In mijn artikel Politiek voor echte mensen betoogde ik dat politiek over echte mensen moet gaan. In plaats van beleid af te stemmen op wensbeelden zou het gebaseerd moeten zijn op realistische mensbeelden. Dat wil zeggen, de echte toestand van de mens: Soms sterk en krachtig, vaak kwetsbaar.
Beeld: Pixabay
Het artikel bleef daarbij. Maar de logische vraag die daarop volgt is: Zouden we zoiets concreet kunnen invullen? Stel dat we de samenleving opnieuw mogen inrichten, maar zonder te weten wie we zelf zouden zijn. Geen idee of we rijk of arm zijn, gezond of ziek, slim of traag, vrouw of man. We staan samen achter een scherm – een sluier van onwetendheid – en moeten daar, zonder voorkennis, beslissen wat een rechtvaardige, of eerlijke, samenleving is.
Rawls
Dit gedachte-experiment komt van de Amerikaanse filosoof John Rawls. In zijn boek A Theory of Justice (1971) vroeg hij zich af: wat zouden mensen kiezen als ze niet weten welke positie ze in de samenleving innemen? Zijn overtuiging: ze zouden kiezen voor regels die voor iedereen redelijk zijn omdat niemand het risico wil lopen slecht af te zijn.
Rawls komt tot twee fundamentele principes:
1) iedereen heeft recht op dezelfde basisvrijheden – vrijheid van meningsuiting, geloof, vereniging, persoonlijke ontplooiing. Geen privileges voor de één ten koste van de ander;
2) economische en sociale ongelijkheden zijn alleen toelaatbaar als ze in het voordeel zijn van de minst bevoorrechten. Dat noemt hij het difference principle. Met andere woorden: een samenleving mag rijk en succesvol zijn maar die rijkdom is pas moreel aanvaardbaar als zij de minst bedeelden ten goede komt.
Rawls ontwierp een moreel kompas. Een manier om naar rechtvaardigheid te kijken zonder dat eigenbelang het beeld vertroebelt. De kracht van dit gedachte-experiment is niet alleen de helderheid maar ook de eenvoud. Achter de sluier moeten we onszelf tijdelijk vergeten. Dat is een oefening die we in onze tijd vrijwel hebben verleerd. We leven in een maatschappij die het IK voortdurend centraal stelt maar rechtvaardigheid vraagt juist om het tegenovergestelde: om de bereidheid jezelf even op te schorten en de wereld te zien zoals zij zou kunnen zijn,
In zekere zin is de sluier van onwetendheid een rationele vorm van compassie. Ze dwingt ons tot empathie, niet als emotie maar als denkoefening. Als ik niet weet of ik geboren word in een achterstandswijk of in een villa, dan zal ik ervoor zorgen dat onderwijs, zorg en veiligheid overal goed geregeld zijn. Niet uit liefdadigheid, maar uit rationeel eigenbelang – het soort eigenbelang dat zich bewust is van zijn eigen kwetsbaarheid.
Opnieuw inrichten
Als we dit gedachte-experiment toepassen op onze eigen tijd, en Nederland opnieuw mochten inrichten, achter de sluier. Wat zouden we dan anders doen?
Waarschijnlijk zouden we beginnen bij het fundament: onderwijs. Een kind dat opgroeit in armoede heeft minder kans op goed onderwijs. Tegenwoordig bepaalt het inkomen en opleidingsniveau van ouders nog altijd in hoge mate de leerweg van een kind. De schoolkeuze is sociaal begrensd.
Tegenwoordig bepaalt het inkomen en opleidingsniveau van ouders nog altijd in hoge mate de leerweg van een kind
Achter de sluier zouden we dat niet accepteren. We zouden een onderwijssysteem ontwerpen waarin verschillen in talent mogen bestaan, maar niet in kansen. We zouden kiezen voor een langzame selectie, brede scholen waar kinderen van verschillende achtergronden elkaar ontmoeten, en een infrastructuur waarin elk talent – praktisch, creatief, analytisch gelijke kansen krijgt.
We zouden ook zorgen dat gezondheid geen loterij is; Dat de zorg niet afhankelijk is van inkomen en toegang tot de juiste verzekeringspolissen. Achter de sluier zouden we zeggen dat zorg een vanzelfsprekend gemeenschappelijk goed is. We zouden kiezen voor een zorgstelsel waarin preventie centraal staat, waarin huisartsen tijd hebben, waarin de tandarts voor iedereen betaalbaar is, waarin psychische hulp niet verdwijnt in wachtlijsten en waarin niemand financieel wordt gestraft voor pech.
