• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de voettekst
Platform O

Platform O

Recensie
Algemeen
Robbert CoopsZelfstandig adviseur

Lees alle artikelen van
Robbert Coops

Deel dit artikel

  • Deel op Facebook Deel op Facebook
  • Deel op LinkedIn Deel op LinkedIn
  • Deel via e-mail Deel via e-mail
Bekijk alle auteurs

15 oktober 2025|Leestijd: 3 - 4 min

Publieke erkenning leidt tot (meer) verantwoordelijkheid

De Bond van Nederlandse Militaire Dienst- en Oorlogsslachtoffers (BNMO) vierde onlangs een jubileum met een forumgesprek met als motto: 80 jaar belangenbehartiging, lotgenotencontact, samenwerking en toekomstgerichtheid. Dat zijn dan ook precies de thema’s in het boek Een van de mooiste organisaties in uw land?; Audrey Hepburn en de BNMO, dat tijdens het jubileum werd gepresenteerd.

Beeld: Shutterstock

De BNMO werd vlak na de Tweede Oorlog opgericht. Een particulier initiatief dat onder andere door bankier, oud-militair en verzetsman ‘Bib’ van Lanschot (‘Je bent pas verslagen, als je het zelf opgeeft’) financieel werd gesteund. De overheid liet het toen afweten. Het ontbrak de overheid niet alleen aan financiële middelen, maar vooral aan publieke erkenning. Erkenning dat de overheid een grote verantwoordelijkheid zou moeten hebben voor gewonde en geestelijk verminkte militairen die niet aan hun lot mogen worden overgelaten.

Veteranenwet
Die erkenning en waardering voor het werk van militairen en veteranen moest met de nodige moeite en overtuigingskracht worden bevochten, maar resulteerde uiteindelijk – eigenlijk erg laat – in de Veteranenwet die in 2012 door de Tweede Kamer werd geloodst. Het was Tweede Kamerlid Angelien Eijsink (PvdA) die daartoe indertijd het initiatief nam.
Inmiddels is die erkenning ook op andere fronten versterkt. De professionele en specifieke zorg kon vanaf de jaren negentig worden verbreed. Oudere generaties veteranen van militaire missies in Nederlands-Indië, Korea en Nieuw-Guinea maakten langzamerhand plaats voor Libanonveteranen en zij die hadden deelgenomen aan vredesmissies in bijvoorbeeld Joegoslavië of Cambodja.

De zorg richtte zich bij lange niet meer alleen op het fysieke aspect maar meer en meer op de psychische gevolgen van oorlogsvoering

De zorg richtte zich bij lange niet meer alleen op het fysieke aspect maar meer en meer op de psychische gevolgen van oorlogsvoering. Vooral de aan post-traumatisch stress symptomen lijdende militairen – en zeker ook het thuisfront – verdienden in toenemende mate aandacht. Lotgenotencontact vormde bij dat alles een belangrijk onderdeel. Niet alleen de BNMO, maar ook instellingen als het Veteraneninstituut, stichting De Basis en andere organisaties wisten elkaar na de eeuwwisseling beter dan ooit te vinden. Ook het ministerie van Defensie – dat zich lange tijd verschool achter bureaucratische argumenten dan wel tamelijk loze beloften: de regering vergeet de militaire slachtoffers niet – deed mee.
De veteranenzorg voor militairen vanuit de overheid kreeg mede daardoor een steeds duidelijker gestalte. Bij andere geüniformeerde beroepen – politie, brandweer, boa’s, ambulancepersoneel, treinpersoneel – is dat nog veel minder het geval. Reden te meer tot samenwerking en kennisuitwisseling, iets dat nu ook op gang is gekomen.

Verruwing
De bijzondere zorgplicht van de overheid krijgt ongetwijfeld te maken met de negatieve effecten van oorlogsdreiging (Oekraïne, NAVO-oefeningen), het steeds vaker voorkomende geweld tegen geüniformeerden en meer in het algemeen van de maatschappelijke verruwing. Of een organisatie – die nog steeds deels wordt gefinancierd vanuit particuliere bronnen (loterijen!) – als de BNMO daartoe voldoende voorbereid en geëquipeerd is is sterk de vraag. Professionele ontwikkeling en wetenschappelijke onderbouwing van activiteiten en inspanningen op het gebied van veteranenzorg verdienen de niet aflatende steun van de overheid. Niet alleen in materiële zin, maar zeker ook in morele zin.

Fred Lardenoye (2025). Een van de mooiste organisaties in uw land?; Audrey Hepburn en de BNMO, 127 blz., ISBN 978-94-92435-25-5, Quo Vadis uitgeverij, Nijmegen.

Lees alle artikelen van
Robbert Coops

Deel dit artikel

  • Deel op Facebook Deel op Facebook
  • Deel op LinkedIn Deel op LinkedIn
  • Deel via e-mail Deel via e-mail
Bekijk alle auteurs

Lees Interacties

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Footer

  • FAQ

Over Platform O

  • Partners
  • Over ons

Wil je zelf kennis delen?

Meld je aan als gastauteur.

Aanmelden

Wil je ons steunen?

Meld je aan als kennispartner.

Aanmelden

Copyright © 2025 Platform O | Webdesign bureau Indigo

  • Home
  • Nieuwsoverzicht
  • Auteurs
  • Partners
  • Over ons
  • FAQ
  • Contact

Zoeken naar:

Aanmelden als kennispartner

Naam(Vereist)

Aanmelden als gastauteur

Naam(Vereist)