Wij mensen die hun leven goed willen leven… wij benutten de instituties, markt, politieke organisatievormen, wat ons dan ook maar ter beschikking staat, om ons gedrag productief te maken. Vervreemding van die systemen maakt ons machteloos om ons leven in vrijheid te leven. En daar krijg ik buikpijn van. Wat staat ons te doen in 2016?
Op oudejaarsavond had ik met drie vrienden een diep gesprek over de staat van Nederland en van de wereld. Het helpt dan dat onze vriendin geboren en getogen is in Rusland en nu al jaren als maatschappelijk werker in de Amsterdamse regio werkt. Meer kijken op de zaak levert meer inzicht. Het ging er breed en scherp aan toe. Van TTIP tot uitbuiting van de derde wereld en hoe je daar bij het boodschappen doen nauwelijks onderuit komt, van democratische constructies die werken als domhouder en eenkleurige, oppervlakkige media (en nee, dat ging niet per se over die van Rusland) tot defaitisme. Lost in a brave new world.
Veel is er inmiddels geschreven over het gebrek aan onderlinge verbinding en het existentiële gevoel van miskenning. En het gevaar dat dat leidt tot het gevoel dat je vertegenwoordiger bent van vooral je eigen mening. Wat leidt tot eenzaamheid en machteloosheid van mensen, van burgers.
Atomisering, noemt Bas Heijne het in zijn essay van eerder deze maand. Die term ‘atomisering’ kwam ik laatst al tegen toen ik de oorsprong van het woord holistisch maar eens precies wilde weten (voor dit artikel, Onze democratische context). Ik ben wel van de synchronie – dat woorden niet voor niets opduiken. Atomisering en holisme zijn leidende begrippen voor 2016.
Zelfs aan deze tafel met vier vrienden die elkaar hun halve dan wel hele leven kennen, waren we allemaal soms eenzaam in onze kijk en in onze onmacht. Met politici en bestuurders had dat in zoverre te maken dat mijn vrienden ook wel weten dat ik mij vaak ophoud tussen bestuurders en ambtenaren, en ooit gemeenteraadslid was, dus daarvoor was ik dan bliksemafleider. Maar ik liet mij natuurlijk niet zo maar zeggen dat ik tot die kaste behoorde. Kom nou!
Nou, je begrijpt: ook ik ben vervreemd van veel van de kanalen die ooit konden leiden tot betere werelden; de politieke partijen voorop. Maar omdat ik nog steeds zelfverklaard redelijk, goed genetwerkt, opgeleid, van inkomen en gezondheid voorzien ben, leid ik over het algemeen niet aan het leven. Ik ben hooguit goed gefrustreerd dat mijn optimisme en kennis niet leiden tot verandering. Maar kan dat ook prima even uitzetten.
Dat geldt echter al lang niet meer voor iedereen, zo dat ooit al gold voor iedereen.
Wij (geprivilegieerden) zullen emoties (verdriet, onmacht, boosheid) van ‘de ander’ moeten onderkennen, die onderliggend zijn voor bestuurders/elite/#firstworld als wij, maar hartstikke níet onderliggend voor mensen die niet tot die kaste behoren.
Aan de tafel van Oudjaar kropen de tweede en derde wereld, pessimisme, complotten en wantrouwen. En daarmee meer machteloosheid. Over de grootheid en complexiteit die we moeten omvatten om invloed en macht te hebben op hoe we onze wereld inrichten.
De vervreemding en atomisering gaat niet alleen over zaken in de achtertuin. Het gaat over wereldmacht en wereldmachten. In die onmacht over de wereldorde herkennen wij, zelfverklaarde redelijke mensen met veel macht in eigen kring, de onmacht van boze Nederlandse burgers. Paradoxaal genoeg overbruggen we de kloof als we zien dat we ons allemaal onmachtig voelen.
Want welke eisen stellen we aan de wereld en als we die eisen dan stellen, hoe bestendigen we ze? Waar te beginnen? Waarheen te emigreren? Of: hoe in ’s hemelsnaam iemand tegemoet te treden als dat een moordzuchtige terrorist is? En wie zal die taak van het tegemoettreden op zich nemen? Wij? Rutte? Merkel? Juncker? Poetin? Of toch gewoon maar Jesse Klaver?
