Het ooit zo eerbiedwaardige instituut Kamer van Koophandel heeft een ingrijpende transitie ondergaan. Van fysiek georiënteerde service naar digitale dienstverlening. Dat was hoogstnoodzakelijk want de organisatie was in de loop der tijd verstrikt in de eigen structuur, zoals Jan Hoogkamer dat in zijn inleiding van Casus KVK betoogt. Maar niet alleen de structuur, ook de cultuur moest eraan geloven. ‘Het korset van de regionale Kamervoorzitters en -directeuren, die zich oppermachtig waanden en veranderingen vaak niet zagen zitten, is vervangen door een luchtig maatpak.’
In het onlangs op verzoek van de Kamer van Koophandel gepubliceerde boek Casus KVK wordt op een kritische manier teruggekeken op het pijnlijke proces dat uiteindelijk leidde tot het samenvoegen van twaalf regionale Kamers, de koepel KvK Nederland en Syntens, de stichting voor innovatiestimulering, tot een sterk verkleinde, moderne, centrale, beter servicegerichte en op resultaat gerichte organisatie: de huidige KVK. Dat betekende niet alleen een radicale breuk met het verleden, maar ook het afscheid van een regenteske, zwaar opgetuigde en weinig populaire organisatie.
Onder druk van het ministerie van Economische Zaken, dat lange tijd als een zwak optredende toezichthouder fungeerde – ‘een verplicht jaarlijks kopje koffie tussen de ambtelijke top en enkele secretarissen en voorzitters van de grootste Kamers, waarmee die taak afgevinkt kon worden’ – , moest er na de nodige, vaak snoeiharde evaluaties krachtig worden ingegrepen. En dat gebeurde ook tijdens het eerste kabinet-Rutte, waarin Maxime Verhagen minister van Economische Zaken wordt.
Toenmalig directeur Ondernemerschap Rinke Zonneveld constateert niet alleen dat er te weinig zelfreinigend vermogen bij de Kamers aanwezig was, maar ook ‘dat de dienstverlening niet langer voldeed aan de nieuwe tijd en dat daaraan ook te weinig gedaan werd. Ze liepen achter op digitalisering, taken in het kader van de regiostimulering waren te sterk gericht op de traditionele economie van detailhandel en bewogen te weinig mee met nieuwe sectoren in de economie’.
Reorganisatie
Ook van binnenuit werd zorgelijk gekeken naar het eigen functioneren, al gebeurde dat vooral van bovenaf. ‘Regionale Kamers waren als netwerk zeer sterk naar binnen gekeerd. Zij boden hun achterban goede mogelijkheden om elkaar te treffen op allerlei sociale gebeurtenissen. Maar zij initieerden zeker niet de vernieuwing waar de Nederlandse economie om zat te springen. En ze konden binnen de regionale Kamers maar moeilijk onder ogen zien dat hun functie en rol tranende was’, aldus Wim Meijer. De voormalig PvdA-politicus, staatssecretaris en commissaris van de Koningin in Drenthe fungeerde enige tijd als voorzitter van de Raad van Commissarissen van de Kamers van Koophandel. Onder zijn regie trachtte Hans de Boer (ex-voorzitter van MKB-Nederland) het tij te keren met een perspectiefstuk dat onder andere pleitte voor ondernemershuizen die dichter bij ondernemers in de regio zouden staan en die soepel zouden kunnen inspelen op hun behoeften.
De verantwoordelijke bestuurders wilden op
de oude voet door blijven gaan
Het was echter al te laat voor een structurele verandering van binnenuit. De verantwoordelijke bestuurders wilden op de oude voet door blijven gaan (met behoud van salaris en andere riante emolumenten) en zagen niet dat de politieke, maar vooral ook sociaal-economische omgeving drastisch veranderd was. Door deze houding kon de reorganisatie – de grootste in het publieke domein op die van de vorming van de Nationale Politie na – tamelijk geruisloos verlopen. Er is hoegenaamd geen interesse vanuit het parlement, dat de Kamer van Koophandel – net zoals product- en bedrijfschappen en waterschappen – zag als een symbool van politiek vervlogen tijden.
