Zoals iedereen weet zijn mannen veel beter in zoeken dan vrouwen. Als ik de boter in de koelkast niet kan vinden dan haal ik de hele koelkast leeg, zet alles keurig op een rijtje terug en stel vast dat de boter op is. Ik roep dan stellig: ‘De boter is op!’ Mijn echtgenote opent vervolgens de koelkast en geeft mij de boter.
Dit bewijst mijn stelling. Mannen kunnen beter zoeken, het probleem is dat ze slechter zijn in vinden. Wellicht is het daarom ook wel dat ik (en ik ben vast niet de enige) zo allergisch ben voor de woorden ‘maar zie je het dan niet?’. Nee, want als ik het zou zien dan zou ik niet zeggen dat de boter op was.
‘Innovatie-eilandjes hebben verbinding nodig met de uitvoering’
Dit typeert wel een beetje de manier waarop veel innovatieve big dataprojecten op gang komen. Het begint en beweegt vaak rondom een aantal ‘believers’. Deze gangmakers zijn natuurlijk van groot belang, maar voor een permanente beweging van het gebruik van big data analyse is meer nodig. Ook zie ik dat vanuit het MT besloten wordt om in te zetten op big data en dat vervolgens mensen, vaak van buitenaf, worden ingezet om dit op gang te brengen. Zodat er innovatie-eilandjes ontstaan, die weinig verbinding hebben met de rest van de organisatie.
Er gebeurt veel moois op deze eilandjes en een zekere mate van onafhankelijkheid van de dagelijkse gang van zaken is nodig om innovatie op gang te brengen. Maar je moet wel zorgen voor een sterke verbinding met de uitvoering, omdat anders mooie toepassingen niet van die eilandjes af komen. Om bij het verhaal van de boter in de koelkast te blijven: zodat ook anderen het zien, die kansen van big data!
Hoe je die verbinding legt, of zo u wilt de bruggen bouwt van de uitvoering naar de innovatie-eilandjes, is het onderwerp van de masterclass over organisatieverandering en strategische samenwerking die KING en Jheronimus School of Data Science (JADS) op 8 februari organiseren.
Geef een reactie