De menselijke maat moet terug in de uitvoering. Het moet anders. Fundamenteel anders. Dat is de conclusie na een jaar onthullende parlementaire commissies, meerdere vernietigende rapporten en de val van het kabinet. Maar niet alleen uitvoeringsdiensten moeten veranderen. Dit vraagt des te meer een andere houding van de politiek en beleidsdepartementen. Wat moeten politici en beleidsmakers doen om de menselijke maat terug in de uitvoering te krijgen? Nou, helemaal niks. Het beste wat zij nu kunnen doen is uitvoeringsdiensten de ruimte geven.
Belangrijke factoren in de kinderopvangtoeslagaffaire waren immers overactieve politici die korte metten wilde maken met fraudeurs. Politici die keer op keer uitvoeringsdiensten op de schop namen, zonder inzicht in wat de impact is van ‘van koers veranderen’ op de dagelijkse praktijk. Het gevaar is dat – om slagvaardig over te komen – de politiek weer eenzijdig allerlei veranderingen over uitvoeringsdiensten heen gaat gooien.
‘Uitvoeringsdiensten hebben gefrustreerde burgers allang gezien aan de balie’
Wie heeft het beste zicht op waar burgers tegenaanlopen? Wie weet waar de grootste praktische knelpunten in wet- & regelgeving zitten? Dat zijn de uitvoeringsdiensten. Die hebben gefrustreerde burgers allang gezien aan de balie. Die lopen ertegen aan dat ze kwetsbare burgers onvoldoende maatwerk kunnen bieden. Alleen is de veranderopgave waar uitvoeringsdiensten nu mee te maken hebben gigantisch. Uitvoeringsdiensten hebben het al druk met het regelen van alle tijdelijke coronamaatregelen.
Tegelijkertijd zijn ze bezig met allerlei aanpassingen door beleidsveranderingen van het vorige kabinet. Hierdoor krijgen veranderinitiatieven om de menselijke maat in de dienstverlening terug te brengen minder aandacht dan nodig. Voorkom dat uitvoeringsdiensten verder in de knel komen. Het zou het nieuwe kabinet en beleidsmakers dan ook sieren als ze de volgende kabinetsperiode geen of slechts beperkt nieuw beleid maken. Prioritering in de huidige veranderagenda is nodig. Ga samen kijken naar wat het belangrijkst en praktisch haalbaar is. Zowel op landelijk niveau als gemeentelijk niveau.
‘Beleidsmakers moeten een faciliterende rol krijgen, geen sturende’
Dit vraagt om een fundamenteel andere houding van beleidsmakers. De reflex is om liever nieuw beleid te maken, dan bestaand beleid goed te implementeren. Veranderen vraagt echter om 20 procent plannen maken en 80 procent executie. De richting voor de menselijk maat is onderhand wel duidelijk. Stel de uitvoering nu in staat om hier invulling aan te geven. Dat vraagt een faciliterende rol voor beleidsmakers in plaats van een sturende. Dat betekent de benodigde (financiële) middelen beschikbaar te maken, aangezien financiële beperkingen uitvoeringsdiensten en gemeenten hinderen om door te pakken. Dat betekent wet- en regelgeving te versimpelen met meer ruimte voor maatwerk (nee, geen nieuwe wetgeving). Dat betekent drempels wegnemen voor samenwerking tussen overheidsdiensten, zodat ze beter in staat zijn als één overheid op te treden. Hoog tijd dus dat een andere wind door de overheid gaat waaien en er meer aandacht komt voor implementeren van veranderingen in plaats van het bedenken ervan.
Geef een reactie