De digitale verbindingslaag tussen mensen en hun omgeving, waarover ik in deel 1 van dit drieluik sprak, bestaat uit drie kerndragers: sensoren, snel (mobiel) internet en (big open) data. Steeds meer gebouwen en voorwerpen in de openbare ruimte zijn uitgerust met sensoren, genereren data en wisselen gegevens uit via het internet.
Inmiddels doen mensen met een smartphone hetzelfde. Omdat het onzichtbaar is, zijn ze zich hier veelal niet van bewust. Naast mobiele telefoons werken steeds meer persoonlijke voorwerpen vanuit deze kerndragers. Zo bevat de gemiddelde auto veel meer sensoren dan we doorhebben.
Eind 2015 verscheen er een onderzoek over autodata en autofabrikanten. Steeds meer personenauto’s versturen data naar de autofabrikant zonder dat de autobezitter daar weet van heeft. Ruim 76 procent van de Nederlandse automobilisten weet niets van connected diensten in auto’s, zo blijkt uit het onderzoek.
Privacygevoelige gegevens – zoals informatie over de laatste honderd parkeerplaatsen, routes en bestemmingen, maar ook informatie over rijgedrag en snelheid, remgedrag en zelfs het gebruik van de veiligheidsgordel – worden allemaal geregistreerd en verzameld (Zie ook Editor’s Picks: Privacy automobilist op de helling). Ook telefoonnummers, mailadressen en persoonlijke foto’s van de mobiele telefoon van de bestuurder worden verzameld op de harde schijf van de auto.
Verantwoordelijkheid
Ontwikkelingen zoals deze spelen op veel vlakken; het voorbeeld van de auto is er maar een. Het komt ook steeds meer voor in de openbare ruimte: sensoren in verkeerslichten, straatverlichting en zelfs in bankjes en vuilnisbakken op straat. Ik gaf het al eerder aan: goed opbouwen, inrichten en beheren van juist die publiek openbare digitale verbindingslaag brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee. Nu vrijwel iedereen een smartphone met een sim-kaart heeft, richten providers en aanbieders van sensoren zich steeds meer op voorwerpen en voertuigen in de openbare ruimte. Er ligt daar een grote groeimarkt voor sensoren, snel mobiel internet en data. Ziut bijvoorbeeld, een van de grote spelers in de openbare ruimte voor openbare verlichting, verkeersregeling en camerasystemen, richt zich steeds meer op slimme systemen met sensoren. Het bedrijf zet actief in op slimme prullenbakken, lichtmasten en dergelijke.
Goud
Zo zijn er veel meer partijen die zich richten op sensoren in de openbare ruimte. Met name de grote bedrijven hebben aspiraties: denk aan spelers als Google, Apple, Microsoft, Cisco, Liander, Philips, LG, ga zo maar door. Vrijwel alle grote marktpartijen willen graag dat data via hen lopen. Informatie is het nieuwe goud in hun ogen.
De vraag die bij mij opkomt is: laten we dat over aan deze marktpartijen? Of ligt hier ook een taak voor de overheid, zowel nationaal, regionaal als lokaal? Wat mij betreft wel. Zeker over de zaken in de openbare ruimte, die overheden met ons belastinggeld inrichten en beheren. Juist daar is een partij die het maatschappelijke belang behartigt van essentiële waarde. Ook denk ik dat gebruikers meer invloed moeten hebben op hoe er met sensoren, snel internet en (hun) data wordt omgesprongen.
In het derde en laatste deel van dit drieluik ga ik daar dieper op in: veranderende verhoudingen en verantwoordelijkheden tussen overheid, marktpartijen en gebruikers.
Wil je meer weten over ECP en de bijeenkomsten ethiek in de digitale samenleving? Kijk dan op:
https://ecp.nl/events//4758/inspiratiesessie-de-toekomst-van-technologie-en-de-mens.html.
Geef een reactie