In zijn nieuwe boek stelt Rob Wijnberg dat de waarheid haar zeggingskracht verloren heeft. Daardoor is een samenleving ontstaan zonder solidariteit en met afnemend vertrouwen in politiek en media. Robbert Coops bespreekt het werk op platform O.
De doorrekening van de verschillende partijprogramma’s zo vlak voor de verkiezingen is een mooie traditie. Dit jaar werd die traditie weliswaar enigszins doorbroken omdat sommige partijen om hen moverende redenen niet wilden meedoen. Waren die partijen bevreesd voor een al te kritische beoordeling door het Centraal Planbureau en het Planbureau voor de Leefomgeving of speelden er andere overwegingen?
Maar bovenal: wat voegen die analyses eigenlijk toe? Is de juiste methodiek wel toegepast en zijn er geen betere alternatieven? En in hoeverre ontstaan hierdoor waardevrije feiten of ontwikkelingen? En wat is waar in dit verband? Wat is waarheid – en wat niet? Over de waarheid en het geloof daarin gaat het boek van filosoof Rob Wijnberg dat nu al enkele maanden in de lijst van bestverkochte boeken staat. Opmerkelijk, want zijn boek is – ondanks zijn makkelijke schrijfstijl – geen gemakkelijke kost.
Marktdenken
Bijna dertig jaar geleden publiceerde ik – samen met drie anderen – het boek Van overheid naar markt. Het bevatte een pleidooi om publieke voorzieningen te privatiseren of verzelfstandigen. Weliswaar niet ongeclausuleerd, maar de neoliberale geest en het daaraan te koppelen marktdenken was overduidelijk aanwezig. Het boek verscheen bij Sdu Uitgeverij, die niet veel later geprivatiseerd werd. Toen de negatieve effecten van de marktwerking, zoals in de zorg, steeds duidelijker werden ontstond het idee bij de redactie om een vervolg te schrijven dat ‘Van markt naar overheid’ zou moeten heten. Dat vervolg is er nooit van gekomen, maar de privatisering ging door, zij het op een stille manier.
‘Specifieke kennis wordt nog steeds extern ingekocht’
Toenmalig secretaris-generaal Ad Geelhoed (Economische Zaken) wees in dat verband op de gevaren van het uitbesteden van overheidsactiviteiten. Specifieke kennis en deskundigheid die de overheid ontbeert worden nog steeds extern ingekocht. Democratische controle daarop is nauwelijks mogelijk, terwijl kennis en ervaring weglekken.
Universele waarheid
Die periode – jaren tachtig van de vorige eeuw – is volgens Wijnberg door het marktdenken bepalend geweest voor het tanende geloof in een universele waarheid. Zijn boek besteedt dan ook uitvoerig aandacht aan het neoliberalisme zoals dat door invloedrijke economen als Friedman en Hayek werd gedefinieerd. De postmoderne waarheidsopvatting sloot een verbond met het kapitalisme, waardoor het uitgroeide tot een consumptiegoed. ‘De samenleving werd een markt, de overheid een bedrijf, de mens een consument. En waarheid een product.’ Er was kortom alom twijfel aanwezig over ‘het bestaan van Waarheid en weerzin tegen ieder instituut dat meende zo’n universeel geldende Waarheid in pacht te hebben.’
Die twijfel is sindsdien alleen maar toegenomen. ‘De postmoderne waarheid die ons voorspiegelt dat we allemaal onafhankelijke individuen zijn, en ons zelfs aanmoedigt zo zelfstandig mogelijk door het leven te gaan, is dan ook een illusie. De waarheid is dat ieder van ons onderdeel is van een weefsel van onderlinge afhankelijkheid en onzichtbare samenwerking – een kwetsbaar en machtig samenspel tussen miljoenen soortgenoten. Een dieper besef van dat weefsel is de grondstof van onze vooruitgang. Van een waarheid die ons een ander vergezicht geeft dan dat van een wereld die enkel draait om individuele behoeftebevrediging.’
‘Een ruime meerderheid heeft vertrouwen in elkaar en in de democratie’
Waarheid heeft haar zeggingskracht verloren waardoor een samenleving kon ontstaan vol cynisme, pessimisme, polarisatie en wantrouwen. De overheid heeft dat mede door het eigen kapitalistische, economische en technologische beleid voor een deel aan zichzelf te wijten. Het afbrokkelende vertrouwen in de (Nederlandse) overheid is mede daardoor ontstaan. Wijnberg wijst er echter op dat ons land gelukkig nog steeds stijf bovenaan staat in de lijst van high-trust societies. Een ruime meerderheid heeft vertrouwen in elkaar, de democratie, de overheid, de rechtspraak, de wetenschap, de pers en zelfs de politiek.
Optimistisch
Ook over andere aspecten is Wijnberg positief en optimistisch. Terug naar het verleden is niet mogelijk noch wenselijk, maar een ontwikkeling – zoals rond de energietransitie – naar een economie en samenleving die gebaseerd zijn op principes van duurzaamheid en circulariteit betekenen wel degelijk voortuitgang. Hoopgevende signalen en verhalen die laten zien dat waarheid weer iets kan worden wat we delen in plaats van wat ons verdeelt. ‘Waarheid dat is geen hoop, feit of verzinsel – en zeker niet iets wat toe te eigenen is. Waarheid is een weefsel.’
Bibliografie
Rob Wijnberg (2023), Voor ieder wat waars; hoe waarheid ons verdeelt en ons weer kan samenbrengen, De Correspondent.
Beeld: Magda Ehlers
Geef een reactie