Hoe heeft de Toeslagenaffaire kunnen gebeuren en welke partijen hebben er een rol in gespeeld? Lex Cachet bespreekt Zo hadden we het niet bedoeld, geschreven door Jesse Frederik. Frederik schetst overtuigend een uiterst complex netwerk van schuldigen en slachtoffers.
We wisten het. Natuurlijk wisten we het. Dat de kinderopvangtoeslagaffaire zo dramatisch was dat je kunt spreken over levens van mensen die verwoest zijn door een meedogenloos systeem. Een systeem dat uiteindelijk niet alleen moedwillige fraude (want die was er zeker ook) maar en passant ook kleine fouten, vergissingen of tekortkomingen volkomen disproportioneel afstrafte. Enorme terugvorderingen waren het gevolg, die mensen met lage inkomens niet bij benadering konden betalen. Die hen dus de schulden injoegen omdat ze niet zó veel en zó snel terug konden betalen. Met alle verschrikkelijke gevolgen van dien: invordering, beslag, nog meer schulden, huisuitzettingen, extreme stress, verbroken relaties, kinderen die in armoede moesten opgroeien.
Nuances
Maar, wisten we het ook echt? Klopt wat we wisten wel in alle opzichten met hoe het gelopen is? Die vraag kwam bij mij op bij het luisteren naar het boek dat Jesse Frederik schreef over de toeslagenaffaire en dat gratis door de Correspondent verspreid wordt als E-boek en luisterboek[1].
Frederik heeft zeer gedetailleerd, maar goed te volgen, gereconstrueerd wat zich de afgelopen jaren rond de kinderopvang toeslagen allemaal heeft afgespeeld. Dat is veel en het is dramatisch. Zonder dat ook maar enigszins te ontkennen brengt hij toch de nodige nuances aan in het tot nu toe dominante beeld van de affaire.
‘Het toeslagenbeleid van de afgelopen jaren is treurig wisselvallig geweest’
Allereerst laat Frederik overtuigend zien dat het dossier zo ingewikkeld is (geworden) en het aantal betrokken partijen zo groot dat eigenlijk niemand meer in staat is het spel en het speelveld volledig te overzien; laat staan te beheersen. Dat laatste is van groot belang omdat het een eind maakt aan de illusie als zouden enkele schurken – incompetente bestuurders of ambtenaren – verantwoordelijk zijn voor alle ellende. Was het maar waar, zou je haast zeggen. Dan zou je het probleem kunnen oplossen door een paar poppetjes te wisselen. Helaas is de werkelijkheid vele malen complexer.
Jungle
Het blijft moeilijk te traceren waar het precies mis is gegaan. Goed bedoeld handelen – wetgeving, bijvoorbeeld – blijkt perverse effecten te hebben, die niet gecorrigeerd kunnen worden. Lange tijd ook niet door de (bestuurs-)rechter. Het probleem was namelijk niet dat uitvoerders wet- en regelgeving negeerden of overtraden. Het probleem was juist dat ze zich heel precies aan die regels hielden en ook moesten houden; hun discretionaire speelruimte was nul.
De departementen van Sociale Zaken en Financiën, de Belastingdienst en daarbinnen de Dienst Toeslagen, ze lijken allemaal verdwaald in een politieke, bureaucratische, bureaupolitieke en juridische jungle. Bestuurlijke en politieke actoren lijken eerder machteloze slachtoffers van het mede door hen gecreëerde systeem dan de gewetenloze schurken die ze, volgens sommigen in de politiek (de Tweede Kamer) en de media, zouden zijn.
Alles of niets
Dat is dan meteen de tweede belangrijke nuance die Frederik aanbrengt. Politiek en media gaan allerminst vrij uit, waar het de verantwoordelijkheid voor dit drama betreft. Van de politiek wisten we dat tot op zekere hoogte al. Het toeslagenbeleid de afgelopen jaren is treurig wisselvallig geweest. Gestuurd door incidenten als de Bulgarenfraude, waar onterecht toeslagen betaald bleken te zijn.
Gevolg van grote druk van de Tweede Kamer om vooral snel en zonder veel bureaucratie kinderopvang te financieren. Toen dat mis bleek te gaan – de Bulgarenfraude betrof overigens niet meer dan 0.006 procent van het totaal aan betaalde toeslagen – verlegde het parlement de koers 180 graden. Fraude moest voortaan met alle beschikbare middelen bestreden worden, vond ook Pieter Omtzigt. Die nieuwe koers – een alles of niets benadering, waarin elke fout genadeloos werd afgestraft met terugvorderingen – werd de basis van het uiteindelijke drama. Over dat drama maakte de politiek zich vervolgens weer ongeremd boos. Dat was op zich terecht. Niet terecht was dat men gemakshalve vergat dat de uitvoerende macht precies deed wat de Kamer gewild had: genadeloos optreden tegen elk vermoeden van fraude. Ook bij de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag bleef dit dubbelspel van de Tweede Kamer redelijk onderbelicht.
‘Journalisten die de macht moeten controleren, horen ook elkaar te controleren’
Over het geringe zelfkritische vermogen van de politiek is eerder geschreven, al doet Frederik dat veel beter onderbouwd. Wat tot nu toe vooral onderbelicht is gebleven, is dat ook bij de rol van de media –zelfs de traditionele – serieus vraagtekens kunnen worden gezet. Journalisten die de macht moeten controleren, horen ook elkaar te controleren, stelt Frederik. En dat is precies wat hij doet. Hij laat zien dat ook de media meer dan eens van standpunt wisselen, dat ze het heftige debat over de toeslagenaffaire actief aanjagen en dat ze dat regelmatig doen op basis van informatie die onvolledig is of ronduit onjuist. Media worden zelf – ook door hun nauwe banden met sommige politici – actief betrokken spelers in het drama in plaats van min of meer gedistantieerde waarnemers en analytici. Vooral nieuwsrubrieken van RTL en NPO (Nieuwsuur) spelen zonder schroom die participantenrol. Soms op basis van informatie die achteraf onjuist blijkt.
Complex netwerk
Het zijn harde beschuldigingen aan het adres van collega-journalisten maar het zijn ook zorgvuldig gedocumenteerde beschuldigingen. Aan de hand van vele citaten laat Frederik zien waar het zijns inziens misging. Ook hier geldt dat het te ver gaat kwade trouw te veronderstellen. Het probleem is veeleer dat ook ‘onafhankelijke’ media deel zijn geworden van het uiterst complexe netwerk dat de toeslagenaffaire is geworden.
De kinderopvang toeslagenaffaire heeft een ongekend spoor van vernielingen door Nederland getrokken. Slachtoffers zijn er in vele gradaties en gedaanten: de benadeelde ouders in de allereerste plaats, maar ook politiek en ambtelijk verantwoordelijken en uiteindelijk een heel kabinet.
Als we, in positieve zin, ook iets willen leren van wat er zo vreselijk mis is gegaan dan is een zorgvuldige reconstructie, als in dit boek, essentieel. Basisstof dus voor de komende parlementaire enquête.
Bibliografie
[1] Jesse Frederik, Zo hadden we het niet bedoeld. De tragedie achter de toeslagenaffaire. De Correspondent: februari 2021. 400 bladzijden.
Geef een reactie