Ha Merlijn,
Ik wil het graag even met je hebben over afhankelijk zijn. Laatst zat ik in een online overleg met de titel ‘Samenwerken aan ambtelijk leiderschap’. Het viel me op dat we vooral bezig waren om elkaar te vertellen over ons eigen werk. Het klonk niet als samenwerken, en het voelde ook niet zo. In de chat schreef ik aan degene die het overleg had georganiseerd: ‘Dit voelt niet als samenwerken, toch? We wisselen alleen informatie uit.’ Hij antwoordde: ‘Samenwerken komt toch vanzelf?’
In deze wekelijkse reeks onderzoeken Merlijn Ballieux, Martijn Jebbink en Lisette de Waard de praktijk van samenwerken aan complexe maatschappelijke opgaven. Van binnen en van buiten.
Ik denk dat samenwerken helemaal niet vanzelf komt, ook niet als we bij elkaar gaan zitten vanuit verschillende teams.
Het programma ‘Grenzeloos Samenwerken’ is een initiatief van de Secretaris Generaals (SG’s), de ambtelijk leiders van de ministeries. Ik werk voor deze beweging. De SG’s vinden dat we als overheid beter moeten worden in werken vanuit de opgaven, of vanuit de bedoeling. Daar bedoelen we volgens mij mee dat wat mensen raakt altijd de basis is voor ons werk. En dat we over de grenzen van organisaties heen moeten samenwerken. Dat vind ik zelf ook. Maar dat gaat natuurlijk niet vanzelf, ook niet als de SG’s het zeggen. De bedoeling lijkt vaak helemaal niet de bedoeling.
Wat ik in elk geval geleerd heb over samenwerken, is dat er altijd iets nodig is voordat we gaan samenwerken: afhankelijk zijn van elkaar. Weten dat we elkaar nodig hebben en bereid zijn om daar iets mee te doen. Ik vind het zoeken naar overeenstemming zelf soms heel vermoeiend. Maar ik weet ook dat mijn werk beter wordt door wat mijn collega’s zeggen. Als het aan mij had gelegen was deze brief twee keer zo lang geworden.
Ik zie binnen de overheid steeds meer mooie voorbeelden van samenwerking. En ik zie ook wat er in Den Haag vaak gebeurt als het spannend wordt: dan gaan we toch liever voor wat onze minister of wijzelf willen. Dan vergeten we even dat we afhankelijk zijn van elkaar. Maar in een wereld waarin veel samenhangt met alles, is daarvoor steeds minder ruimte. Dat hebben de SG’s denk ik goed gezien.
De opgaven van vandaag vragen iets anders van ons. Dat we ons nadrukkelijker de vraag stellen: ‘Hoe wil ik me laten zien in de wereld?’ en daarbij niet onszelf, maar de gezamenlijke uitdagingen centraal stellen. Wat wordt er eigenlijk van ons gevraagd? Moeten we moedig en daadkrachtig zijn, moeten we ons ego op de achtergrond zetten, moeten we geduld hebben of juist naar voren stappen?
Wat ik in elk geval iedere dag kan doen, is me eerst de vraag stellen: ‘Wat is hier eigenlijk nodig?’ voordat ik een reactie geeft. Allemachtig, wat is dat moeilijk.
Hoe speelt dit thema in jouw werk, Merlijn?
Geef een reactie