Een burgerbegroting is een van de manieren waarop burgers kunnen beslissen over een budget. In een reeks van drie artikelen presenteren we aantal belangrijke bevindingen van een lopend Europees onderzoek naar burgerbegrotingen: DEMOTEC[1]. Hierin worden lessen getrokken uit zeven deelnemende landen: Cyprus, Griekenland, Ierland, Polen, Roemenië Schotland en Nederland. In dit artikel staan de lessen centraal uit experimenten met verschillende soorten burgerbegrotingen.
In twee eerdere artikelen werden de bekendste voorbeelden van burgerbegrotingen gedeeld: van de start in Porto Alegre tot recente voorbeelden in Nederland. In deze artikelen stonden ook de eerste bevindingen van ons onderzoek naar burgerbegrotingen centraal: de lock-in-effecten; de rol van zelfvertrouwen[2]; de offline en online ontwerpkeuzes; en de invloed van de manier van stemmen[3].
In dit artikel kijken we naar de rol van de media. Binnen DEMOTEC was hier specifiek aandacht voor, omdat er nog niet zo vaak naar de rol van de media in relatie tot democratische innovaties was gekeken. We deden dat op drie manieren: een grootschalige analyse op nieuwsberichten, een reeks interviews met journalisten in de zeven landen en een survey onder journalisten.
Deel 1: de nieuwsberichten
We gingen ervan uit dat er in totaal ongeveer 2.500 burgerbegrotingen habben plaatsgevonden van 2014 tot 2021 (de periode voor het analyseren) en totaal konden we 40.000 artikelen vinden. Het merendeel van die artikelen was in het Spaans, wat niet zo gek is gezien de start in Porto Alegre en het prominente gebruik van burgerbegrotingen in Zuid-Amerika[4]. Zie hierna voor een overzicht[5]:
Als een burgerbegroting genoemd werd, was dat vaak op een meer oppervlakkige manier. Van de artikelen waarin een burgerbegroting genoemd werd, was ongeveer de helft laag in ‘relevantie’, in de praktijk kwam dat erop neer dat een nieuwsbericht eigenlijk een persbericht of iets dergelijks was.
Deel 2: de interviews
De geïnterviewde journalisten (ongeveer 90) waren over het algemeen best sceptisch over burgerbegrotingen. De ideeën en waarden van democratische vernieuwing onderschreven ze, maar er was is veel kritiek op de gebrekkige implementatie, de interesse van burgers en de financiële prikkels die journalisten zelf ervaren. Burgerbegrotingen worden doorgaans niet als nieuwswaardig gezien, tenzij er iets misgaat, en dan…
[dragen] de media bij aan deze situatie [een negativiteitsbias] omdat ze geïnteresseerd zijn in anomalieën… Als gevolg daarvan krijgen we een vertekend beeld van de wereld (Citaat uit Polen).
Ook was er best wat variatie in reflecties van journalisten op de democratie en burgers. Daardoor waren er ook cynische reflecties, zoals:
Mensen denken: Waarom zou ik me er druk om maken? Of ik nu rechts, links of het midden stem; zelfs als ik op een onafhankelijke kandidaat stem, er zal nooit iets veranderen in Cyprus.
Tot slot, in alle landen behalve in Nederland, waren de journalisten ontevreden over de rol van de media als het gaat om de verantwoording door politici. In de andere landen werd er een sterke verstrengeling tussen de journalistiek en de politiek waargenomen, en in Nederland dus minder!
Deel 3: de survey
Een burgerbegroting werd in de survey (met ongeveer 900 journalisten) over het algemeen gezien als positief, maar journalisten waren tegelijkertijd sceptisch over de daadwerkelijke impact ervan. Ze waardeerden de kernwaarden van een burgerbegroting, zoals burgers een stem geven en het bevorderen van sociale rechtvaardigheid, maar twijfelden aan het vermogen ervan om een gamechanger te zijn. De tevredenheid van journalisten over de huidige staat van de democratie in hun land beïnvloedde sterk hun steun voor burgerbegrotingen.