Extra bestuurslaag
Wat al deze organisaties gemeen hadden was dat ze een soort extra bestuurslaag vorm(d)en, buiten het mandaat van de politiek. Het waren semi-overheidsorganen met taken in de private en publieke sfeer, concrete uitvoeringsregels en een juridische grondslag om hun eigen financiering via heffingen te regelen. Dat was op afstand allemaal moeilijk te controleren. Uiteindelijk ontstond in korte tijd de KVK, waarbij zelfs het Handelsregister als onderdeel van het instrumentarium, werd gehandhaafd.
In Casus KVK wordt op indringende wijze verslag gedaan van het reorganisatieproces, de winnaars en de verliezers. Zij komen allen uitgebreid aan het woord. Daarnaast geven een fotocollage, een reconstructie en de nodige juridische bijlagen een goed beeld van de ontwikkeling van de Kamer van Koophandel naar die van KVK.
Jan Hoogkamer en Sander Grip (2018), Casus KVK: transformatie van een instituut, ISBN 978-90-76834-95-5, Uitgeverij Performa HR, Den Haag, € 19,95.
Armand Leenaers
oud-medewerker KvK zegt
Een interessante boekbespreking! Ik heb zelf een beschouwend artikel geschreven vanuit het perspectief van de KvK in Utrecht waar ik tot najaar 2012 heb gewerkt. Ik deel veel kritische opmerkingen maar vind het ook nogal top down vanuit de rijksoverheid beschreven. Inderdaad, net zoals bij de politie. Of dat uiteindelijk beter is, is nog helemaal de vraag. Het collectief blonk niet uit in daadkracht maar de regionale KvK’s stonden dichtbij de ondernemers en hadden een sterk netwerk ten dienste van de regionale economie. En dat is toch de essentie van het instituut, ook elders in Europa. Dat is geheel verloren gegaan evenals de door ondernemers opgebrachte eigen vermogens en veel vastgoed. Ook ontbreekt over de datahandel waarmee de KvK zich zo negatief in de kijker speelt. Enfin, oordeel zelf: http://www.nieuws030.nl/achtergrond/de-teloorgang-van-de-utrechtse-kamer-van-koophandel/
Armand Leenaers
oud-medewerker KvK zegt
Een interessante boekbespreking! Ik heb zelf een beschouwend artikel geschreven vanuit het perspectief van de KvK in Utrecht waar ik tot najaar 2012 heb gewerkt. Ik deel veel kritische opmerkingen maar vind het ook nogal top down vanuit de rijksoverheid beschreven. Inderdaad, net zoals bij de politie. Of dat uiteindelijk beter is, is nog helemaal de vraag. Het collectief blonk niet uit in daadkracht maar de regionale KvK’s stonden dichtbij de ondernemers en hadden een sterk netwerk ten dienste van de regionale economie. En dat is toch de essentie van het instituut, ook elders in Europa. Dat is geheel verloren gegaan evenals de door ondernemers opgebrachte eigen vermogens en veel vastgoed. Ook ontbreekt de datahandel waarmee de KvK zich zo negatief in de kijker speelt. Enfin, oordeel zelf: http://www.nieuws030.nl/achtergrond/de-teloorgang-van-de-utrechtse-kamer-van-koophandel/
Wouter Boon
Beleidsadviseur milieu en RO zegt
Men vergeet te melden dat veel (vooral) kleine ondernemingen graag contact hadden met de adviseurs, omdat zij (niet gehinderd door eigen zakelijk belang) de ondernemers konden helpen met hun deskundigheid. En hun advies was gratis, want de ondernemers betaalden al aan HUN kamer. Natuurlijk kon de ondernemer ook lid worden van een werkgeversorganisatie, naar die miste de lokale/regionale deskundigheid. Dat het kabinet geen oog had voor het belang van de KvK voor de lokale ondernemer, bewijst hun afstand tot de dagelijkse praktijk.