Een groot aantal gemeenten verkeert in financieel zwaar weer. Het is mogelijk dat een nieuw kabinet een deel van de pijn kan verlichten, maar het onderliggende probleem blijft bestaan, schrijven Peter Verheij en Peter Wilms. De belangrijkste taak van een nieuw kabinet is namelijk om voor gemeenten de balans tussen taken, organisatie, bevoegdheden en bekostiging te herstellen.
Maar liefst 79 procent van de gemeenten verwacht in 2021 een tekort op de rekening. Ongeveer 90 van de 352 gemeenten staan al voor het derde jaar op rij in het rood. De reserves van gemeenten nemen in rap tempo af. De lokale lasten stijgen in 2021 met meer dan 5 procent. Gemeenten bezuinigen op infrastructuur, sport, cultuur, bibliotheken, groenvoorzieningen. Veel partijen zeggen in hun verkiezingsprogramma’s extra geld voor gemeenten toe. Maar dat lost het probleem niet op.
Armpje drukken met het rijk
Gemeenten zijn voor bijna 60 procent van hun inkomsten afhankelijk van de Rijksoverheid. Het lijkt daarom volstrekt logisch dat gemeenten met een claim van ettelijke miljarden euro’s bij het rijk aankloppen. Dit om oude tekorten in te lopen en te kunnen voldoen aan nieuwe opgaven die veel geld vragen. Want gemeenten staan de komende jaren aan de lat voor grote maatschappelijke opgaven op het terrein van onder andere de woningbouw, de energietransitie en de klimaatadaptatie. Alleen al voor de uitvoering van het Klimaatakkoord is tot en met 2024 een ruim 1 miljard euro nodig. Deze financiële claims ontaarden geregeld in een wedstrijdje ‘armpje drukken’ die gelet op de machtsverhoudingen meestal in het voordeel van het rijk uitpakt.
‘Een extra zak met geld doet onvoldoende recht aan de structurele toename van de zorgbehoefte’
Verschillende politieke partijen maken in hun verkiezingsprogramma wel extra geld vrij voor de gemeentelijke taken op het terrein van jeugdzorg en Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo. Dat verlicht inderdaad een deel van de pijn, maar het onderliggende probleem blijft bestaan. In 2015 zijn namelijk de taken in het sociaal domein met een korting overgeheveld naar gemeenten. Onder het mom dat gemeenten de politiek bestuurlijke keuzes dichter bij de burger kunnen maken, waardoor er meer maatwerk mogelijk zou zijn. Dit zou leiden tot een effectiever en doelmatiger uitvoering van het beleid. Maar omdat de zorg die een burger van de overheid krijgt, niet afhankelijk mag zijn van de gemeente waar hij woont, legt het rijk de gemeenten steeds vaker normen op waaraan zij moeten voldoen. Een extra zak met geld doet dan ook onvoldoende recht aan de structurele toename van de zorgbehoefte.
Financieel moeras
De herverdeling van het gemeentefonds is voor veel gemeenten een schrikbeeld dat hen nog verder het financiële moeras in drijft. De herverdeling is wel noodzakelijk, en het helpt sommige gemeenten misschien een beetje, maar al met al is het een verdeling van de armoede.
‘Het gevaar dreigt van uitholling van het lokaal democratisch bestuur’
Biedt een vergroting van het lokaal belastinggebied – nu nog geen 7 procent van de gemeentelijke inkomsten – dan wellicht de oplossing? Uit de verschillende verkiezingsprogramma’s blijkt dat dit een sigaar uit eigen doos is, omdat de uitbreiding van het lokaal belastinggebied gepaard gaat met een korting op het gemeentefonds. Gemeenten dreigen daarmee de tekorten waar het rijk hen mee heeft opgezadeld te mogen verhalen bij hun burgers. Uitbreiding van het lokaal belastinggebied is alleen een goed idee als eerst de structurele bekostiging van het gemeentelijke takenpakket op orde is gebracht. Lokale belastingen zijn er in de eerste plaats om invulling te geven aan lokale voorkeuren ter bekostiging van zaken waarover de gemeenten zelf zeggenschap hebben.
Rust, reinheid en regelmaat
Een zak geld, een herverdeling van het gemeentefonds, een uitbreiding van het lokale belastinggebied; allemaal nodig, maar het gaat het structurele probleem in de bestuurlijke en financiële verhoudingen tussen het rijk en de gemeenten niet oplossen. De belangrijkste opdracht voor het nieuwe kabinet is om de balans tussen taken, organisatie, bevoegdheden en bekostiging te herstellen. Anders dreigen de financiële problemen bij gemeenten onbeheersbaar te worden en dreigt het gevaar van een uitholling van het lokaal democratische bestuur. Dat vergt fundamentele keuzes die in samenhang maar ook in de goede volgorde moeten worden aangepakt.
De Raad voor het Openbaar Bestuur heeft over deze problematiek het advies Rust-Reinheid-Regelmaat. Evenwicht in de bestuurlijk-financiële verhoudingen uitgebracht. Daarin pleit de Raad voor een deltacommissaris die binnen een jaar komt met de uitwerking van een samenhangend pakket van maatregelen om te zorgen voor rust, reinheid en regelmaat in de bestuurlijk-financiële verhoudingen.
*Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij de Raad voor het Openbaar Bestuur
Joop Böhm
UBI activist zegt
Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) heeft afgerekend met de hooggespannen verwachtingen van de decentralisatie van zorg- en ondersteuningstaken van het Rijk naar gemeenten. “Er waren in 2015 allerlei prachtige gedachten, maar in de praktijk blijkt dat het niet is gelukt”, aldus Mariska Kromhout van het SCP. Het Rijk moet volgens haar dringend zaken veranderen. “Niets doen is geen optie.”
De oplossing ligt voor de hand: Voer een universeel basisinkomen (UBI) in dat hoog genoeg is voor een onbekommerd bestaan. Dan zal blijken dat de last van het Sociaal Domein ten laste van de gemeenten, nog slechts een fractie zal zijn van de last, die in het huidige systeem op de gemeenten drukt.