In Nederland was het net een beetje anders. Ten eerste was het de relatie tussen tevredenheid over de democratie en steun voor burgerbegrotingen hier het zwakst van alle landen. Gemiddeld genomen waren de Nederlandse journalisten ook het minst enthousiast over burgerbegrotingen als democratische innovatie (de mediaan was 5, op een schaal van 10). Ten tweede hadden de Nederlandse journalisten een andere voorkeur voor het model van burgerbegrotingen. We vroegen journalisten te kiezen tussen twee modellen:
- consultatief: hier is de gemeente is niet verplicht de geselecteerde projecten uit te voeren.
- bindend: de gemeente is verplicht de door de deelnemers geselecteerde projecten uit te voeren.
Waar alle journalisten in de DEMOTEC-landen een voorkeur hadden voor het bindende model of geen duidelijke voorkeur, hadden de Nederlandse journalisten de voorkeur voor een consultatief model.
Conclusies
De gemiddelde kiezer zelden handelt, hij reageert. Politieke beslissingen worden zelden gegenereerd door het soevereine volk; ze worden aan hen voorgelegd. En processen van meningsvorming beginnen niet bij het volk, ze gaan door hen heen[6].
Dit citaat van de Italiaanse politicoloog Sartori onderstreept — onder andere — de rol van de media. Journalisten spelen een essentiële rol in het publieke debat en hebben de mogelijkheid om ook een rol te spelen in de meer participatieve vormen van democratische uiting. Toch bleek uit het DEMOTEC-onderzoek dat journalisten vaak terughoudend om de idee te omarmen dat journalistiek actief burgerschap en participatie zou moeten bevorderen.
Journalisten erkenden de waarde van burgerbegrotingen, maar waren verdeeld over hun effectiviteit en de mate waarin ze de aandacht van het publiek verdienen. Dit bleek uit zowel de interviews, de survey en indirect uit de verzamelde berichten over burgerbegrotingen.
De media aarzelen om burgerbegrotingen prioriteit te geven in hun agenda omdat ze het zien als een ingewikkelde kwestie die weinig interesse wekt bij burgers. Journalisten zijn ook geen verlengstuk van de communicatieafdeling van een gemeente, maar spelen wel een belangrijke rol in de democratie: ze informeren burgers, ze kiezen om bepaalde verhalen wel of geen aandacht te geven, ze en houden politici verantwoordelijk. Deze functies zijn net zo relevant voor democratische innovaties zoals burgerbegrotingen. Burgers moeten weten dat er iets plaatsvindt, hoe er besloten wordt, en wat de uitkomsten van democratische ‘vernieuwingsprocessen’ zijn.
Verdere inzichten, uit de andere platform O-artikelen over burgerbegrotingen en uit het hele DEMOTEC-onderzoek, zijn hier te vinden in dit handboek: https://pure.eur.nl/ws/portalfiles/portal/163213922/Handbook_of_EU_Participatory_Budgeting._The_next_steps_towards_engagement.pdf.
Voetnoten
[1] Dit project heeft financiering ontvangen van het onderzoeks- en innovatieprogramma Horizon 2020 van de Europese Unie onder subsidieovereenkomst nr. 962553.
[2] https://platformoverheid.nl/artikel/vertrouw-je-jezelf-genoeg-om-mee-te-mogen-doen/.
[3] https://platformoverheid.nl/keuzesstress/.
[4] Sintomer, Y., Herzberg, C., & Röcke, A. (2008). Participatory budgeting in Europe: Potentials and challenges. International journal of urban and regional research, 32(1), 164-178.
[5] Dit overzicht komt uit: Blok, S. & Groom, W. (2024). Handbook of EU Participatory Budgeting: the next steps towards engagement. Rotterdam.
[6] Sartori, G. (1987). The theory of democracy revisited (Vol. 1). Chatham House Pub. Citaat van p. 123.
Geef een reactie