Burgerparticipatie is here to stay en zeker geen overvliegende hype. Sterker nog, het aantal (samenwerkings-)relaties zal alleen maar fors toenemen de komende tijd. In overheidsland is er om die reden veel aandacht voor het relationele zoekproces tussen goedwillende burgerinitiatieven en een veelal nog schoorvoetend bevoegd gezag, dat van oudsher niet gewend is om invloed te delen en burgers een serieuze stem te geven. Maar al doende leert men en waar een wil is, is een weg. En succes (met elkaar) delen is het vermenigvuldigen.
Laten we eens inzoomen op de achterkant van het enerverende beleids- en bestuurlijk proces dat burgerparticipatie heet. Aan de hand van een voorbeeld, uit eigen ervaring: de Rijnlandroute (Rob van Engelenburg was teamleider van het Team Compromis Rijnlandroute). De Rijnlandroute is een bestuurlijke wens uit de jaren ‘50 van de vorige eeuw: een dwarsverbinding tussen de twee wegen (A4 en N44) van Den Haag naar Amsterdam bij Leiden. Onder meer bedoeld om het vele oost-westverkeer rond Leiden, onder andere uit de Bollenstreek, uit de stad te houden. Lengte: ongeveer 10 km, van Katwijk naar Zoeterwoude, en met een kostenplaatje van 1 miljard euro. Een tweemaal tweebaansweg die aan het begin van deze eeuw weer prominent op provinciale bestuurlijke agenda is gekomen en na realisatie ongeveer 18 miljoen autobewegingen per jaar gaat omvatten.
Geen klein bier dus, want een weg als deze ligt er voor de eeuwigheid, met dito overlast. Dat alleen al de planvorming in dit drukke en volle stukje Nederland tot onrust en weerstand zou leiden, was te verwachten. Het merendeel van de inwoners van Voorschoten en Leiden was faliekant tegen en koos voor de bestuurlijke- juridische-procedurele benadering: we gaan de Rijnlandroute tegenhouden via de rechter.
Boortunnel
Het burgerinitiatief Team Compromis Rijnlandroute koos eind 2010 echter voor een andere benadering. Het initiatief zag in dat het tegenhouden van de weg onmogelijk was en besloot daarom: we gaan voor optimalisering van de inpassing. Op basis van een door deze groep burgers ontwikkeld alternatief plan werd een achttal inpassingsoptimalisaties ontwikkeld om enerzijds hinder, overlast en gezondheidsvraagstukken te minimaliseren en anderzijds behoud van natuur, woningen, recreatievoorzieningen en karakter van Voorschoten te waarborgen. Dit plan is technisch en financieel ook uitgewerkt. Zie: Alternatief voor Rijnlandroute – YouTube.
Een dusdanig groot en prestigieus project van de provincie beïnvloeden is geen sinecure en vraagt veel tijd, creativiteit, organiserend vermogen en doorzettingsvermogen van de vijf teamleden van het burgerinitiatief, dat werd gesteund door een netwerksupportgroep. In ruim 2 jaar is in totaal door het gehele team ongeveer 3000 manuren besteed aan productontwikkeling, belangenbehartiging, publiciteit, lobby, organisatie van events, veel overleg, onderzoek en organisatie. Met name het pareren van de haast traditionele weerstandsargumenten van de zijde van de provincie, zoals ‘technisch onmogelijk (boren in slappe grond kan niet)’ en ‘financieel onhaalbaar’, en overleg met politieke partijen op lokaal, provinciaal en landelijk niveau, kostten veel tijd.
Het alternatieve plan werd aangeboden aan politici van diverse partijen op alle betrokken bestuurlijke niveaus en leidde na een stevige lobby uiteindelijk tot een (aangenomen) provinciale motie van het CDA om een van de belangrijkste inpassingsvoorstellen van het Team Compromis toch te gaan onderzoeken: een boortunnel geheel onder Voorschoten door. Resultaat: technisch mogelijk en financieel haalbaar.
Bijdragen burgerinitiatief?
