De ‘sociale ziel’ van onze politie staat op het spel, zegt Ronald van Steden, universitair hoofddocent bestuurskunde aan de VU. Huidige reorganisaties brengen het risico van taking policing backwards met zich mee. Ondertussen gaat er nauwelijks een dag voorbij of de nationale politie is in het nieuws.
Het loopt niet goed bij de basisteams van de politie: de norm dat er een wijkagent op vijfduizend bewoners actief moet zijn, wordt nergens gehaald. Daarnaast liet minister Van der Steur van het ministerie van Veiligheid en Justitie weten dat de kwaliteit van de recherche fundamenteel verhoogd moet worden. Ondertussen bereiden de vakbonden steeds hardere acties voor en gaat het hele reorganisatieproces twee keer zo lang duren en twee keer zo veel kosten als was begroot.
Zorgen
Onlangs presenteerde de Stichting Maatschappij en Veiligheid een onderzoeksrapport van Jan Terpstra, hoogleraar strafrecht & criminologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen, over de opvattingen van burgemeesters over hoe zij hun rol als gezagsdrager onder het regime van de nationale politie kunnen waarmaken. Ook werd gevraagd naar hun mening over de invulling van het lokale politiewerk door de nationale politie. Tot slot hebben de burgemeesters aangegeven waar zij knelpunten en problemen met betrekking tot de gezagsuitoefening en het lokaal politiewerk signaleren.
‘Verliezen agenten straks niet het vertrouwen van burgers?’
Dit rapport kan worden gelezen als een eerste wetenschappelijke evaluatie van het reorganisatieproces bij het Nederlandse politiekorps. Hoewel de opvattingen tussen burgemeesters onderling verschillen, valt op dat een flink deel van hen nog steeds goed te spreken is over het functioneren van basisteams en wijkagenten (naar de opsporing is geen onderzoek gedaan). Vooral de burgemeesters van kleine(re) gemeenten maken zich zorgen over de ingeperkte mogelijkheden om op lokaal niveau nog gezag over het nationaal georganiseerde korps uit te kunnen blijven oefenen. Als burgemeesters te weinig invloed hebben op de politie dan gaan zij andere oplossingen bedenken om veiligheid binnen hun eigen gemeentegrenzen te organiseren. In een kwart van de gemeenten heeft dat geleid tot de inzet van meer zogeheten ‘buitengewoon opsporingsambtenaren’ op straat.
Legitimiteit
Een kritische reflectie op het functioneren van de politie komt ook uit het korps zelf. Half augustus 2015 brachten Auke van Dijk, Frank Hoogewoning (allebei strategisch beleidsadviseur bij de eenheid Amsterdam) en Maurice Punch (een gerenommeerd politieonderzoeker) een Engelstalig boek uit over de vraag What matters in policing? De auteurs vergelijken reorganisatieprocessen bij de politie in Nederland met Engeland en Wales. Zij waarschuwen er op niet mis te verstane wijze voor dat deze reorganisatieprocessen the danger of taking policing backwards met zich meebrengen. Het lijkt erop dat korpsen zich onder druk van media en politiek steeds meer gaan focussen op harde criminaliteitsbestrijding. Terwijl uit talloze studies blijkt dat bredere, meer hulpverlenende en op peace-keeping georiënteerde taken minstens zo belangrijk zijn voor de legitimiteit van politieoptreden.
Verliezen agenten straks niet het vertrouwen van burgers? Van Dijk c.s. pleiten voor krachtig leiderschap om de politie door de huidige stormen van reorganisatie en financiële krapte te loodsen. Niets minder dan de ‘sociale ziel’ die de Nederlandse politie van oudsher kenmerkt, staat op het spel.
Geef een reactie