Samenwerken. Op ambtelijk niveau, zoals dat in nette bewoordingen heet, werken we eigenlijk al veel samen, zonder regels, verwachtingen en voorwaarden. Gewoon elkaar even bellen, ontmoeten tijdens congressen en bijeenkomsten, afspreken, mailen en vooral delen.
Althans dat zie ik om me heen. En zelf doe ik ook niet anders.
Nee, dan de politiek. Nou ben ik zelf alles behalve politiek gevoelig. Weet niet of je de kleuren van Caluwé kent, maar ik ben net een toverbal, alle kleuren, behalve blauw. Dus die politiek, die snap ik niet zo.
Praten over samenwerken is makkelijk en levert je veel krediet op: goed bezig, vooruitstrevend en open. Op papier ambtelijk samenwerken een stapje en voer voor de plaatselijke krant. Bestuurlijk samenwerken is vaak een brug te ver.
Omdat ik niet blauw ben, snap ik dan ook niet dat we in de praktijk niet een overheid zijn. Dat we allemaal ons eigen eilandje willen hebben, met onze eigen regels en eigen sausje. Hoeveel tijd en geld zouden we kunnen besparen (winnen) als we allemaal één overheidssausje zouden gebruiken?
‘Hoeveel tijd en geld zouden we kunnen besparen (winnen) als we allemaal één overheidssausje zouden gebruiken?’
En hoeveel sneller en efficiënter zouden we kunnen werken als we als één overheid naar binnen en buiten zouden treden. Dat we zouden staan voor één ding en als één overheid zouden denken, met één ambitie in gedachten. Een goede leefomgeving voor de klant nu en in de toekomst, zonder te verspillen. En dan niet alleen de klant van jouw stad. Maar de klant in ons land, de inwoners van ons land, mensen. Ongeacht de woon- of verblijfplaats.
Samenwerken. De handen ineenslaan, samen de mouwen opstropen heeft in het verleden volgens mij voldoende aangetoond dat je op die manier meer bereikt. Onze droge voeten, het succes van de inpoldering en de strijd tegen de waterwolven, hebben we te danken aan samenwerken. Dus niet door het water alleen maar naar de buren te blijven pompen. Door samenwerken werd de klus uiteindelijk geklaard. Als ze eerder de handen ineen hadden geslagen en niet alleen aan zichzelf hadden gedacht, had dit veel verzopen dorpen en natte voeten gescheeld….
Dus waarom doen we het niet en masse? De ‘Werken bij en in … -sites’ schieten de grond uit. Samenwerkingsgroepjes overlappen elkaar als een lappendeken over het hele land en versterken elkaar niet altijd. Niet echt slim, niet echt efficiënt. Hebben we dan niks geleerd van onze voorvaderen?
Waarom is er niet één Werken bij de overheid? Niet één Stageplaatsenplek? Niet één Intranet voor de overheid? Niet één Overheidsacademie? Waar we onbeperkt, bloopers, eyeopeners, samenwerkingsgroepen, mobiliteitsvraag- en aanbod, kennis, evenementen, trainingen, lezingen, vacatures, uitgevonden wielen of in goed Nederlands best practices kunnen delen. Waar we elkaar moeiteloos kunnen ontmoeten. Mijn droom is één zo’n plek. En niet het ict-budget van de overheid versnipperd uitgeven aan allerlei losse initiatieven en onvindbare, vaak onwerkbare houtje-touwtjesites.
‘Het probleem is voor mij crystal clear, energie is er genoeg, de oplossing nabij. Maar ja, wie is de eigenaar?’
Deze vraag houdt me al een paar jaar zo bezig dat mensen mij wel eens miss Pleio noemen. Pleio was lange tijd voor mij de oplossing voor deze verdeeldheid. Ware het niet dat dit initiatief niet volop omarmt is, waardoor Pleio weinig voet aan de grond krijgt en niet voldoende doorontwikkeld kan worden. Op dit moment is de site van Ambtenaar 2.0 geland op Pleio. Nog steeds houtje-touwtje. Maar met goede hoop op groei en alsnog voet aan de grond.
Er zijn meer organisaties, initiatieven en ambtenaren die dit tegengeluid laten horen en allemaal energie steken in een beter (samen)werkende overheid. Sommige goed zichtbaar, sommige nog wat verstopt. Zelfs voor hen is het moeilijk om krachten te bundelen en niet versnipperd te blijven werken. Of je komt juist dezelfde mensen tegen bij verschillende activiteiten in het land.
Ik krijg als ik met ideeën kom vaak te horen: ‘Je moet niet met de oplossing komen, maar met het probleem. En die neerleggen bij de eigenaar.’ Het probleem is voor mij crystal clear, energie is er genoeg, de oplossing nabij. Maar ja, wie is de eigenaar? Waar leg ik het neer? Dat is een ander probleem.
Geef een reactie