Erkenning is geen hogere verpakkingskunde, geen truc, pakkend beeld of scherpe slogan maar draait om taal en wezenlijk contact, zegt Robbert Coops in zijn bespreking van Werk maken van erkenning; over contact als toegangspas door Guido Rijnja. Dat klinkt hoopvol, maar nu graag de praktijk!
Toen eind vorige eeuw discussies over de aanleg van de Betuweroute (tussen zee en Zevenaar) dreigden uit te monden in een patstelling, werd door minister Jorritsma van Verkeer en Waterstaat een time-out ingelast. Een periode van ongeveer een jaar werd gebruikt voor nader onderzoek, fine-tuning van procedures (Tracéwet, milieueffectrapportage) en vooral veel overleg en communicatie met bestuurders, belangen- en actiegroepen en burgers.
Eindelijk en eigenlijk ging het hier om erkenning. Erkenning van zorgen over geluidhinder, toegankelijkheid, financiële genoegdoening bij ruilverkaveling en onteigening. Het voor dit grote en complexe railinfraproject verantwoordelijke ministerie van Verkeer en Waterstaat en de Nederlandse Spoorwegen kwamen uit hun ambtelijke en bestuurlijke hok en gingen vooral ter plekke luisteren. Het werkte. Er ontstond onderling begrip en vertrouwen, feitelijke kennis werd opgebouwd waardoor de meer emotionele, negatieve perceptie over de komst van de Betuweroute verflauwde.
Verbinden met verschillen
Niettemin bleef de vaak principiële kritiek op de Betuweroute vanuit de regio overeind. Ook dat is in zekere zin erkenning, het accepteren dat wederzijdse standpunten (blijven) verschillen. ‘Verbinden met verschillen,’ noemt Guido Rijnja (adviseur communicatiebeleid bij de Rijksvoorlichtingsdienst en als docent betrokken bij diverse opleidingen van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur) dat in zijn onlangs verschenen essay Werk maken van erkenning.
Hij introduceert het hulpmiddel dilemmalogica, dat zich heeft bewezen bij omstreden kwesties door met het publiek eerder en actief contact te maken over wat schuurt en bindt. Leg het probleem op tafel en erken de zorgen (wie doet ertoe en waar verlangen ze naar?), orden zienswijzen (wat scheidt en bindt?) en richt het perspectief op actie (wat heeft wie nodig?). Het lijkt allemaal eenvoudig, maar de overheid blijkt helaas vaak niet in staat of bereid de eigen doelredenering op te schorten ten gunste van dialoog met het speelveld.
Afghanistan-top
Rijnja signaleert vele voorbeelden – van gaswinning in Groningen tot de kindertoeslagenaffaire- waarin een dergelijke benadering veel ellende had kunnen voorkomen. Wat dat betreft is het lerend vermogen bij de overheid onvoldoende. In dat verband is het interessant of en in hoeverre de overheid enigszins geleerd heeft van de ervaringen bij de totstandkoming van de zogenoemde Afghanistan-top in Den Haag, nu daar volgend jaar – in hetzelfde gebied – de NAVO-top gaat plaatsvinden.
Het lijkt erop dat opnieuw hetzelfde patroon wordt gevolgd door het belang van de internationale meeting in de presentaties voorop te zetten, gevolgd door het economische belang voor Den Haag als ‘internationale stad van vrede en recht’ en de vele veiligheidsmaatregelen voor de deelnemers aan de conferentie. Alsof die het primaire belang en interesse zijn van inwoners die zich vooral gedurende enkele maanden geconfronteerd zien met wegomleggingen en gedurende de NATO-top zelf met allerlei veiligheidsmaatregelen.
De eerste informatieronden doen wat dat betreft het ergste vrezen: het contact en de daarbij gaande communicatie is eenzijdig en gaat geheel uit van het belang van de NAVO. De toepassing van de dilemmalogica zou in dat verband veel beter niet zozeer gericht zijn op het laten verdwijnen van verschillen van inzicht, maar zou moeten leiden tot ‘een gedeelde werkelijkheid tot een herformulering en andere perspectieven’. Als dat op een professionele en consistente manier gebeurt is er al – over en weer – veel gewonnen. Maar ondanks die inzet kunnen uiteenlopend standpunten zich verharden, zo waarschuwt Rijnja.
Gemiste kans
Erkenning blijkt in de publieke sector nog onvoldoende herkend te worden. Een gemiste kans, want ‘erkenning steekt dieper dan instemming meteen maatregel of een oplossing, het raakt aan iets wezenlijks, waar iemand voor staat. Dat kan het dilemma zijn dat je enerzijds bereid bent gastvrijheid aan vluchtelingen te bieden en anderzijds de leefbaarheid wil garanderen. Of dat je ook wel snapt dat wonen in een gebied met boringen risico’s met zich meebrengt, maar niet snapt dat veiligheid op de tweede plaats komt. Die worsteling doet ertoe – en jij dus ook.’
Erkenning is geen hogere verpakkingskunde, geen truc, pakkend beeld of scherpe slogan maar draait om taal en wezenlijk contact. ‘Waarachtige taal kan helpen om niet zozeer oplossingen beter te snappen, maar de weg er naartoe. Gedeeld probleembesef blijkt steeds vaker essentieel voor het bewerkstelligen van goed contact, zodra erkenning in het geding is, er kennelijk iets écht schuurt.’ Dat klinkt hoopvol, maar nu graag de praktijk! Erkennen is (nog even) wennen.
Guido Rijnja. Werk maken van erkenning; over contact als toegangspas. Nederlandse School voor Openbaar Bestuur, Den Haag, 2024, IDBN 978-90-834135-4-9.
Beeld Freepik
Geef een reactie