aandenken. Sisyphus moet als straf van de goden een steen tegen een berg oprollen, die telkens als hij bijna boven is, weer naar beneden rolt. Het is een eindeloze taak die nooit klaar is en altijd weer opnieuw begint. Misschien biedt de filosofie uitkomst om hiermee om te kunnen gaan. Volgens de existentialist Albert Camus kan de mens betekenis vinden door bewustzijn en toewijding aan zijn taak, ook al lijkt die zinloos. En de nihilist Friedrich Nietzsche stelt dat alles zich oneindig blijft herhalen en dat we dit moeten zien te omarmen. Zo is het ook misschien met integriteit. Er is nooit een eindpunt: integriteit is geen toestand, maar een voortdurend proces. Het vergt acceptatie dat er dingen mis blijven gaan en toewijding om er dan toch steeds weer opnieuw de schouders onder te zetten en de steen de berg op te rollen. Maar vooruit, enig lerend vermogen zou wel fijn zijn.


Geef een reactie