Sommige maatschappelijke vraagstukken of innovaties vallen tussen wal en schip omdat ze niet in een beleidsmatig of organisatorisch hokje passen. Die lossen we beter op als we kijken en werken vanuit het geheel. Het ministerie van IenM heeft dat goed begrepen en organiseert om die reden het Overleg Infrastructuur en Milieu (OIM). Dat zouden meer departementen mogen doen, zegt Friso Coumou, versneller Doe-democratie bij BZK.
‘Had Economische Zaken maar een OIM,’ verzuchtte een van de deelnemers tijdens de laatste bijeenkomst van het OIM van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. En hij had gelijk, want eigenlijk gun je elk departement zoiets. OIM is het ‘Overleg Infrastructuur en Milieu’.
Het is één van de manieren waarop IenM maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven consulteert voor de totstandkoming van beleid en besluiten. Het overleg valt niet onder de SG, er is een onafhankelijke voorzitter aangesteld. Deze voorzitter creëert een neutrale setting waarin de deelnemers een gelijkwaardige positie hebben. Zo ontstaat een helder beeld van visies en meningen, dat vervolgens schriftelijk met de betreffende bewindspersonen en de ambtelijke top wordt gedeeld. Bij wet is vastgelegd dat het overlegorgaan bijeen komt indien ten minste vijf leden daarom verzoeken.
Aan de bak
Voor het overleg van 22 oktober 2015 stonden twee thema’s op de agenda: de Begroting 2016 van IenM en het functioneren van het OIM als zelfstandig overlegorgaan. Ik mocht één van de dialoogtafels begeleiden. Dat was om verschillende redenen een bijzondere ervaring.
Het begon al bij de voorbereidende bijeenkomst. Misschien wat in slaap gesust door de procedures en protocollen die ik gewend ben, verwachtte ik een gedetailleerde gespreksinstructie. Maar we beperkten ons tot de essentie. Wat zijn de drie hoofdvragen, en wanneer is de bijeenkomst een succes? De verantwoordelijke manager zei daarna: ‘Hoe jullie het precies aanpakken is aan jullie. Dat zal van persoon tot persoon verschillen. Ik vertrouw op jullie ervaring. Jullie gaan er vast iets moois van te maken!’ Meteen voelde ik mij verantwoordelijk en realiseerde ik me dat ik nog even flink aan de bak moest om een goede werkvorm te verzinnen.
‘IenM wil meer horizontaal, procesgericht en opgavengestuurd werken’
De ruimte en het vertrouwen passen bij de ontwikkeling die het ministerie van IenM momenteel doormaakt. IenM wil meer horizontaal, procesgericht en opgavengestuurd werken, in aanvulling op verticale sturingsstijlen. Dat vraagt van IenM-ers een open en nieuwsgierige houding. IenM opent zich steeds verder en durft zich kwetsbaar op te stellen. Naar buiten toe, door ook de werkwijze van het OIM aan de orde te stellen en te experimenteren met nieuwe werkvormen. En van binnenuit, door mensen ruimte en vertrouwen te geven in hun gesprekken met belangrijke stakeholders.
Waterplanten
Ik zag het ook tijdens de OIM-bijeenkomst. Rondom vijf centrale opgaven van IenM waren tal van stakeholders uitgenodigd. Innovatie ontstaat immers door kruisbestuiving van ideeën, gebruikmakend van de verschillende achtergronden van mensen. Beleidsindelingen of sectorindelingen zijn daarbij niet relevant. Het deed me denken aan een plaatje van Otto Scharmer waarin hij schetst hoe we van een stelsel 3.0, met afspraken en convenanten in deelsectoren met deelbelangen, nu steeds meer met alle relevante spelers naar nieuwe oplossingen voor het hele ecosysteem gaan kijken, een stelsel 4.0.
‘Wie houdt zich bezig met waterplanten? Ik kan nu nergens terecht,’ zei een vertegenwoordiger van de pleziervaart, die last heeft van extreme plantengroei in het water. ‘Laten we eens bijeenkomen en met elkaar kijken naar de belangen van recreatie, natuur en milieu. Dan komen we vast tot heel verstandige oplossingen waar iedereen baat bij heeft.’
Zo zijn er meer maatschappelijke vraagstukken of innovaties die tussen wal en schip vallen omdat ze niet in een beleidsmatig of organisatorisch hokje passen. En die we oplossen als we gaan kijken en werken vanuit het geheel. Lang leve intersectorale cocreatie. En lang leve het OIM! Dát zouden meer departementen mogen doen.
Geef een reactie