Uiteindelijk is ruwweg de helft van de door de burgers voorgestelde optimalisaties overgenomen: niet alleen de genoemde boortunnel die het grondgebied van Voorschoten spaart maar ook verdiepte liggingen en bijvoorbeeld meer compacte aansluitingen op de snelwegen. Een mooi resultaat, zeker. Maar toch knelt er wat.
De eerste signalen waren al zichtbaar bij de start van de aanleg van de tunnel in maart 2017, toen gedeputeerde Floor Vermeulen het volgende zei: ‘Alleen door samen te werken kunnen we de best bereikbare provincie van Nederland worden. De Rijnlandroute is misschien wel het voorbeeld van goede samenwerking. Ik ben er trots op dat het rijk, de provincie Zuid-Holland en betrokken gemeenten er samen in zijn geslaagd om deze belangrijke ontbrekende schakel in het wegennetwerk nu daadwerkelijk te realiseren.’
Waar bleef in dit verhaal de rol en bijdrage van het burgerinitiatief? En helaas moeten we constateren: eigenlijk is er sindsdien maar weinig veranderd. Het omvangrijke Informatiecentrum Rijnlandroute, vele jaren gelegen op het bouwterrein, maakt geen melding van de bijdragen van het burgerinitiatief. Op alle frequente bouwfeestjes en zelfs bij de feestelijke opening van de weg die gepland staat op 5 juli 2024 hebben provincie en bouwbedrijf slechts bestuurlijke vrienden uitgenodigd. En niet het burgerinitiatief. Enige vorm van dank of (h)erkenning van de (vrijwillige/onbetaalde) inzet van het burgerinitiatief aan dit project door de provincie of gemeente Voorschoten ontbreekt totaal.
Erkenning telt
Natuurlijk, het resultaat telt en de flessen bubbels kunnen we zelf wel regelen Maar het negeren van constructieve, inhoudelijke bijdragen van burgers bij ingrijpende leefomgevingsingrepen is onterecht en werkt frustrerend op het burgerparticipatieproces als geheel, vermindert het vertrouwen in de overheid en versterkt de procedureel juridische benadering (gang naar de rechter) van burgers. Constructieve inhoudelijke bijdragen vanuit inwoners dienen niet alleen gestimuleerd te worden, ruimte te krijgen maar ook erkenning en waardering. Dit laatste voedt de betere samenwerking tussen overheden en haar burgers en voorkomt de ongewenste polarisatie tussen wij (betalende burgers) en zij (bepalende overheden. Een gemiste kans in Zuid-Holland.
Dat dit meer voorkomt blijkt bijvoorbeeld uit een artikel dat Peter van Hoesel eerder op platform O publiceerde: Kaag en Braassem negeerde verontruste groep burgers (14 juni 2022). De inbreng van burgers in een bouwplan van de gemeente Kaag en Braassem wordt tot op heden neergezet als een kwestie van dwarsbomen, terwijl het positieve resultaat dat is wel bereikt bepaald niet aan die burgers wordt toegeschreven. Er zijn ook voorbeelden waar overheden wel open staan voor de inbreng van burgers en die waarderen. We bevelen overheden die nog niet zover zijn aan hier kennis van te nemen, zich open te stellen voor constructieve burgerparticipatie en die ook de waardering te geven die het toekomt. Te veel gevraagd?
Sander
vrijwilliger zegt
Dit herken ik uit de eigen inspraak praktijk in Leidschendam-Voorburg en Den Haag. En ik lees het ook over andere gemeentes. Participatie wordt door de gemeentelijke overheid tegenwoordig luidkeels bezongen, maar in feite vindt men ‘pottenkijkers’ maar vervelend. En alternatieve voorstellen lopen doorgaans aan tegen ‘not invented here’
Jullie hebben bij de Rijnland route gelukkig nog veel bereikt, en dat mag tevreden stemmen.
Maar veel vaker bestrijdt een gemeente de bezwaren en aangereikte alternatieven tot de laatste snik, en wordt er hooguit een snippertje van overgenomen. Zodat ze kunnen zeggen dat er geparticipeerd is.