In een vergaderzaaltje vertelden enkele ambtenaren waarom er van hun innovatieve ideeën zo weinig terecht kwam. Het komt door angst bij de leiding, legden ze uit. Daardoor was een patstelling ontstaan. Iemand vroeg vriendelijk of zij zelf misschien bang waren om de patstelling aan de orde te stellen. Dat bleek te kloppen en leverde een onverwacht inzicht op. Er ontstond ‘handelingsperspectief’, zoals dat heet.
Na het gesprek kwam ik in de wandelgangen een grote vriendelijke vriend tegen. Hij werkt in een organisatieonderdeel waar een conflict ernstig uit de hand is gelopen.
Ik heb zó genoeg van boze mannen, zei hij. De een na de ander vertrekt, men praat niet meer met elkaar, hoe moet het verder?
Dat wist ik natuurlijk ook niet, hoewel ik bij dit soort verhalen altijd last krijg van jeukende vingers en sneller stromend bloed. Verder was ik benieuwd of er ook boze vrouwen waren. Die zijn er wel, maar bij hen, mijmerde hij hardop, is het voor mij duidelijker waar ze behoefte aan hebben, bijvoorbeeld dat ze gehoord willen worden.
De boze mannen willen dat misschien ook, opperde ik.
Eens, zei hij, maar in hun geval is de woede verpakt in norsheid en heel veel woorden – hij maakte een afwerend gebaar om het voor te doen. ‘De muur is nog dikker, je komt er niet doorheen.’
Muur om zich heen
Zo’n muur metselen veel ambtenaren ook om zich heen. Want de heersende culturele opvatting is dat emoties en professionaliteit op gespannen voet met elkaar staan. Laatst begeleidde ik bijvoorbeeld een ambtenarenteam met een bijzonder verantwoordelijke taak. Ze namen beslissingen met een directe impact op de toekomst van mensen, misschien wel op leven en dood. Ze huldigden ook min of meer de opvatting dat ze om een goede professional te zijn, emoties buiten het werk dienden te laten.
‘Het onderdrukken van emoties heeft iets kortzichtigs’
Daar is wat voor te zeggen, want als je overmeesterd wordt door emoties is je waarnemings- en oordeelsvermogen niet op zijn best. Een teveel aan emoties moet dus vermeden worden. Maar ambtenaren zijn mensen. Mensen worden geraakt door wat ze horen, zien en voelen. Dat zijn de emoties. En het onderdrukken daarvan heeft iets kortzichtigs. Want hoe meer je emoties wegdrukt, hoe groter ze worden, om uiteindelijk te leiden tot uitwassen als oververmoeidheid, uitval, pesten, uitsluiting, ongecontroleerde conflicten of langdurige patstellingen. Ook niet bepaald goed voor het waarnemings- en oordeelsvermogen.
Balzaal van emoties
Ook in rationeel klinkende processen als innovatie, implementatie, evaluatie en scenariostudies wervelen emoties in het rond. Net als in de wandelgangen, vergaderzalen, app-uitwisselingen, een grapje van de secretaris-generaal, de beantwoording van vragen uit de Tweede Kamer, de afhandeling van Woo-verzoeken, een oploopje bij de koffie-automaat, een column op platform O, een opiniestuk in de krant of een ketting van reacties op het rijksportaal. De ambtelijke werkpraktijk lijkt soms wel een balzaal van emoties.
Het is dus zaak om emoties een goede plek te geven in ambtelijke processen. Daarbij gaat het niet alleen om de zogenoemde basisemoties angst, woede, verdriet en vreugde. Want er bestaan tientallen, misschien wel honderden gradaties daarvan. Lichtere vormen van de ‘grote vier’ zijn bijvoorbeeld irritatie, bezorgdheid, medelijden of voldoening.
Enkele aanwijzingen die je op weg kunnen helpen:
● In de Gids ambtelijk vakmanschap staan goede adviezen om met emoties om te gaan, hoewel het woord emotie op het eerste gezicht niet voorkomt.
● In beproefde methodieken als moreel beraad, dialoog en ethische onderzoeksgesprekken worden emoties, onder verwijzing naar filosofen als Aristoteles of Nussbaum, gebruikt als belangrijke informatiebron en zijn ze dus geenszins vijandig aan ratio en pragmatisme.
● De beste evaluatoren, projectleiders, uitvoerders, managers, coaches en adviseurs gebruiken emoties op een respectvolle manier om uit te vinden waar het echt om draait. Bij hen kun je te rade gaan!
Verantwoordelijkheid nemen
De boze mannen waar mijn grote vriendelijke vriend zo schoon genoeg van had, beheersen hun emoties niet en veroorzaken daarmee ellende voor anderen. Misschien is het kenmerk van professioneel omgaan met emoties: verantwoordelijkheid ervoor nemen, door te signaleren dat ze een rol spelen en daarnaar te luisteren.
Oefening
Bij het schrijven van dit blog ontstond een oefening, een spelletje zo je wilt. Je kunt het alleen spelen of met een collega. Het bestaat uit twee stappen en een bonus voor gevorderden:
1. Noteer direct na je eerstvolgende gesprek of overleg de tien gedachten die zich het meest bij je opdringen.
2. Detecteer welke emotie, hoe klein ook, eronder schuilt.
3. (Deze stap vereist focus, aandacht en stilte) Kom te weten waar in het lichaam de emotie zich doet voelen.
Tijdens het schrijven deed ik de oefening mee.
1 Leg ik het goed uit? (onzekerheid)
2 De voorbeelden liggen voor het oprapen (zelfvertrouwen)
3 Project A lijkt ondertussen zowaar te gaan lukken (blijdschap)
4 Dat had X mij moeten vertellen (lichte gekwetsheid)
5 Dat zal Y vast fijn vinden (trots)
6 Kan ik dit Z wel vragen? (bezorgdheid)
7 Blij dat ik W even heb gebeld (voldoening)
8 Is dit niet een beetje overdreven? (verlegenheid)
9 Waar blijft dat stuk nou dat ook nog af moet? (irritatie)
10 Ik moet niet te lang doorwerken vandaag (bezorgdheid)
De oefening werkte. Zo constateerde ik een irritatie over iets, maar ook een zekere genoegdoening, misschien wel verslaving aan die irritatie, en schaamte om dit te erkennen. De irritatie bleek bij goed voelen rond mijn middenrif te zitten; de nieuwsgierigheid en schaamte in de borststreek.
Resultaat van dit onderzoek? Weg irritatie.
Ik durf de stelling inmiddels aan dat elke gedachte, hoe inhoudelijk, strategisch, of puur praktisch ook, een emotionele lading heeft. Of anders gezegd: verbonden is met een emotie. Als je kleine emoties goed leert kennen, wordt het gemakkelijker om ook te dealen met de grote. Ook die gaan dan voorbij. Net als de patstellingen.
Ik wens je veel emo-plezier.
Geef een reactie