Ja, lach maar. Op zoek moesten we toch naar enig licht aan het eind van onze tunnel. Bovendien was de champagne op. En toen moest ik denken aan die gevleugelde quote van Fred Rogers die rondzoemt als er iets dramatisch gebeurt. Om kinderen gerust te stellen bij rampen en terrorisme. ‘Look for the helpers.’
When I was a boy and I would see scary things in the news, my mother would say to me, ‘Look for the helpers. You will always find people who are helping’
Als we in deze crisis van instituties nieuwe kanalen graven voor meningen over en werk aan de publieke zaak, dan is het wellicht tijd om de raad van mevrouw Rogers eens op te volgen. Look for the helpers. Helpers in crisissituaties hebben geen soepele organisatie. Ze roeien met de riemen die ze hebben, pakken aan, handelen, vanuit een diep gevoelde medemenselijkheid. Gaan niet bij de pakken neer. Onverstoorbaar.
Mijn vriendin helpt een groepje jongeren die hun weg niet weten te vinden. Ze zet ze bij elkaar, helpt ze om gesprekken te voeren over hun leven. Als zij daarover vertelt, zie je hoe machtig ze is om de levens van die kinderen te verbeteren. Belangrijk en hoopvol: helpers nemen macht over de situatie. Ze geven in het hier en nu vorm aan die onverstoorbaarheid voor het theatrale ondergangsgejammer én aan de verbinding van mens tot mens.
In 2016 ga ik uitkijken naar de helpers. En ik ga mijn best doen er zelf een te zijn. Daarvoor moeten we kijken waar er bloed uitloopt en daar handelen. Toeschouwer zijn volstaat niet. Doodeng. Doe je mee?
Deze column is een bewerking van een open brief aan Bas Heijne naar aanleiding van zijn essay in NRC op 2 januari 2016 (Zie hieronder).
Marije van den Berg zegt
Ik vind het een boeiend artikel. Wat me triggert is het feit dat je op zoek gaat naar helpers om ‘de wereld te redden’. Vervreemding van systemen maakt ons machteloos om ons leven in vrijheid te leven schrijf je. Wie zijn die ons/wij? In mijn ogen zijn dat zij die een bepaald systeem hebben ervaren als zodanig bij hen passend dat het als vrij voelde. Zijn het de helpers?
Ik heb moeite met die helpers.
In je verhaal schrijf je meerdere malen over macht en machteloosheid. Mensen helpen is een vorm van ‘macht’. Macht over de mensen die je helpt. Macht die er vanuit gaat dat andere mensen zichzelf niet kunnen helpen (binnen het systeem). Wat ik in ons land zie is inderdaad een vervreemding van het systeem, omdat het systeem zodanig ingewikkeld is geworden dat een normaal mens daar niet meer uit komt. Maar helpt het dan om op zoek te gaan naar mensen die anderen helpen zich door het systeem te worstelen? Of helpt het om het systeem zodanig te veranderen zodat meer mensen weer zelfredzaam kunnen zijn? In mijn ogen zijn helpers eerder oorzaak van het verstikkende, vervreemdende systeem dan de oplossers ervan. Ben benieuwd hoe jij dat ziet.
Cora Postema
Marije van den Berg zegt
Ha Cora, dank voor je reactie.
Ik denk niet aan de helpers van die stereotiepe “hulpverleners” die er baat bij lijken hebben dat mensen hulpbehoevend blijven.
Mij gaat het om de helpers die door te handelen, vorm geven aan het anders benutten van hun “mens-kracht” en wellicht ook de systemen anders benutten.
Om over” het systeem” te praten alsof dat één ding is, daarmee heb ik moeite. Het is een kluwen systemen, rituelen, werelden, afspraken die wij kunnen benutten om ons leven te leven. Alleen al het besef dat je een systeem, een institutie, een organisatie, een afspraak als instrument kunt zien, maakt al vrijer, is mijn stellige overtuiging.
Ik had eerlijk gezegd nog nooit nagedacht als helpen als een vorm van macht uitoefenen over iemand anders. Dat is het in zekere zin, dus het is een boeiende toevoeging — en een waarschuwing voor mensen die de wereld pretenderen te willen verbeteren, zoals ik en wie weet nog anderen die op dit Platform rondhangen 🙂