En we zouden werk anders waarderen. De samenleving draait op beroepen die weinig prestige kennen maar essentieel zijn: mensen die zorgen, onderhouden, schoonmaken en onderwijzen. Hun werk draagt de fysieke en morele infrastructuur van het land, maar dat zien we pas wanneer ze staken. Achter de sluier zouden we beseffen dat de samenleving niet draait op aandeelhouders, maar op mensen die elke dag hun plicht doen — vaak onzichtbaar, zelden redelijk beloond. We zouden hun salarissen structureel verhogen en hun werkdruk verlagen.Achter de sluier zouden we Nederland vermoedelijk ontwerpen als een landschap waarin niet de meest bevoorrechten vanzelf boven komen drijven, maar als een samenleving die iedereen meeneemt, en begint bij wie het meest dreigt achter te blijven.
Rechtvaardige ongelijkheid
Rawls was geen egalitarist in de zin van totale gelijkheid. Hij begreep dat verschillen in talent, ambitie en geluk onvermijdelijk zijn – en dat die zelfs productief kunnen zijn. Maar hij stelde een belangrijke voorwaarde: alleen ongelijkheden die de minst bevoorrechten helpen, zijn moreel toelaatbaar.
Wat betekent dat concreet? Dat een hogere beloning of macht pas gerechtvaardigd is als die bijdraagt aan het algemeen belang. Een CEO mag best meer verdienen dan een verpleegkundige, maar alleen als dat verschil aantoonbaar het welzijn van de samenleving vergroot. Zodra de ongelijkheid enkel dient om de top te bevoordelen, verliest ze haar morele legitimiteit. Dat principe zou onze economie diepgaand veranderen. Want veel van wat nu als ‘normaal’ of ‘natuurlijk’ wordt beschouwd – marktwerking, bonussen, speculatie – wordt dan opeens ongewoon.
De sluier en democratie
De sluier van onwetendheid is niet alleen een moreel instrument, maar ook een democratisch kompas. Ze herinnert ons eraan dat beleid pas rechtvaardig is als het universeel verdedigbaar is. Dat vraagt om iets wat in de huidige politiek zeldzaam is geworden: het vermogen om voorbij eigenbelang of voorbij de eigen groep te denken.
Iedere politieke partij claimt namens “de gewone man” te spreken, maar achter die claims schuilt zelden een werkelijk universeel perspectief. Achter de sluier is dat niet vol te houden. Daar zou geen enkel beleid overeind blijven dat groepen structureel uitsluit, of dat winst boven welzijn stelt.
Iedere politieke partij claimt namens “de gewone man” te spreken, maar achter die claims schuilt zelden een werkelijk universeel perspectie
Misschien moeten we daarom de democratie opnieuw leren denken – niet als een strijdperk van belangen maar als een morele oefenplaats waar we telkens opnieuw proberen te zien hoe de wereld er uit ziet als we niet weten wie we zijn, en tegelijkertijd iedereen zouden kunnen zijn.
De horizon van gerechtigheid
Er is een belangrijke gedachte bij Rawls die vaak over het hoofd wordt gezien: Rechtvaardigheid is niet hetzelfde als geluk, maar zonder rechtvaardigheid kan er geen duurzaam geluk bestaan.
Nederland is gemiddeld genomen rijk, vrij en technisch geavanceerd, maar moreel zoekend. We weten niet meer wat we eerlijk vinden of hoe een eerlijke samenleving er uit zou kunnen zien. De sluier van onwetendheid herinnert ons eraan dat rechtvaardigheid vooral begint bij verbeelding. Kunnen we ons een samenleving voorstellen waarin iedereen ongeacht zijn lot volwaardig kan leven? Niet omdat hij toevallig aan de goede kant is geboren, maar omdat de samenleving zo is ingericht dat niemand aan zijn lot wordt overgelaten.
Dat vraagt om een politiek van mogelijkheden. Een politiek die niet draait om het behouden van verworven posities, maar om het scheppen van omstandigheden waarin mensen kunnen floreren.
De sluier optillen
De sluier van onwetendheid is, in zekere zin, het geweten van de moderne samenleving. Ze is geen religie, geen ideologie, maar een moreel experiment. Ze vraagt ons om te handelen alsof we elk ander mens hadden kunnen zijn. En dat is misschien wel de meest radicale gedachte in een tijd waarin het Ik denken of eigenbelang, heilig is geworden.
Achter de sluier is niemand rijk of arm, wit of zwart, man of vrouw. Achter de sluier zijn we mens — met gelijke kwetsbaarheid en gelijke waardigheid. Als we daar politiek uit zouden afleiden, zou beleid, en de samenleving, er heel anders uitzien. Dan zou het vooral gaan over de kwaliteit van leven van ieder mens in onze samenleving.
Misschien is dat de paradox van onze tijd: dat we eerst weer moeten leren vergeten wie we zijn om werkelijk menselijk te kunnen handelen. Wat zouden wij samen willen, als we niet weten wie we morgen zijn?


Geef een reactie