Daar zit ik dan achter mijn bureau starend naar het uitzicht vanuit mijn raam en dan weer naar het scherm. Peinzend over hoe de sturingsruimte van gemeenteraden beter kan worden benut rond beleid in het sociaal domein. We hebben al aardig wat gesprekken achter de rug met betrokkenen vanuit verschillende lagen van de lokale democratie; wethouders, raadsleden, ambtenaren en directeuren, griffiers en raadsadviseurs. Mensen die middenin de praktijk zitten en zich dagelijks met hart en ziel inzetten voor de lokale democratie. Het voelt dan ook altijd ergens bezwaarlijk om als waarnemer van buitenaf advies te geven over wat nog beter zou kunnen. In gesprekken hebben we al veel meegekregen over wat beter kan. Nu is het een kwestie om een abstractieniveau hoger te gaan zitten, de verschillende perspectieven en observaties bij elkaar te brengen en verbanden leggen.
In mijn gepeins dwaal ik af naar iets heel anders, mijn hart en ziel; mijn zoontje van drie-en-half. Als ouders proberen we te doorgronden wat zijn interesses zijn. Een ding staat vast, die zijn zeer divers: van dans en muziek tot vechtkunstjes en pogingen tot wat acrobatische bewegingen. Dit bracht ons bij de Braziliaanse Capoeira, een (samen)spel dat vaak gekarakteriseerd wordt als acrobatiek, vechtkunst en dans. Het is ooit begonnen in de tijd van de slavernij in Brazilië. Omdat de Afrikaanse slaven geen vechtkunst mochten beoefenen van de Portugezen, was dans een voor de hand liggende vermomming. Dat zorgde voor een dynamische mix van verdedigings- en aanvalstechnieken met muziek, zang en dans. In de loop der tijd heeft Capoeira zich vanuit de slavernij en vervolgens illegaliteit ontwikkeld tot immaterieel cultureel erfgoed, uitgeroepen door Unesco in 2014.
‘Hoe kan de sturingsruimte van gemeenteraden beter worden benut rond beleid in het sociaal domein?’
Bij Capoeira speelt een ieder een belangrijke rol met als doel gezamenlijk een bepaalde energie te creëren, waarop het samenspel tussen de personen binnen de kring zich kan ontwikkelen tot een bijzonder schouwspel. Achter de steeds vloeiende bewegingen, de acrobatiek en de dynamische setting ligt een strategisch samenspel verscholen waarbij spelers elkaar constant uitdagen en verrassen.
Denkend aan de hectiek en de dynamiek in het sociaal domein met de complexe relaties in het omvangrijke veld, het onvoorspelbare onbeheersbare karakter ervan en de inspanningen vanuit de lokale democratie om die gemeentelijke taken vorm te geven, schiet me te binnen dat de kenmerken niet heel ver liggen van Capoeira. Net als bij het samenspel van Capoeira is er een kring (roda) van raadsleden. Ieder van de betrokkenen (wethouders, ambtenaren, griffiers en raadsadviseurs) speelt een belangrijke rol. En omdat er veel betrokkenen in het democratisch spel zijn, zou verbinding de basispas (ginga) moeten zijn in het democratisch proces van beleidsvoorbereiding en besluitvorming. Gemeenteraadsleden moeten vooraf aan het proces van beleidsontwikkeling betrokken zijn. Wethouders en ambtenaren moeten daar oog voor hebben en griffiers kunnen vanuit hun rol bijdragen aan die verbinding.
‘Raadsleden zitten in de gemeenteraad vanwege hun idealen, een beeld van een betere samenleving en de ambitie om dat te bereiken’
De burgemeester beschikt als voorzitter van de gemeenteraad over het leidende muziekinstrument (berimbau). Hij of zij bepaalt het ritme van de dialoog en daarmee de energie en het tempo van het debat. Het (politieke) debat binnen de gemeenteraad verbeeld ik mij als de beoefening van Capoeira in de lokale democratie. De burgemeester kan de gemeenteraad stimuleren en faciliteren om maatschappelijke waarden een prominente(r) plek te geven in het debat. Dan gaat het om vragen als: wat verstaan we eigenlijk als gemeente onder zelfredzaamheid? In hoeverre willen we dat een plek geven in beleid? In welke gevallen doen we daar volledig afstand van? Een dergelijk debat vooraf aan het proces van beleidsontwikkeling zorgt ervoor dat voorgedragen concepten vanuit het rijk, die vaak abstract zijn, de invulling krijgen die past bij de oplossing van de lokale problemen. Raadsleden zitten immers in de gemeenteraad op basis van bepaalde idealen, een beeld van een betere samenleving en de ambitie om dat te bereiken.
Een ding staat vast: de hoofdrolspelers zijn in de dagelijkse hectiek en de ingewikkelde dynamiek in het sociaal domein nog zoekende naar hun rol en bevoegdheden in het democratisch samenspel. Ondanks de vele tegenslagen, uitdagingen en verrassingen zijn de spelers zeer welwillend, voelen zich enorm betrokken bij inwoners en stellen zich verantwoordelijk voor een betere samenleving. Nu nog gezamenlijk de energie zien te creëren waarmee het democratisch samenspel zich steeds meer kan ontwikkelen tot een bijzonder schouwspel van gemeenteraadsleden die onderling het (politieke) debat aangaan over de achterliggende waarden van beleid, en daarmee het fundament leggen voor een passend lokaal beleid.
Deze column is ook gepubliceerd op de website van de Raad voor het Openbaar Bestuur.
Geef een reactie